Bodemorganismen in de natuur zetten het stikstofgas uit de lucht met alleen zonnewarmte om in voedingstoffen voor planten, terwijl kunstmestfabrieken voor hetzelfde proces ruim 1 procent van de wereldwijde energieproductie verbruiken.
“Natuurlijke systemen zijn veel en veel milieuvriendelijker dan het industriële proces om ammoniak te maken”, zegt Patrick Holland, chemieprofessor aan Yale. Onderzoek van Holland en zijn collega’s naar biologische enzymen, die stikstof uit de lucht vastleggen, heeft een katalysator opgeleverd die de natuur goed en efficiënt nabootst.
Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.
Opschalen en lokaal produceren
Drie procent van al het aardgas, of ruim 1 procent van het wereldwijde totale energieverbruik, gaat op in de productie van stikstofkunstmest. Vooral het breken van de sterke chemische binding van stikstofgas kost veel energie.
Bij hoge temperatuur en druk zetten industriële Haber-Bosch-reactoren het stikstofgas met waterstof om in ammoniak, de hoofdgrondstof van kunstmest. Dit proces is alleen op grote schaal te bedrijven, liefst op locaties waar veel fossiele energie beschikbaar is.
Met de nieuwe katalysator hoopt Holland compactere reactor te maken waarmee boeren tegen aantrekkelijke kosten op het eigen erf kunstmest kunnen produceren. Dat scheelt direct een groot aantal transportbewegingen.
Bron: Yale, C2W | Foto: Sir Mildred Pierce (header) & eutrophication&hypoxia (side), via Flickr Creative Commons (Cropped by Duurzaambedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in