‘Red het oerwoud’ is effectiever dan ‘stop met palmolie’, zien ze bij The Flower Farm

De palmolieteelt zorgt voor grootschalige ontbossing. Om die reden gebruikt The Flower Farm in zijn producten alternatieven voor palmolie. “Gaan we in dit tempo door met het kappen van bossen, dan verdwijnt tot 2030 een gebied van anderhalf keer Ierland.”

Flower Farm
Arjen van Strien is CEO van The Flower Farm. | Credit: Getty Images / The Flowerfarm

Palmolie is een geliefd ingrediënt. Het zit in shampoo, cruesli, margarine, pindakaas en nog veel meer. “Van alle verpakte producten in de supermarkt bevat meer dan de helft palmolie”, zegt Arjen van Strien, CEO van The Flower Farm. “Fabrikanten zijn er dol op. Ik snap dat wel. Palmolie is goed te gebruiken om producten een bepaalde structuur te geven, denk aan beter smeerbaar of juist stroperig. Het is neutraal van smaak, lang houdbaar en werkt in allerlei producten. In vergelijking met alternatieven is het ook nog eens goedkoop. In die zin is het een fantastisch product dat doet wat het moet doen. Alleen gaat het ten koste van het regenwoud. Dat is waar wij in beeld komen.”

Vraag groeit

De vraag naar palmolie groeit nog altijd, zegt hij. Gemiddeld met zo'n 4 procent per jaar. Als gevolg zal er nog meer natuur verdwijnen. “Als de vraag toeneemt, zal er ontbost worden. Dat kan niet anders. Gaan we in dit tempo door met het kappen van bossen, dan verdwijnt tot 2030 een gebied van anderhalf keer Ierland.”

Ontbossingswet

Wordt de situatie er met de komst van de Europese ontbossingswet niet beter op? Die schrijft voor dat producten die bijdragen aan ontbossing niet langer welkom zijn in EU-landen, om zo een einde te maken aan de kap van bossen en regenwouden. Van Strien: “De lobbykracht heeft al voor een jaar uitstel gezorgd, maar het is mooi dat die wet er komt. Tegelijkertijd is de praktijk weerbarstig. Hoe ga je zo’n wet controleren en handhaven in palmolie-producerende landen als Indonesië en Maleisië? Waar lokale boeren moeite hebben om rond te komen en overheden lang niet altijd meewerken?”

Duurzame palmolie?

Er bestaat wel zoiets als duurzame palmolie. Zo is er het keurmerk van de Roundtable on Sustainable Palm Oil, genaamd RSPO. Die geeft aan dat minstens 95 procent van alle palmolie in het product geteeld is volgens de duurzaamheidseisen van RSPO en traceerbaar is tot de bron. “Het is niet mijn doel om duurzame palmolie af te branden. Er wordt van alles geprobeerd om dingen beter te maken, en dat is goed. Het ding is alleen dat zo’n keurmerk wordt opgezet door belanghebbenden, namelijk producenten en verwerkers van palmolie. Het is verre van onafhankelijk.”

“Verreweg het grootste gedeelte van de 77 miljoen ton palmolie die in 2024 is geproduceerd, is niet duurzaam”, vervolgt van Strien. “Het kleine percentage - ik schat zo’n 15 procent - dat op een bewustere manier wordt gewonnen, komt vervolgens op de grote hoop terecht. Het wordt afgenomen door diverse partijen en verwerkt. Kortom: je kan nooit met zekerheid zeggen dat de palmolie in een bepaald product duurzaam is geteeld. Dat is onmogelijk.”

Indirect ontbossen

En de garantie dat er voor de palmolie niet wordt ontbost, snijdt ook geen hout. “Een onderdeel van zo’n keurmerk is dat er geen bos verdwijnt voor palmolieplantages. Vervolgens zie je dat vele hectares tropisch regenwoud worden platgebrand. Daar wordt dan een paar jaar een bepaald gewas verbouwd, waarna er alsnog een palmolieplantage wordt aangeplant. In zo’n scenario is er niet direct voor die plantage ontbost, maar indirect natuurlijk wel. Dan schiet het zijn doel voorbij. Overigens is er ook nog van alles aan te merken op de omstandigheden waarin boeren werken en de prijs die zij voor hun handel betaald krijgen. Ik ben dus kritisch op duurzaam geproduceerde palmolie, zoals je merkt.”

Alternatieven

The Flower Farm gebruikt in zijn producten alternatieven voor palmolie. Eén daarvan is sheaboter. Het wordt gemaakt van de vruchten van de Karitéboom, die groeien in West-Afrika. “Dat zijn wilde bomen die gewoon in de natuur staan. We hoeven dus geen plantages aan te planten. Aan de bomen groeien vruchten. Wanneer die rijp zijn, vallen ze vanzelf op de grond. De lokale bevolking raapt ze op en zamelt ze in. De vruchten worden vervolgens gedroogd, gekraakt, gewassen en verwerkt tot sheaboter. Wij kopen het in en verwerken het in onze producten.”

