Het Nederlandse rioolwater zit vol fosfaten. Een stof die onmisbaar is voor het leven op aarde en steeds schaarser wordt. Aan de andere kant vervuilen fosfaten het water en bedreigen ze de biodiversiteit in plassen, rivieren en zeeën. Het zit in de kunstmest waarmee boeren hun akkers bemesten, en het zit in ons voedsel. Via de sloten spoelt de mest van de akkers naar rivieren en de zee en via onze ontlasting spoelen fosfaten uit voedsel het riool in.
In rioolzuiveringsinstallaties bezinkt het in het rioolslib, dat in installaties in Dordrecht en Moerdijk wordt verbrand als biomassa om er stoom en elektriciteit mee op te wekken. Na verbranding blijft slibas over, dat gebruikt wordt in cement en als ophogingsmateriaal. Of het wordt in lege mijnen gestort.
Met kennis de wereld veranderen
Dat is zonde, vond Marissa de Boer drie jaar geleden. Die as zit namelijk vol met fosfaten en andere bruikbare stoffen. De vraag is alleen: hoe krijg je die er weer uit? Tijdens haar promotie aan de Universiteit van Amsterdam dacht ze samen met een aantal collega’s de oplossing gevonden te hebben. Ze startte haar bedrijf SusPhos. Met een startkapitaal van een paar miljoen euro wist ze het bedrijf uit te bouwen tot inmiddels vijftien werknemers. In 2020 won het bedrijf de Rabo Duurzame Innovatieprijs in de categorie circulaire economie & klimaat. “Onze droom is iets goeds te doen voor de wereld. We moeten wat veranderen in de wereld. Dat kunnen we doen met onze kennis. Laten we dat dan ook gaan doen”, zegt De Boer.
Fosfaat voor vlamvertragers
Met haar team ontwikkelde ze een gepatenteerde technologie om fosfaten uit rioolslib te halen voor hergebruik. Hoe precies is geheim. “We gebruiken chemicaliën om fosfaat uit slib te halen, in de vorm van fosforzuur of fosfaatzouten, maar leggen de focus ook op ijzer- en aluminiumproducten”, legt ze uit.
Van dat gerecyclede fosfaat maakt SusPhos straks kunstmest, maar ook vlamvertragers. Die stoffen zitten onder meer in producten als elektronica, bouwmateriaal, gordijnen, tapijt, banken met stoffen bekleding, matrassen, ander meubilair, kabels en isolatiematerialen. Ze zorgen ervoor dat die producten niet zo snel in brand vliegen. De gewonnen fosfaten daarin toepassen is volgens De Boer hoogwaardig hergebruik. Daar ligt de toekomst van haar bedrijf. “Er zijn partijen die de techniek hebben om fosfaat uit rioolwater te halen voor hergebruik in kunstmest, maar er zijn geen partijen die dat kunnen voor het gebruik in vlamvertragers”, zegt ze.
Minder CO2-uitstoot
De huidige pilotfabriek van SusPhos staat naast de rioolzuiveringsinstallatie van het waterschap Friesland. Daardoor kan die meeliften op de vergunningen voor het terrein. De testfabriek produceert enkele kilo’s fosfaat per run. De nieuwe fabriek die het bedrijf wil bouwen moet 50 kiloton per jaar verwerken. Een substantieel deel van de Nederlandse vraag naar fosfaat.
Die fabriek werkt bovendien duurzamer dan de huidige fabrieken die kunstmest en vlamvertragers maken. De Boer: “Ons proces was gefocust op de recycling en de materiaalwaarde, en niet op de CO2-uitstoot. Maar nu blijken we ook nog veel minder energie te gebruiken dan de traditionele producenten. Bovendien filteren we met onze methode ook ijzer, aluminium en zand uit het slibas. Er blijft bijna geen afval over.”
Rusland levert geen fosfaat
Vanwege de stagnerende export uit Rusland is het recyclen van fosfaat momenteel een hot item, stelt De Boer. “We worden nu op onze site en via LinkedIn benaderd door grote chemische bedrijven met de vraag of we kunnen leveren, maar dat kunnen we nog niet”, vertelt ze. De fabriek zit pas in de ontwerpfase. “Het is een enorme chemische fabriek die we gaan bouwen. Daar zijn we minstens nog twee jaar zoet mee. Het bouwen alleen al duurt een jaar”, aldus De Boer. “Maar door de situatie met Rusland gaat het wel veel sneller. Ineens is de vraag naar Europees fosfaat heel groot.”
Een droom met een interessante businesscase
Haalde De Boer in de eerste fase van haar bedrijf enkele miljoenen op, in de komende financieringsronde heeft ze tien keer zoveel nodig om de fabriek daadwerkelijk te bouwen. De Boer: ,,Om een bedrijf als dit op te starten moet je met een goed plan komen. Ik heb een droom, maar wel eentje met een interessante businesscase. Ik ben ermee begonnen omdat ik een lucratief businessmodel zag om van afval met een negatieve waarde - slibas – een product te maken met een positieve waarde.”
Volgende fabriek in Duitsland
Als de fabriek in Nederland draait, wil De Boer de volgende in Duitsland bouwen. In dat land is het vanaf 2029 verplicht om al het fosfaat uit het rioolslib te halen. Nu mag fosfaathoudend rioolslib in Duitsland nog als mest op het land worden gegooid. In Nederland mag dat al lang niet meer. “We willen met onze fabriek op die nieuwe wet inspelen”, aldus De Boer.
Waarom zoekt Nederland naar andere fosfaatbronnen?
Nederland en Europa zijn voor hun fosfaatimport afhankelijk van de winning in fosfaatmijnen in Rusland, China en Marokko. Die mijnen raken langzaam uitgeput en vervuilen het milieu. Rusland is een van de grootste exporteurs van stikstof- en fosfaatmeststoffen ter wereld. In maart verbood het land de eigen bedrijven om nog langer kunstmest te exporteren. Dat heeft grote gevolgen voor de landbouw. Jaarlijks levert Rusland voor 1,1 miljard euro kunstmest aan de EU. De blokkade maakt kunstmest voor boeren en tuinders nog duurder. Om de afhankelijkheid van landen als Rusland en China te verkleinen zijn landen als Duitsland en Nederland al jaren op zoek naar een manier om fosfaat beter te recyclen.
Schrijf je in voor onze Newsbreak: iedere dag rond 12 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere middag rond 12 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze Newsbreak.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in