RSPO Next, zoals de toevoeging heet, definieert geavanceerde criteria voor de productie van palmolie om ontbossing en de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. RSPO-leden kunnen zelf beslissen of zij de extra maatregelen willen toepassen om het RSPO Next-certificaat te behalen.
Hiermee speelt de RSPO naar eigen zeggen in op de vraag van leden die verder willen gaan met hun duurzame beloften.
Producenten die voor het RSPO Next-certificaat in aanmerking willen komen, moeten demonstreren dat minimaal 60 procent van hun plantages al aan de huidige RSPO-eisen voldoen. De huidige eisen stellen dat natuurlijke hulpbronnen en biodiversiteit behouden blijven en dat lokale gemeenschappen worden ondersteund.
Onbossing en uitstoot
De extra criteria die RSPO Next met zich meebrengt, verplichten producenten onder meer ontbossing te elimineren. Bedrijven mogen nieuwe plantages alleen ontwikkelen in gebieden waar de vegetatie en de bodem lage CO2-voorraden bevatten. Dit moet de CO2-uitstoot beperken. Verder mogen bedrijven geen veengronden gebruiken om palmolie op te verbouwen.
De producenten moeten daarnaast in al hun operaties, waaronder in fabrieken, de uitstoot van broeikasgassen terugdringen en regelmatig verslag doen van de status en vooruitgang. Verder is het gebruik van Paraquat, een pesticide die in de Europese Unie al enige tijd verboden is, onder RSPO Next niet toegestaan.
De nieuwe criteria stellen daarnaast dat de palmolie van RSPO Next-producenten transparant en traceerbaar moet zijn.
Kansen palmolie-industrie
In 2015 voorspelde Rabobank dat de wereldwijde vraag naar duurzaam gecertificeerde palmolie naar ongeveer 11 miljoen ton in 2020 stijgt. Dit leidt volgens de bank tot nieuwe kansen en uitdagingen voor de palmolie-industrie.
Bron: Roundtable on Sustainable Palm Oil | Foto: Aul Rah, via Flickr Creative Commons (Cropped by DuurzaamBedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in