De bomen staan niet georganiseerd en dicht bij elkaar zoals bij plantages het geval is. Ze worden ook niet geboost met pesticiden om de productie te vergroten. De opbrengst per boom is niet enorm groot, erkent Van Strien. “De hele wereld kan morgen niet overstappen op sheaboter, want daar is gewoon niet genoeg van. Het is ook niet dé oplossing, maar een onderdeel van de oplossing. We gebruiken naast sheaboter ook andere plantaardige oliën, zoals zonnebloemolie en raapolie.”

Innovatie

Bij The Flower Farm houden ze innovaties nauwlettend in de gaten. No Palm Ingredients is zo’n innovatief bedrijf dat een alternatief voor palmolie probeert te produceren uit reststromen. “Als die oplossing gereed is, willen we dat natuurlijk testen in onze producten. Er lopen ook studies op algen die veelbelovend zijn. Als we morgen sheaboter kunnen vervangen door een alternatief dat nog minder belastend is voor het milieu, dan zullen we dat meteen doen.”

Oerwoud redden

Geen palmolie was lange tijd de boodschap van The Flower Farm. Inmiddels ligt de focus op het redden van het oerwoud. “Dat is het uiteindelijke doel. Het stoppen met palmolie is maar een middel. We merken dat die toon beter aanslaat. Het oerwoud redden, wie is daar nu tegen? Het werkt beter dan zeggen: stop met palmolie. Regenwouden hebben twee belangrijke functies. Enerzijds zijn het de longen van de aarde. Ze nemen CO2 op en stoten zuurstof uit. En dan is er de enorme hoeveelheid biodiversiteit. Het oerwoud is het huis van ontzettend veel verschillende soorten dieren en planten. Dat mogen we niet verliezen!”

Gehoor

De oproep vindt gehoor. Het bedrijf is een kleine vijf jaar bezig en heeft op het moment van schrijven 5.882.898 vierkante meter palmolieplantage bespaard. Bij supermarktketen Albert Heijn heeft het een marktaandeel van 13 procent. “We zitten in de snelst routerende margarine. Ons zwarte kuipje is één van de bestverkopende producten in die categorie.”

Hij ziet dat grote merken als Becel en Blueband ook aan het ‘ontpalmen’ zijn. “Doordat wij in zo’n categorie komen, zul je zien dat binnen een paar jaar die hele categorie palmolie vrij is. We zetten een nieuwe standaard neer. Daar moeten de grote jongens in mee, omdat de consument het anders niet accepteert. We maken direct impact, want we voorkomen boskap. We maken ook indirecte impact omdat we hele industrieën meetrekken in onze beweging. Wat we bij margarine doen, willen we ook bij andere productcategorieën doen.”

Broodbeleg, bijvoorbeeld. “We zitten in pindakaas en hazelnootpasta. Calvé en Nutella zijn grote merken die heel veel palmolie in hun producten stoppen. Daar gaan we naast staan met een palmolievrije variant. De vraag is dan wat ze gaan doen. Daar ben ik heel benieuwd naar. Later dit jaar gaan we een met een nieuw product een nieuwe categorie in. Welke dat is kan ik nog niet zeggen, maar het is een categorie waarin ontzettend veel palmolie wordt gebruikt. Op die manier willen we de markt uitdagen.”

Goed alternatief

Wanneer palmolie uit producten verdwijnt, is het wel de bedoeling dat er een beter alternatief voor in de plaats komt. Onderaan de streep is palmolie een efficiënt gewas. Er komt veel van één hectare af en voor de teelt worden niet al te veel pesticiden gebruikt.

“Een Becel of Blueband vervangt palmolie bijvoorbeeld door kokosolie. Daar schieten we eigenlijk niks mee op. Kokosolie is misschien wel net zo slecht als palmolie voor het milieu. Daar wordt ook voor ontbost. Hele mangroves moeten ervoor wijken. Qua gezondheid kun je er ook vraagtekens bij zetten. Kokosolie bestaat voor 90 procent uit verzadigde vetten. Dat maakt het geen goed alternatief.”

Volgens Van Strien is het veelal een kostenkwestie. “Kokosolie is vele malen goedkoper dan sheaboter. Wij zoeken dure oplossingen. Tegelijkertijd willen we de consumentenprijs niet hoger hebben dan dat van concurrenten. Wij maken duurdere producten die we tegen dezelfde prijs verkopen. We maken dus veel minder marge dan de Becels en Bluebands van deze wereld. Dat is een keuze. We zijn er niet om de meeste winst te behalen. We zijn er om het regenwoud te redden.”

Lees ook:

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu