Regenwormen, schimmels, aaltjes, mijten, springstaarten, bacteriën; al het leven in de bodem vormt één grote samenleving. In een natuurlijke situatie tenminste. Op uitgerangeerde landbouwgrond zijn in het begin wel grote overkoepelende groepen bodemleven aanwezig, maar ze hebben dan nog maar weinig met elkaar. Deze relaties hebben tijd nodig om te groeien, met een verbindende glansrol voor de schimmels.
Dat is het resultaat van onderzoek door een internationaal team onder leiding van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). De resultaten zijn gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift Nature Communications.
Graslanden
De onderzoekers ontdekten dat bij natuurherstel van graslanden, dat daarvoor in gebruik was als landbouwgrond, wel wat schort aan de onderlinge ‘relaties’. Eerste auteur Elly Morriën van het NIOO: “Daardoor vormt het nog geen goede voedingsbodem voor een biodiverse vegetatie.”
Als de natuur zich verder ontwikkelt, zie je nieuwe soorten verschijnen. Maar de overkoepelende groepen blijven hetzelfde en de verbanden ertussen worden sterker. “Net als bij de ontwikkeling van menselijke gemeenschappen: daar gaan mensen beter voor elkaar zorgen. In de bodem zie je dat organismen elkaars restproducten gaan gebruiken om aan genoeg eten te komen. Hierdoor kan de natuur voedingsstoffen zoals koolstof beter opslaan en gebruiken."
“Schimmels blijken bij natuurherstel een ontzettend belangrijke rol te spelen door de ontwikkeling van nieuwe netwerken in de bodem,” zegt Morriën. In landbouwgronden gaan de schimmeldraden onder andere kapot door het ploegen en daarom hebben daar de bodembacteriën de overhand. De onderzoekers bestudeerden een serie voormalige landbouwgronden van zes tot dertig jaar na de omschakeling naar natuur. Na het uit productie nemen zie je de rol van schimmels sterk toenoemen.
Voedselstromen
Door het ‘labelen’ van de koolstofatomen konden de onderzoekers ook de voedselstroom door het hele bodemecosysteem volgen. Zo maakten ze de bijbehorende functies van de organismen zichtbaar. Morriën: “Dit is nog nooit op zo’n grote schaal gekoppeld. Zo krijgen we eindelijk een scherp beeld van hoe een complete, ingewikkelde bodemgemeenschap werkt. En wie weet: Misschien kunnen we de schimmels wel helpen bij het maken van verbindingen, en zo de natuur sneller laten herstellen.”
Eerder hebben onderzoekers al naar de schimmelmassa gekeken, maar dat vertelt niet het hele verhaal. “Na zes jaar bestaat 10 procent van de massa uit schimmels, en 90 procent uit bacteriën. Toch blijkt dan al de helft van de koolstof – het voedsel dus – naar de schimmels te gaan, ontdekten we. En na dertig jaar leggen zij zelfs driekwart van de koolstof vast. Schimmels zijn dus echt erg actief in natuurlijke bodems.”
Het internationale team vergeleek de bodembewoners van graslanden uit heel Europa met elkaar. Morriën”: “Wereldwijd zijn er erg veel grasland-ecosystemen. Denk aan steppes, toendra’s, prairies en savannes.” In Nederland deden de NIOO-onderzoeksvelden op de Veluwe mee.
Bron: NIOO-KNAW | Headerfoto: NIOO-KNAW | intextfoto: Thapapong Sethpitak, Shutterstock
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in