Initiatiefwet dwingt bedrijven om misstanden aan te pakken: 'De tijd van aardig vragen is voorbij'

Er moet wetgeving komen die internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen afdwingt. Daarvoor pleiten politici en bedrijven. ‘De tijd van aardig vragen is voorbij’, zeggen zij. Initiatiefnemer Stieneke van der Graaf (ChristenUnie) en Auping-directeur Jan-Joost Bosman over de IMVO-wet.

Sweatshop1
Een beter milieu begint bij... bedrijven. Met die slogan werd actie gevoerd voor de invoering van de IMVO-wet. In het midden op de foto: Stieneke van der Graaf. | Credit: Cedric Veldhuis

November vorig jaar dienden ChristenUnie, PvdA, GroenLinks, SP, D66 en Volt de initiatiefwet Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in bij de Tweede Kamer. Die wet moet bedrijven verplichten om ‘te ondernemen met respect voor mens, milieu en klimaat in hun wereldwijde keten’. Bedrijven moeten er alles aan doen om misstanden zoals kinderarbeid of het uitputten van natuurlijke bronnen te voorkomen en ook rapporteren wát zij doen.

“Het gaat erom dat we moeten tegengaan dat er producten in de schappen liggen waar een vorm van uitbuiting aan vooraf is gegaan”, zegt een van de initiatiefnemers van de wet, Stieneke van der Graaf, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. “Denk bijvoorbeeld aan chocoladerepen die van cacaoplantages komen waar kinderen werken, of mobiele telefoons waarvoor producten zijn gebruikt uit de voor werknemers levensgevaarlijke kobaltmijnen in Congo.”

Instorten textielfabriek

Het idee voor de wet vindt zijn oorsprong al tien jaar geleden, toen textielfabriek Rana Plaza in Bangladesh instortte. Bij die ramp kwamen 1.134 mensen om het leven. In de fabriek werd kleding geproduceerd voor Westerse bedrijven die ook in Nederland in de schappen ligt. De catastrofe zorgde voor een internationale schokgolf. De onveilige werkomstandigheden van de arbeiders kwam onder een vergrootglas te liggen en bedrijven beloofden beterschap.

“Na de ramp kwam de discussie op gang”, herinnert Van der Graaf. “In het westen weten we helemaal niet wat er, voor we een product in handen hebben, allemaal gebeurt in de keten. Zijn er misstanden en kunnen we daar iets aan doen?” Er werden afspraken gemaakt en convenanten gesloten, maar inmiddels is volgens Van der Graaf wel duidelijk dat er ‘te weinig is veranderd’. “Het huidige beleid heeft te weinig opgeleverd, terwijl de urgentie niet minder is geworden. Het is belangrijk dat bedrijven weten dat zij hier een grote impact op hebben.”

Vorig jaar bezocht Van der Graaf een kledingfabriek in Bangladesh. “Die fabriek heeft een voorbeeldfunctie. Mensen krijgen er een leefbaar loon en een veilige werkplek. De omstandigheden zijn er beter. Maar van de mensen die er werken, kregen we ook te horen dat het er in andere fabrieken niet zo aan toegaat. Die fabrieken kregen we niet te zien. Het is belangrijk dat Westerse bedrijven hun invloed aanwenden om de werkomstandigheden te verbeteren. Bedrijven moeten verder kijken dan de laagste prijs. ‘Brand behaviour’ is een groot vraagstuk. Het kan niet zo zijn dat bedrijven hier goede sier willen maken, maar in de producerende landen niet willen inzetten op verbeteringen. Daar ligt een verantwoordelijkheid. Daarbij mag de lat hoog liggen, niet de laagste gemene deler moet uit het uitgangspunt zijn. Daarmee belonen we landen die verbeteringen doorvoeren en stimuleren we andere landen dat ook te doen.”

In behandeling bij Tweede Kamer

De wet Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen vraagt van bedrijven dat zij binnen heel hun keten onderzoeken of er mogelijk sprake is van misstanden. Als dat zo is, moeten zij dit rapporteren en een plan van aanpak maken om hier iets aan te doen. Doen zij dit niet, dan kunnen zij een boete krijgen.

De initiatiefwet van de ChristenUnie, PvdA, GroenLinks, SP, D66 en Volt dwingt bedrijven te voldoen aan de al geldende OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Volgens de initiatiefnemers moet bij wet vastgelegd worden dat de bedrijven een zorgplicht hebben ten aanzien van mogelijke nadelige gevolgen van hun activiteiten voor mensenrechten, arbeidsrechten en het milieu in een land buiten Nederland.

