Volgens Hoogeboom willen mensen graag gezonder eten, maar vinden ze het lastig om vol te houden. Vaak weten ze ook niet goed hoe ze lekker kunnen koken met peulvruchten, die doorgaans meer eiwitten bevatten dan groenten. “Het is moeilijk om eetpatronen te doorbreken.”
Groenten zijn gezond
“Experts laten zien dat voldoende groenten eten goed is voor je immuunsysteem. Je hebt minder kans op een chronische ziekte, hartziekte en beroerte. Ook hangt het eten van groenten samen met een lagere kans op darmkanker en een lager risico op diabetes type 2. Dat is allemaal wetenschappelijk aangetoond.”
Wat HAK nastreeft is verduiveld lastig: eetpatronen doorbreken. “Maar we willen dat niet belerend doen. We proberen aan te sluiten bij de recepten die grote groepen Nederlanders graag gebruiken. Gedragsverandering door aan te haken bij routines. De rol van HAK is om op een positieve manier te helpen om iedereen, en ook de groeiende groep flexitariërs, gezonder te laten eten.”
Maaltijden zonder vlees populair
Dat betekent in de praktijk dat HAK meer is dan ‘groenten in een glazen pot’, wat een traditioneel onderdeel was van het befaamde Nederlandse menu van ‘aardappelen, groenten, vlees’. “Dat is nog steeds de maaltijd die het vaakst op het menu staat, maar wel minder dan vijf tot tien jaar geleden. Het menu is duidelijk aan het veranderen en wordt gevarieerder”, aldus Hoogeboom.
Vooral de jongere doelgroep in de grote steden zijn afgestapt van het traditionele eetpatroon. “Pasta, Mexicaans, soepen. Het is veel diverser geworden.” HAK sluit daarop aan door niet alleen een glazen pot met groenten voor chili con carne (letterlijk ‘bonen mét vlees’) in het supermarkt schap te zetten, maar ook een moderne stazak-verpakking met groenten voor de chili sin carne (‘bonen zónder vlees’). Want de vraag naar maaltijden zonder vlees is volgens Hoogeboom groeiende.
Minder vaak vlees eten is om twee redenen belangrijk, zegt de HAK-directeur: “De missie van HAK hangt samen met gezondheid, maar ook met het klimaat. De transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten is goed voor de gezondheid van de mens, maar levert gezien de huidige grote impact van de intensieve veeteelt ook minder belasting op voor de planeet.”
Biologische landbouw
HAK is gevestigd in de Noord-Brabantse gemeente Giessen en levert in de Benelux en Duitsland. “We streven ernaar om 85 procent van de groenten te betrekken van telers binnen een straal van 125 kilometer. En dat lukt ook. Alleen voor peulvruchten is het vaak lastiger. Bruine bonen is geen probleem, maar kidneybonen en kikkererwten gedijen niet zo goed in Nederland. Ik moet zeggen gedijden. Want inmiddels groeit na jaren van experimenteren 25 procent van onze kidneybonen op de volle grond in Nederland.”
Volgens de Green Deal, waarmee eurocommissaris Frans Timmermans Europa in 2050 klimaatneutraal beoogt te krijgen, moet 25 procent van de Europese landbouw biologisch worden. “Wij hebben samen met telers onderzocht of we niet in één keer volledig op biologisch landbouw zouden kunnen overgaan. Maar dat bleek niet realistisch. We stuitten op een aantal problemen op het gebied van beschikbaarheid en kwaliteit van de landbouwgrond. Zo staat tegenover de hogere prijzen, die biologische producten opleveren, een hogere oogstonzekerheid waardoor volledig overstappen te grote risico’s zou opleveren. Daarnaast zorgt klimaatverandering voor meer kans op schimmels en ziektes, die de uitdaging op korte termijn nog groter maken.”
On the way to PlanetProof
Maar als het niet in één keer lukt, dan kan het wel stapsgewijs, stelt Hoogeboom. Stichting Milieukeur heeft met steun van een aantal belangrijke partijen, waaronder Greenpeace, een onafhankelijke certificering op poten gezet: ‘On the way to PlanetProof’. Om bodemgesteldheid en biodiversiteit te bevorderen, volgen de boeren een bepaald teeltschema. “HAK heeft zich daarbij aangesloten. Sinds 2019 voldoet onze rode kool aan het ‘PlanetProof’-keurmerk. Vervolgens hebben we een streep in het zand gezet: de zomergroente van 2021 zou de laatste moeten zijn, die niet volgens het keurmerk wordt geteeld.” Inmiddels is 40 procent van het totale areaal aan landbouwgrond waar HAK gebruik van maakt gecertificeerd.
Ook de PlanetProof-teelt is duurder dan de traditionele teelt. “Het is 10 procent duurder om op de nieuwe duurzame manier rode kool te verbouwen”, legt Hoogeboom uit. “De kosten zitten onder meer in de certificering en extra administratie, maar ook bijvoorbeeld in het gebruik van groene gewasbeschermingsmiddelen.”
Die extra kosten betaalt HAK aan de telers. HAK rekent die meerkosten op zijn beurt weer door aan de supermarkten. “Het resulteert in de praktijk in een consumentenprijs die 5 tot 7 eurocent per pot hoger ligt. Al mogen wij als HAK geen invloed uitoefenen op de consumentenprijs. Daar beslissen de supermarkten zelf over. Voor die paar centen heb je een beter en duurzamer product met een enorme maatschappelijke meerwaarde.”
Hoogeboom wijst erop dat veel boeren door de grootschalige en intensieve teelt in een spel terecht zijn gekomen van hoge volumes en lage marges. Efficiency en gewasbescherming - middels pesticides - zijn dan het antwoord. “Desondanks draait de gemiddelde teler een heel laag rendement. Met een zeer nadelige milieu impact. Dit is dus niet vol te houden voor de teler én voor de planeet.”
Hoogeboom vindt dat akkerbouwers een hogere vergoeding verdienen als ze het roer omgooien en duurzamer gaan werken. “Johan Remkes zei het mooi bij de presentatie van het stikstof-rapport: je kan een boer niet vragen groen te telen als hij rood staat.”
True pricing
HAK wil daarom telers helpen naar hoogwaardigere gewassen. “We moeten veel meer naar ‘true pricing’. Een grote pot rode kool van 750 gram kost 59 eurocent. Dan weet je dat iemand tekort komt in de keten. De teler namelijk. En de planeet. En eigenlijk ook de consument, die naar mijn mening niet het beste en meest duurzaam geteelde product krijgt.”
Hoogeboom komt dan bij de hamvraag: wie gaat duurzamere teelt uiteindelijk betalen? “Ik doe een oproep aan consumenten om vaker voor lokale biologische of ‘On the way to PlanetProof-producten te kiezen en iets meer te betalen. Want als we het akkoord van Parijs willen halen, dan zullen we toch iets moeten doen.”
De overheid moet de consument ook een handje helpen om de juiste keuzes te maken, vindt Hoogeboom. “Als gecertificeerde teelt in een lagere BTW-categorie zou vallen, dan hoeft de consument niet meer te betalen voor gezonde en klimaatvriendelijkere keuzes.” De iets lagere BTW-inkomsten voor de overheid zijn dan goed te verantwoorden. “Wat je er voor terugkrijgt is een gezondere bevolking en een lagere belasting van de planeet. Dat betaalt zich dubbel en dwars uit.”
Dit artikel verscheen eerder in het Change Inc. magazine van december.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in