Massief houten meubelen gaan een leven lang mee, maar daar zit wel een aardig prijskaartje aan. Een goedkopere optie is plaatmateriaal. Dit zijn samengeperste houtvezels met daaromheen een laag fineer. Het ziet eruit als massief hout, maar dat is het niet. Veel meubelgiganten maken gretig gebruik van plaatmateriaal. Nachtkastjes, tafels en kasten hoeven op die manier geen vermogen te kosten.
Landbouwafval
Het hout dat in plaatmateriaal verdwijnt, is idealiter houtafval of onbruikbaar hout. Door het te versnipperen en te verwerken, krijgt het alsnog een bestemming. Maar in de praktijk zit het vaak anders. Plaatmateriaal bestaat voor 30 tot 50 procent uit gerecycled hout. De rest wordt aangevuld met nieuw hout afkomstig recent gekapte bomen. Zo kan het dat hoogwaardig hout in de shredder terechtkomt.
Dat wil EcoBoard koste wat het kost voorkomen. Het plaatmateriaal dat het bedrijf produceert, bestaat maar voor een heel klein percentage uit hout. Veruit het merendeel is landbouwafval. “We gebruiken eigenlijk al het vezelmateriaal dat van het land afkomt”, verduidelijkt EcoBoard-oprichter Waldo Chotkoe. “We gebruiken de overblijfselen van rijst-, tarwe-, paprika-, en tomatenplanten. Denk aan de stam, de bladeren en de stengels. Het materiaal is allemaal afval. Soms doet het nog dienst als stro voor de dieren, maar vaak wordt het op het land verbrand. Wij kunnen het goed gebruiken, dus nemen het maar wat graag over. De boer is van het afval af en verdient er nog wat aan.”
Binnen een half jaar beschikbaar
De overblijfselen uit de landbouw zijn net zo bruikbaar, maar groeien veel sneller dan hout, zegt Joost Karsten. Hij werkt nauw samen met Ecoboard en maakt met zijn bedrijf Alohana meubels, vloeren, raamkozijnen en zelfs hele huizen van het alternatieve plaatmateriaal. “Een boom groeit twintig tot dertig jaar voordat deze wordt gekapt. Dan kun je er mooie, lange planken van maken. De landbouwvezels die wij gebruiken, hebben maar een half jaar, maximaal een jaar nodig om te groeien.”
Om materiaal zit Chotkoe nooit verlegen. “We gebruiken afvalstromen van de voedselindustrie, en gewassen worden het hele jaar door geteeld. Dat houdt de prijs stabiel, waardoor we goed kunnen concurreren met bestaand plaatmateriaal. Bovendien wordt er wereldwijd voedsel verbouwd. Dat vergemakkelijkt de lokale productie. We kunnen het landbouwafval daar afnemen waar het nodig hebben. Zware boomstammen de halve wereld over slepen, daar doen we niet aan.”
Transparante keten
Bovendien is de keten van landbouwvezels redelijk overzichtelijk en transparant. EcoBoards werkt samen met een handvol partijen waarvan het de grondstoffen afneemt. De contracten zijn voor meerdere jaren vastgelegd. De houtketen is minder transparant, meent Karsten. “Met houtvezels weet je niet zeker of het écht gebruikt hout is dat is fijngemalen. Het kan ook nieuw hout zijn. Inmiddels wordt houtkap steeds beter gereguleerd. Dat is hartstikke mooi, maar het blijft toch een lastige wereld. Er wordt nog altijd illegaal hout gekapt. Los daarvan hebben we bossen gewoon nodig. Ze nemen CO2 op en houden hele ecosystemen in stand. De hamvraag is dus wat logischer is: platen maken van verhakseld hout, of van stro, rijst en tarwe. Ik weet wel waar ik voor kies.”
Volgens Chotkoe is het eindresultaat bovendien vergelijkbaar. “Onze platen zijn kwalitatief zelfs beter. Ze zijn bijvoorbeeld watervast. Waar mdf een nat telefoonboek wordt en een spaanplaat uitzet wanneer het in contact komt met water, behoudt een ecoboard zijn natuurlijke eigenschappen. Een ecoboard gaat in vergelijking met ander plaatmateriaal veel langer mee. Bij de life cycle analysis is 75 jaar toegekend. Bij een spaanplaat is dat maar tien jaar.”
Recyclen
Aan regulier plaatmateriaal kleeft een nadeel: lijm. De houtvezels worden bij elkaar gehouden door een bindmiddel. Dat middel maakt het heel lastig om de houtvezels weer uit elkaar te trekken en opnieuw te gebruiken. De platen worden vaak niet gerecycled, maar eindigen in de verbrandingsoven.
Ecoboards zijn wel te recyclen. “Voor de volle honderd 100 procent”, verduidelijkt Chotkoe. “Aan het einde van hun levensduur kunnen ze volledig worden hergebruikt. We gebruiken een MDI-hars om de vezels bij elkaar te houden. Omdat het materiaal in de platen ook natuurlijke binders zijn, is het aandeel lijm maar 3 procent. In de toekomst verwachten we dat dit zelfs naar nul kan.”
Naar Europa
De productie van de ecoboards vindt nu grotendeels plaats in China, waar zestien fabrieken staan. Die produceren jaarlijks zo’n 5 miljoen kubieke meter aan ecoboards. Ruim 95 procent daarvan is bestemd voor de lokale markt en verlaat Azië dus niet. EcoBoard wil zijn plaatmateriaal ook in Europa aanbieden. Daarom bouwt het in samenwerking met Alohana een productiefaciliteit in Portugal voor de Europese markt. Waarom komt de nieuwe fabriek niet in Nederland te staan? “Nederland is een klein land, dus we hebben hier geen overvloed aan ruimte. De problemen rondom netcongestie spelen ook een rol. Bovendien is het in Nederland lastig om arbeidskrachten te krijgen en die zijn ook nog eens relatief duur. Er spelen dus verschillende factoren mee”, aldus Karsten.
Genoeg vraag
Het succesverhaal in China zorgt ervoor dat Chotkoe optimistisch is over de aanstaande distributie in Europa. “De vraag naar bouwmaterialen met een lage voetafdruk neemt toe. Aannemers en architecten kloppen bij ons aan omdat opdrachtgevers willen bouwen, maar wel op een duurzame manier. Het bewustzijn van mensen is de afgelopen jaren echt veranderd. Ik ben ervan overtuigd dat dit geen trend is, maar zo blijft.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in