Het jaarrapport Hernieuwbare Energie in Nederland 2013 beschrijft de bijdrage van hernieuwbare bronnen aan het totale Nederlandse energieverbruik. Daaronder verstaat het CBS wind, zon, biomassa, biobrandstoffen, warmte en waterkracht. Die worden benut voor elektriciteit, warmte en vervoer. De voornaamste hernieuwbare energiebronnen zijn biomassa (70 procent) en wind met 20 procent.
Het uitblijven van groei is een tegenvaller voor het kabinet. In het Energieakkoord is een aandeel afgesproken van 14 procent in 2020. Eerder zei André Faaij, hoogleraar Energiewetenschappen aan de Universiteit Groningen in een interview met BNR dat juist nu een versnelling zichtbaar zou moeten in de realisatie van de capaciteit voor hernieuwbare energie. Maar dat gebeurt niet. Ondanks de € 3,5 mrd aan subsidies die de overheid beschikbaar heeft gesteld. De cijfers van het CBS onderschrijven die stelling.
Elektriciteit en warmte
In 2013 is 12 miljard kilowattuur hernieuwbare stroom geproduceerd uit wind, waterkracht, zon en biomassa. Dat is 10 procent van het totale elektriciteitsverbruik in Nederland, 0,4 procent minder dan in 2012.
Het aandeel hernieuwbare stroom daalde ten gunste van hernieuwbare warmte. Dat komt volgens het CBS door aflopende subsidies waardoor beheerders van kolencentrales minder biomassa bijstookten. Afvalenergiecentrales leverden de grootste hoeveelheid warmte: stoom voor bedrijven en warm water voor stadsverwarming. Een klein, maar groeiend aandeel is gewonnen uit de bodem.
Zon en wind
Opvallend noemen de onderzoekers de groei van de productie van zonnestroom. Die verdubbelde voor het derde opeenvolgende jaar. De snelle daling van de prijs van zonnepanelen is daar debet aan. Het aandeel zonnestroom in 2013 was 0,4 procent van het totale elektriciteitsverbruik in Nederland. In Duitsland is dat al 5 procent. De bijdrage aan de productie van hernieuwbare stroom als geheel blijft beperkt tot 4 procent.
Voor het eerst sinds jaren kwam het bijgeplaatst vermogen aan windenergie op 250 megawatt. De groei is daarmee terug op het niveau van de periode 2003-2009. Door die capaciteitsuitbreiding nam de stroomproductie toe met 8 procent.
Het verbruik van hernieuwbare energie voor vervoer, in de vorm van biobrandstoffen, bleef gelijk op 5 procent.
Bron: CBS | Foto: Evert Kuiken, BVB, via Flickr
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in
