Door intensieve landbouw, klimaatverandering en verstedelijking is het leven in de bodem sterk achteruitgegaan. Dat heeft gevolgen voor de opbrengst en de waterhuishouding. Dat zegt buitengewoon hoogleraar Wim van der Putten van de Wageningen Universiteit in een interview met het Friesch Dagblad.
Volgens Van der Putten spoelen voedingsstoffen sneller uit en zijn commerciële gewassen gevoeliger voor kou en droogte. Veel bodemorganismen zijn verdwenen door bemesting, bestrijdingsmiddelen en intensieve grondbewerking. Als het grotere bodemleven verdwijnt, heeft dat direct een negatief effect op de structuur. Planten groeien beter in open grond, omdat de wortels beter doordringen in de bodem.
Door gebruik te maken van zogeheten rustplanten als klaver en erwten verbetert het bodemleven en daarmee de bodemkwaliteit. Voor akkerbouwers levert het ook economisch voordeel op. De landbouwgewassen waarmee ze hun geld verdienen, zijn daarna sterker en minder gevoelig voor ziekten.
Vogelakkers
Uit een recent onderzoek naar de bodemkwaliteit in Flevoland bleek ook al een verminderde bodemkwaliteit. Terwijl de jonge bodem van de provincie geldt als de meest vruchtbare van Nederland. De oorzaken liggen onder meer in het gebruik van zware machines en oogsten in het natte seizoen.
In Flevoland, Groningen en op Texel is vorige maand een proef begonnen met zogeheten Vogelakkers. Het gaat om gemengd grondgebruik van braakliggend land en de teelt van luzerne, een gewas dat geschikt is als groen veevoer. Uit eerdere projecten in Groningen blijkt dat de bodemkwaliteit verbetert en de biodiversiteit toeneemt.
Bron: Friesch Dagblad, Natuurbericht, De Stentor | Foto: Geert Schneider, via Flickr Creative Commons (Cropped by Duurzaambedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in