Na een druiligere meimaand mag Change Inc. op de eerste zonovergoten dag van het seizoen mee op de boot naar Forteiland Pampus, een eiland in het IJmeer zo’n vier kilometer van vertrekplaats Muiden. In de 17e eeuw lagen volgeladen schepen uit Nederlands-Indië soms dagenlang in de ondiepe vaargeul in de Zuiderzee, voordat ze Amsterdam konden binnenvaren. Gelukkig varen wij wel; met de eerste veerboot sinds de lockdown. De boot is dit keer niet gevuld met bezoekers, maar met vrijwilligers in het kader van NL Doet van het Oranjefonds. Gewapend met zeemlappen, bezems en schoffels maken zij straks het eiland schoon dat sinds 5 juni weer bezoekers verwelkomt. Eenmaal varend doemen de twee voormalige geschutskoepels van Pampus langzaam voor ons op. Door de strakblauwe hemel zien we links in de verte duidelijk de opmars van IJburg. Vlak achter het forteiland kijken we aan tegen het Paard van Marken, terwijl rechts daarvan de windmolens van de polder zichtbaar worden.
Onafhankelijk en zelfvoorzienend
“Van oudsher was Pampus alleen met een telegraaflijn verbonden aan het vaste land”, begint de geschiedenisles van Van Nouhuys, terwijl hij ons rondleidt. “Verder werd het eiland door schepen met voedsel en kolen bevoorraad en dachten ze na over slimme opslagmethodes. Energie en drinkwater werden op het eiland zelf geproduceerd. Allemaal zodat de mensen op het eiland er voor lange tijd konden verblijven. Want hoe onafhankelijker het eiland, hoe beter het dienst deed als veilige uitkijkpost.” En eigenlijk is die missie van onafhankelijkheid 125 jaar later nauwelijks veranderd. Want in 2023 wil Forteiland Pampus klimaatneutraal en zelfvoorzienend zijn.
Mix van energie
“Voor onze energievoorziening zoeken we naar de ideale mix van zonnepanelen, windmolens en biovergisting”, vertelt Van Nouhuys. Dat gaat verder dan de aanleg van dit soort systemen: ook slim en zuinig omgaan met de opgewekte stroom hoort hierbij. Daarom is isolatie belangrijk. "Ook moet rekening worden gehouden met energieopslag in het geval dat er geen zon of wind is. Het wordt een enorme puzzel om alle onderdelen op elkaar aan te laten sluiten.” De biovergister werkt inmiddels. Van de 30 kilo gft-afval dat Pampus op een bezoekersdag produceert wordt negen kuub biogas gemaakt; genoeg om een dag op te koken. Bovendien levert de biovergister plantenvoeding om de nabijgelegen 300 vierkante meter grote moestuin te kunnen bemesten.
Ook het energiesysteem aan land moet op de schop. Onlangs liet netbeheerder Tennet zien hoe het stroomnet van de toekomst eruit ziet.
Eigen drinkwater
“Daarnaast gaan we net als vroeger ons eigen drinkwater maken, rechtstreeks uit het IJmeer”, gaat Van Nouhuys verder. Van oudsher gebeurde dit overigens met regenwater dat vanaf het dak werd opgevangen en gezuiverd. Dit is een uitdagend project om meerdere redenen. “Niet alleen vraagt dit om een energie-efficiënte oplossing. Ook zijn we in Nederland helemaal niet gewend aan het inrichten van decentrale drinkwatervoorzieningen, omdat onze drinkwaterbedrijven het aan wal zo goed voor elkaar hebben. Alleen hebben wij daar op Pampus niets aan.”
Verder staat op de to-do lijst: een oplossing verzinnen voor het reinigen van afvalwater, het duurzaam renoveren van een toiletgebouw van het fort (‘in de stijl van vroeger’), het verduurzamen van de vloot die nu nog op diesel vaart en de bouw van een groter nieuw entreegebouw. Dit deels onder de grond gelegen gebouw, ontworpen door Paul de Ruiter Architects, moet opgaan in het landschap van het eiland. “Een groot voordeel van een entreegebouw onder de grond is dat het door isolatie energiezuinig is. Tegelijkertijd ontkom je er bijna niet aan om beton te storten, wat niet bepaald duurzaam is”, vertelt Van Nouhuys. “Daarom onderzoeken we nu of het gebouw zonder een betonnen bak kan worden geconstrueerd met slimme technieken uit bijvoorbeeld de weg- en waterbouw. Zo besparen we ook weer bouwmateriaal en verlagen we onze voetafdruk.”
Partnerschappen en ondernemerschap
Pampus is voortdurend opzoek naar partners die met elkaar willen werken aan alle onderdelen die het eiland zelfvoorzienend en toekomstbestendig maken. “Het is een flinke uitdaging om de juiste voorwaarden te scheppen voor goede partnerschappen”, zegt Van Nouhuys. “Het gaat hier altijd om de balans tussen techniek, geld, timing en regelgeving. Aan de andere kant merken we dat partijen deze plek heel interessant vinden om te experimenteren en als podium te gebruiken voor hun eigen medewerkers en klanten.”
Het is een unieke casus, denkt Van Nouhuys. “In het ene partnerschap proberen we de energievoorzieningen-puzzel te leggen, terwijl we in een andere samenwerking kijken hoe we de bouwmaterialen die nu aanwezig zijn op het eiland kunnen gebruiken voor het nieuwe gebouw. We worden geholpen met een project waarin op het eiland ons eigen voedsel gaan verbouwen en werken met andere bedrijven aan een drinkwateroplossing en de reiniging van ons afvalwater.” En daarbij moet het financiële plaatje ook kloppen. “We zijn als UNESCO Werelderfgoed-locatie zelf in staat om de exploitatie van Pampus te bekostigen en dat is best bijzonder”, zegt Van Nouhuys. En ook tijdens alle geplande ontwikkelingen wil Van Nouhuys Pampus open houden. “Juist omdat we willen laten zien wat er allemaal mogelijk is. Op Pampus zijn we op zoek naar een systeemoplossing. Het biedt ons, en onze partners de gelegenheid om te laten zien dat off-grid oplossingen een enorme bijdrage kunnen leveren in de versnelling naar een duurzame maatschappij.”
In Denemarken zijn ze bezig met een heel ander soort eiland. Dit kunstmatige eiland wordt volledig gebruikt om windenergie op te wekken voor de productie van groene waterstof.
Lessen om mee naar huis te nemen
Voor Van Nouhuys is de voorbeeldrol die Pampus kan hebben cruciaal. Het liefst ziet hij dan ook dat bezoekers geïnspireerd raken door de mogelijkheden op het forteiland. “Daarom willen we veel aandacht besteden aan educatie”, legt Van Nouhuys uit. “Ik hoop dat de kennis en ervaring die we hier opdoen zich als rimpelingen in het water uitspreiden over de rest van het land. Duurzaamheid en de energietransitie zijn toch nog vaak abstracte onderwerpen. Door het hier tastbaar te maken, zou ik het mooi vinden als mensen na een bezoek zeggen: ‘Hé, wat ze daar doen, daar kan ik ook iets mee’.”
Balans tussen nieuw en oud
In de ontwerpideeën van Van Nouhuys komt telkens de afweging naar voren hoe het nieuwe met het oude verenigd kan worden. Pampus wacht een enorme uitdaging om alle plannen binnen drie jaar af te ronden, maar Van Nouhuys is optimistisch. “Ja, het is een ambitieuze planning, maar ik denk dat we heel grote stappen kunnen zetten de komende tijd.”
Ook tijdens dit interview, in de zon op het terras van het paviljoen, gebeurt er van alles om ons heen. Op de ene hoek van het eiland graven vrijwilligers een vervallen loods uit de grond, met de kok van het eiland die de graafmachine bedient. Aan de andere kant wordt onkruid uit de moestuin gewied en het historische mistklokhuis (ooit gebouwd om de scheepvaart te kunnen waarschuwen bij mist) geverfd. De bedrijvigheid op Pampus werkt aanstekelijk. Maar dat wist Van Nouhuys al lang. Met het forteiland in onze rug varen we terug naar Muiden. Een gevoel van nieuwsgierigheid overheerst: hoe zal Pampus eruitzien als we weer terugkomen?
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in