Binnen de Duurzame Zuivelketen, een collectief van zuivelondernemingen, zijn doelen voor 2030 afgesproken om de zuivelsector duurzamer te maken. De centrale thema’s daarbij zijn de toename van hernieuwbare energie, het verbeteren van dierenwelzijn, het behoud van weidegang en van biodiversiteit. De onderzoekers van de WUR gebruikten de doelen om Nederlandse melkveehouderijen te beoordelen op hun mate van duurzaamheid.
Duurzaamheid loont
De groep best scorende melkveehouderijen werd vervolgens financieel vergeleken met de minder duurzame bedrijven. Daaruit bleek dat een duurzaam bedrijfsmodel ook economisch loont. De best scorende bedrijven maken minder kosten per 100 kilogram geproduceerde melk (2,56 euro minder). Grotendeels komt dat door lagere kosten voor veevoer en mestafzet. Ook liggen de opbrengsten van de melk hoger; 3,30 euro per 100 kilogram productie. Volgens de WUR kan dat worden verklaard doordat consumenten bereid zijn om meer te betalen voor milieubewuste producten. Veel van de duurzame melkveehouderijen hebben het On the way to PlanetProof-keurmerk, wat een reden kan zijn voor winkelgangers om het product uit de schappen te pakken.
Oudere boeren
De resultaten van het onderzoek laten zien dat de best scorende boeren veelal ouder zijn dan 45 jaar. Hun rijke ervaring speelt volgens de onderzoekers mee in de transitie naar een milieubewuster bedrijfsmodel. Doordat ze meer dienstjaren hebben dan jongere boeren, hebben ze hun vakmanschap kunnen ontwikkelen en daardoor kunnen inzoomen op de duurzaamheid van hun bedrijf. Naar verwachting zijn jongere boeren juist meer bezig met het groeien van een onderneming, en minder met het optimaliseren en verduurzamen ervan.
Milieubewuster
Klimaatverandering als thema gaat steeds meer leven onder Nederlandse boeren. Uit een enquête van Nieuwe Oogst in opdracht van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) blijkt dat ruim de helft van de boeren wil investeren in duurzame energie op eigen terrein. Boeren merken steeds vaker de effecten van weersextremen zoals droogte, neerslag en aanhoudende hitte. Ook willen ze niet langer de dupe zijn van fluctuerende energieprijzen en willen ze met hernieuwbare energie hun huishoudboekje omlaag kunnen brengen.
“Veel boeren merken dat hun bedrijf verandert en ondernemen actie om hun bedrijf aan te passen. Ik ben blij dat zoveel boeren ook kansen zien om hun bedrijf te versterken met duurzame energie en -besparing. Er zijn mooie kansen voor samenwerking tussen boeren en de duurzame energiesector. Het is belangrijk dat de overheid meehelpt om belemmeringen weg te nemen, zodat boeren deze bijdrage aan de energietransitie volop kunnen leveren,” zegt Olof van der Gaag, voorzitter van de NVDE.
Duurzaam zijn, duurzaam worden
In dat licht zou het feit dat duurzame melkveeboeren economisch beter presteren een extra motivatie kunnen zijn voor traditionele melkveehouderijen om hun bedrijfsmodel te verduurzamen. Toch geven de WUR-onderzoekers aan dat het weliswaar loont om duurzaam te zíjn, maar misschien niet om duurzaam te wórden. Volgens het onderzoek betekent de transitie naar een duurzaam bedrijfsmodel bijvoorbeeld dat er minder dieren per vierkante meter gehouden kunnen worden, wat initieel economische effecten met zich mee zal brengen. Boeren die op dit moment een duurzame praktijk hebben, hebben daar de afgelopen decennia stapsgewijs naartoe gewerkt. Naar verwachting zullen jonge boeren op dit vlak dus een financiële stimulans nodig hebben om de eerste fase door te komen.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in