Vegafish heeft een methode ontwikkeld waarin kweekgarnalen een mengsel te eten krijgen van bacteriën, gist en algen. De mix levert zoveel proteïne, dat het gebruik van vismeel als voedingsstof niet nodig is. In de samenwerkingsovereenkomst kweekt en levert Vegafish de garnalen. Findus is verantwoordelijk voor de verwerking en verkoop.
De biofloc-methode van Vegafish is een zelfreinigend, duurzaam systeem. Vismeel in traditionele kweek zakt grotendeels onopgegeten naar de bodem. Afgezien van de verspilling, leidt dit tot watervervuiling. De vervangende bacteriën uit het Vegafish-mengsel leven zelf van de uitwerpselen van de garnalen.
Schoon water maakt de dieren minder vatbaar voor ziekten en parasieten. Volgens Vegafish levert biofloc een tien tot veertig keer hogere opbrengst.
Marktintroductie
Ook bij de kweek van de micro-organismen werken beide bedrijven nauw samen. Eind juli opent Vegafish het eerste biofloc-kweekbassin bij de Zweede stad Bjuv. De kwekerij op land gebruikt de restwarmte van een nabijgelegen fabriek van Findus Group voor de verwarming.
De eerste faciliteit heeft een oppervlakte van 3.000 vierkante meter, en moet zo'n 300.000 tijgergarnalen per oogst opleveren. De eerste duurzame schaaldieren komen in het najaar op de Zweedse markt voor restaurants. Later volgt de consumentenmarkt. Als het concept aanslaat, wil Findus de garnalen ook exporteren.
De samenwerking is vooralsnog uniek in de vissector. Verschillende bedrijven hebben al interesse getoond in het biofloc-principe. Findus is het eerste concern dat met de Zweedse start-up in zee gaat. De landbased-garnalenkweek betekent volgens Vegafish ook dat het principe bespaart op transportkilometers. Het bedrijf kan de bassins overal neerzetten.
Bron: UndercurrentNews, The FuturesCentre | Foto: Håkan Dahlström, via Flickr Creative Commons (Cropped by Duurzaambedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in