Het voorstel is op dit moment in behandeling bij de Tweede Kamer. Op 18 januari dit jaar was er een rondetafelgesprek over het voorstel voor de Tweede Kamercommissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ministers Micky Adriaansens (Economische Zaken) en Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) waren in februari tegenover RTL Nieuws kritisch op de initiatiefwet. Zij zeiden te vrezen dat de regels met de nieuwe wet in Nederland strenger worden dan in omliggende landen, wat het vestigingsklimaat niet ten goede zal komen. Later boden zij excuses aan en zeiden ‘voor hun beurt’ te hebben gesproken. Het kabinet heeft nog geen standpunt ingenomen over de wet, eerst is de Tweede Kamer aan zet.

Enkele grote bedrijven hebben laten weten geen voorstander te zijn van wetgeving. Ook omdat de wet een ‘grote administratiedruk’ met zich mee zal brengen. Alle onderzoeken, misstanden en maatregelen zullen moeten worden gerapporteerd. Werkgeversorganisatie VNO-NCW pleit ervoor de wet uit Europa af te wachten. “Alleen op Europees niveau – en als we samenwerking tussen bedrijven met NGO’s en vakbonden in sectoren stimuleren – kunnen we diep in ketens over de wereld de situatie verbeteren en echt een verschil maken voor mens en milieu.”

Europese regels

De organisatie zegt zich ‘hard te maken voor spoedige Europese regels. “Het is belangrijk voor mens en milieu dat we hiermee doorgaan en zorgen dat er uniforme en voor ondernemers goed werkbare regels komen. Die regels moeten hen echt helpen in de praktijk en bijvoorbeeld niet zorgen voor allerlei extra administratie zonder dat de wereld er beter door wordt.”

Van der Graaf kent de kritiek, maar blijft met de andere initiatiefnemers het belang van de wet onderstrepen. “Dit wetsvoorstel zorgt er juist voor dat er in de praktijk wat gaat veranderen, dat het niet blijft bij rapporteren”, zegt ze. “Dat bedrijven werken in een Europese context weten we, daar hebben we rekening mee gehouden in ons wetsvoorstel. Door het opnemen van de zorgplicht in deze wet, weet ook elk bedrijf waar het aan toe is. Die zorgplicht bestaat nu namelijk al op basis van jurisprudentie.”

Sweatshop4
De Sweatshop in Den Haag. | Credit: Cedric Veldhuis

De wet zorgt volgens haar bovendien voor een gelijker speelveld. “Er zijn nu een aantal koplopers, maar ook bedrijven die er nu nog geen werk van maken moeten op basis van deze wet doen wat binnen hun vermogen ligt om misstanden aan te pakken. Dat is volgens mij niet iets onredelijks, maar zou de normaalste zaak van de wereld moeten zijn.”

Urgentie is te hoog

De initiatiefnemers waren al met de wet bezig toen het ook in Europa een item werd. “Heel goed dat er wordt gewerkt aan Europese richtlijnen”, zegt Van der Graaf. “Maar het is voor ons nooit een optie geweest om daarop te wachten. Daarvoor is de urgentie simpelweg te groot. Bovendien: we moeten de lat hoog leggen en daarmee kunnen we een voorbeeld zijn voor andere Europese landen. Je ziet nu dat landen als Frankrijk en Duitsland, waar deze wet al is geregeld, meer invloed hebben over hoe de richtlijnen in Europa eruit komen te zien. Als we in Nederland een goede wet hebben, kunnen wij ook een goede bijdrage leveren.”

Bedrijfsleven

Onlangs vroegen voorstanders van IMVO-wetgeving in Nederland aandacht voor hun zaak, door in Den Haag een ‘sweatshop’ te openen, een plek waar doorgaans slechte werkomstandigheden, slavernij en kinderarbeid aan de orde van de dag zijn. Met deze actie brachten politieke partijen én bedrijven de noodzaak voor wetgeving onder de aandacht bij het grote publiek.

Bij de ‘sweatshop’ konden truien worden gekocht met de slogan “Een beter milieu begint bij bedrijven”. Binnenkort wordt er opnieuw actiegevoerd met een grote advertentie in een landelijk dagblad.

De IMVO-wetgeving wordt overigens niet alleen vanuit de politiek ondersteund. Meerdere bedrijven scharen zich achter de actie, omdat de misstanden elders op de wereld ook hen een doorn in het oog zijn. Eén van die bedrijven is bedden- en matrassenfabrikant Auping.

“Bij Auping zetten we ons al jaren in om maatschappelijk verantwoord te ondernemen in de hele keten”, zegt directeur Jan-Joost Bosman. “Daarnaast houden we ons nadrukkelijk bezig met de transitie naar een circulaire productieketen. Dat begon met het weer terugnemen van oude matrassen om die te recyclen, maar in 2030 willen we dit binnen ons hele bedrijf hebben geregeld.”

Eerlijke materialen

Daarbij wordt ook gekeken naar leveranciers. “We willen werken met eerlijke materialen”, zegt Bosman. “Toen Auping in 1888 werd opgericht speelden dit soort dingen niet, maar sinds 2010 zijn wij er meer werk van gaan maken. Niet alleen omdat dit uiteindelijk beter is voor de wereld, ook omdat we zien dat dit economische en strategische voordelen oplevert.”

Er zijn ook risico’s, zegt hij. “Auping loopt voorop. Lukt het, dan volgen anderen. Dit is óók een reden voor ons om te pleiten voor de IMVO-wet. Het zorgt voor een gelijker speelveld. Iedereen moet zich dan aan dezelfde regels houden. En die regels – zorgen voor goede arbeidsomstandigheden en dat je het milieu niet schaadt – zijn helemaal zo gek niet.”

Volgens Bosman is wetgeving noodzakelijk om misstanden aan te pakken. “Binnen onze branche hebben wij vijf jaar geleden ook veel overlegd over hoe er – branchebreed dus – kan worden verduurzaamd door minder afval te produceren. Dan worden er afspraken gemaakt, maar die gaan ons eigenlijk niet ver genoeg en ze zijn te vrijblijvend. Met deze wet zijn de regels voor alle bedrijven hetzelfde.”

Onbekend maakt onbemind

Tegelijkertijd snapt hij best dat niet alle bedrijven staan te springen. “Onbekend maakt onbemind. In de bestuurskamer wordt het liefst het werk voortgezet dat eerder een succes was. Bovendien moeten bestuurders ook verantwoording afdragen aan aandeelhouders en is er een verantwoordelijkheid voor medewerkers. Dat kan investeringen tegenhouden, ook als dit op de langere termijn beter is.” En dan zijn er nog de bedrijven wiens uithangbord is dat zij ‘de goedkoopste’ zijn. “Dan is het extra lastig om daarin veranderingen aan te brengen. Ik snap ook best dat bedrijven zeggen ‘we moeten al zoveel’ en dan komt dit er ook nog bij.”

Al deze zaken zorgen voor ‘ongemak in de boardroom’, zegt Bosman. “Bij Auping hebben we dat ongemak omarmd. Heus niet door van de een op de andere dag al het beleid om te gooien. Dat zeggen we ook altijd tegen andere bedrijven, als ons om advies wordt gevraagd. Begin in elk geval, zet kleine stapjes, maar begin.”

Er is altijd verbetering mogelijk, zegt hij, ook bij Auping. “Op dit moment zitten veel van onze leveranciers in een straal van 300 kilometer rondom ons kantoor in Deventer. Het liefst halen wij ze nóg dichter naar ons toe, we streven naar maximaal 100 kilometer voor circulaire producten maar zover zijn we nog niet. Ook wij kijken continu naar waar het nog beter kan. Het zou mooi zijn als dat gemeengoed wordt.”

Ramp bijna tien jaar geleden

Op 24 april 2013 stortte in Savar, Bangladesh het gebouw Rana Plaza in. Bij de instorting van het acht verdiepingen tellende gebouw kwamen 1.134 mensen om het leven en raakten zeker 2.500 mensen gewond. Het gebouw Rana Plaza was ontworpen om er winkels en kantoren in te vestigen, maar in 2013 zaten er vooral textielfabrieken in waar zo’n 5.000 mensen werkten. Het gebouw zou daar niet op berekend zijn geweest en bovendien zouden er drie verdiepingen zonder vergunning zijn bijgebouwd.

De BBC berichtte dat er een dag voor de ramp ‘scheuren’ werden gevonden in het gebouw, maar dat de bazen van de kledingfabriek er desondanks bij medewerkers op aandrongen te komen werken. Wereldwijd werd met afschuw gereageerd op de slechte werkomstandigheden waarin vooral meisjes en vrouwen moesten werken en het oneerlijke loon dat zij daarvoor betaald kregen.

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu