Kun je kort uitleggen wat Nordsol precies doet?
“Nordsol heeft een eigen techniek ontwikkeld waarmee we economisch rendabel biogas kunnen omzetten naar bio-LNG. Wij geloven dat deze vloeibare biobrandstof vandaag de dag de beste manier is om het zware langeafstandstransport met trucks en schepen te verduurzamen. Biogas wordt geproduceerd uit verschillende soorten feedstock, zoals organische resten die niet meer geschikt zijn voor mens of dier. Wij kunnen deze resten inzetten als hernieuwbare energiebron.
Biogas bestaat uit vooral CO2 en biomethaan, samen met andere componenten. Al die componenten kunnen we van elkaar scheiden, zodat we alleen het biomethaan overhouden. Het biomethaan maken we zo puur dat we het kunnen afkoelen naar -160 graden Celsius waardoor het vloeibaar wordt en we het bio-LNG kunnen noemen. De CO2 vangen we af en maken we ook vloeibaar. Dat kan vervolgens gebruikt worden in de glastuinbouw, de voedingsindustrie of voor de productie van droogijs. Op die manier drukken we ook weer de vraag naar fossiele CO2.”
Wat is volgens jou de potentie van bio-LNG?
“Een belangrijke factor is dat de infrastructuur voor bio-LNG al grotendeels aanwezig is. In Europa staan al twintigduizend biogasinstallaties en dat worden er steeds meer. LNG-vrachtwagens zijn ook volop in ontwikkeling. Die zijn al minstens net zo sterk als dieselvrachtwagens en kunnen afstanden van 1.600 km afleggen op een tank. En er is al een heel netwerk van tankstations waar je LNG kunt tanken. De moleculen van bio-LNG zijn exact hetzelfde, dus je kunt het van 0 tot 100 procent bijmengen. Omdat bio-LNG wordt gewonnen uit organische resten zijn de emissies – van de productie ervan tot en met de verbranding in de motor van de truck – veel lager dan van fossiele diesel.
Bio-LNG is in het bijzonder goed geschikt voor zwaar transport, zowel op de weg als op het water, bij voertuigen die je lastig volledig elektrisch kunt maken. Batterijen kunnen lange afstanden en zware vrachten nog niet aan en batterijen nemen te veel ruimte in beslag. Bio-LNG is een brandstof die we vandaag al kunnen produceren en gebruiken.”
Hoe is het om met een bedrijf mee te groeien tot directeur van een scale-up?
“Voor mij was het een heel bewuste keuze om impact te maken in de duurzame sector. Ik krijg veel energie van het opbouwen van een team en het gezamenlijk werken aan een duurzaam doel. Ons team bestaat nu uit ongeveer 35 mensen. Het is belangrijk om mensen te vinden die dezelfde visie delen en bereid zijn uitdagingen aan te gaan. Ik omschrijf het soms alsof je je met een kapmes door een oerwoud baant. Als je bezig bent, weet je niet precies wat je gaat tegenkomen. Dan is het belangrijk dat je als team er samen voor gaat.”
Wat zijn de grootste verschillen tussen het zijn van een CEO van een start-up of van een scale-up?
“In het begin waren we met z’n vieren. Dan is iedereen bezig met alle details. Als je gaat groeien moet je leren loslaten. Nu leg ik veel meer taken bij talentvolle mensen om me heen. Daarnaast geloof ik heel erg in flexibiliteit. Ook voor corona vonden we hybride werken belangrijk. Zelfredzaamheid is belangrijk. Tegelijkertijd moet je als CEO een team bij elkaar houden. Nu houd ik me meer met de hoofdzaken bezig en steek ik tijd in het bouwen aan onze cultuur.”
Wat typeert jouw stijl van leiderschap?
“Ik vind het belangrijk dat we alles wat er gebeurt kunnen benoemen, zowel de positieve als mindere dingen. Als bedrijf spelen we een verbindende rol, bijvoorbeeld tussen de afvalmarkt en de transportsector. We willen een nieuwe markt in beweging krijgen en daar horen ook tegenslagen bij. Die moet je op tafel kunnen leggen.”
Heb je daar een voorbeeld van?
“Toen we onze eerste installatie opende in Amsterdam zaten er her en der nog kinderziektes in. Binnen een bedrijf heb je ervaren mensen die daar rekening mee houden en je hebt jonge honden die gelijk door willen draaien. Dan is het belangrijk dat je een team bij elkaar houdt en de neuzen dezelfde kant op krijgt. Het is een complexe installatie en die krijg je niet direct werkend. Daar zijn we heel open in geweest. Daarna hebben we vijf maanden keihard met z’n allen gewerkt om de installatie werkend te krijgen.”
Zijn er andere dingen die je onderschat hebt bij de ontwikkeling van Nordsol?
“Dingen duren altijd langer dan je denkt. We hebben te maken met een onvolwassen markt, een nieuwe technologie en ontzettend veel stakeholders in verschillende landen. Vergunningen, financiering, kinderziektes; alles duurt langer dan gepland. Dan is het wel belangrijk dat je een bepaald optimisme behoudt en vasthoudt aan een realistisch plan.”
Heeft een onzeker kabinetsbeleid op het gebied van duurzaamheid nog invloed op wat jullie doen?
“Als bedrijf moet je altijd uit gaan van je eigen kracht, zeker als je net opstart. Dan ben je helemaal niet bezig met beleid. De focus ligt dan op een bedrijf opzetten, processen inregelen, klanten winnen en goede mensen aantrekken. Maar als ik nu uitzoom, zie ik wel dat regelgeving, zowel in Nederland als Europa, veel impact heeft op wat we doen. Soms denk ik, moeten we niet meer energie steken in lobby om bio-LNG meer op de kaart te zetten. Maar dat kost ook weer tijd en geld. We proberen wel in contact te komen met Den Haag en de juiste instanties. Maar als je als bedrijf echt volledig afhankelijk zou zijn van politiek beleid, zal dat je flink wat slapeloze nachten opleveren.”
Hoe zie je de toekomst van Nordsol voor je?
“Momenteel zitten we in een opschalingsfase, waarbij we technologieën in het veld zetten. Op de lange termijn willen we dat bio-LNG mainstream wordt. Stel dat je in Europa om de 100 kilometer een bio-LNG plant hebt - dat zijn grofweg vierhonderd fabrieken - dan kun je tot aan 2030-35 voor minstens de helft van de behoefte aan LNG in de transportsector voorzien. Dat is ons vergezicht. Naast de huidige projecten in Nederland zijn we bezig in Portugal, Engeland, Zwitserland, Scandinavië, Spanje, en Italië. We hopen zoveel mogelijk installaties te openen.”
Met wie zou je nog graag willen samenwerken?
“We zijn best wel een uniek bedrijf. We zijn in Nederland eigenlijk het enige technologiebedrijf die dit doet. Ik zou heel graag samenwerken met andere partijen in de keten die dezelfde visie over bio-LNG delen als wij. Dat we als het ware een coalitie kunnen vormen om ook beleidsmakers en eindgebruikers ervan te overtuigen om bio-LNG als duurzame brandstof die nu beschikbaar is echt groot te maken. Uiteindelijk sta je samen sterker.”
Lees ook:
- Changemaker Pol Knops (Paebbl): ‘Ik had minder moeten praten, en meer moeten dóén’
- Changemaker Elisah Pals (Zero Waste Nederland): ‘Het is waanzin om te denken dat je alles tegelijk kunt aanpakken’
- Changemaker Peter Paul Kleinbussink (Intratuin): ‘Spijt dat ik zo lang heb geluisterd naar de chemische bestrijdingsindustrie’
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in