Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in samenwerking met het RIVM en het Voedingscentrum.
Merendeel van de maaltijden bevat vlees
Van de zeven hoofdmaaltijden die een week telt, geven Nederlanders aan dat 1,8 daarvan vegetarisch is. Vlees wordt gemiddeld bij 4,4 hoofdmaaltijden gegeten en vis bij 0,8. Daarmee was 25 procent van alle hoofdmaaltijden die in 2023 werden gegeten vegetarisch, 63 procent waren met vlees en 12 procent met vis.
Niet elke dag
5 procent van de Nederlanders eet helemaal geen vlees, 2 procent eet geen vlees maar wel vis (de pescotariërs), 2 procent eet geen vlees en geen vis (de vegetariërs) en 0,5 procent eet volledig plantaardig (de veganisten). Een eerder CBS-onderzoek over 2020 liet vergelijkbare cijfers zien.
Dat maakt dat 95 procent van de Nederlanders wel vlees eet. Al doet het merendeel van de carnivoren dit niet elke dag. Zo eet 22 procent van de Nederlanders vlees maar minstens drie dagen in de week een hoofdmaaltijd zonder vlees of vis (de flexitariërs). 43 procent eet een of twee dagen in de week een vegetarische hoofdmaaltijd. 31 procent gaf aan nooit een vegetarische hoofdmaaltijd te eten.
Zorgen om het klimaat
De zorg voor het klimaat is de meest genoemde reden om te matigen of te stoppen met het eten van dierlijke producten als hamburgers, spek en biefstuk. De kosten zijn ook een drijfveer om vlees zo nu en dan links te laten liggen. Tot slot komt het vaker voor dat een huisgenoot beperkt of geen vlees eet, wat als reden wordt gegeven om zelf ook te minderen.
Wie eten vegetarisch?
Vrouwen zijn vaker vegetariër, pescotariër of flexitariër dan mannen (31 tegen 23 procent). Mensen tussen de 25 en 35 jaar kiezen relatief vaak voor een vegetarische hoofdmaaltijd: 32 procent doet dit minstens drie keer per week of altijd.
Het CBS heeft ook gekeken naar het opleidingsniveau van vegetariërs. Daaruit blijkt dat 45 procent van de volwassenen met een universitaire opleiding altijd of minstens drie keer per week een vegetarische hoofdmaaltijd eet. Bij hbo-opgeleiden is dat 32 procent, terwijl het voor degenen met een (v)mbo- of havo-/vwo-opleiding 19 procent is.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in