In het Flevolandse Lelystad heeft Dennis van de Weerd 80 hectare aan biologische landbouwgrond. Hiervan is het grootste gedeelte, 25 hectare oftewel 50 voetbalvelden, bestemd voor pompoenen. Het zijn veelal perfecte, feloranje pompoenen die zo een hoofdrol kunnen spelen in een Halloween-horrorfilm.
Er worden veel eisen aan de groente gesteld voordat distributiecentra ze willen kopen.
Deze pompoenen zijn niet zomaar zo perfect: er worden veel eisen aan de groente gesteld voordat distributiecentra ze willen kopen. Deze eisen worden vastgesteld in nationale productboeken, in reguleringen van de Europese Unie, en indirect door de vraag van de consument. Boeren moeten zich houden aan de kwaliteitseisen die de koper stelt. “Dit is hoe de markt werkt”, zegt Van de Weerd.
Cosmetisch
Maar als dat is hoe de markt werkt, dan heeft dat onvoorziene gevolgen. Een onderzoek van Britse wetenschappers toonde recent nog aan dat 30 tot 50 procent van al het voedsel in Europa wordt weggegooid. Wereldwijd is dat volgens de voedsel- en landbouworganisatie FAO elk jaar 1,3 miljard ton voedsel, ruim een derde van de jaarlijkse voedselproductie.
870 miljoen mensen wereldwijd hebben niet genoeg te eten.
In Nederland gaat het om 3,2 miljoen ton kilogram voedsel per jaar. De verspilling treedt daarbij op in elke stap van de keten. Volgens het voormalige ministerie van LNV gaat bij de productie 40 procent verloren, bij verwerking en transport 21 procent en in supermarkten en horeca 13 procent. De rest (26 procent) zit bij de consument. Europese onderzoeken geven vergelijkbare getallen. Daarbij wordt niet alleen het voedsel verspild, ook energie, arbeid, productie en landbouwgrond gaan verloren.
Tegelijkertijd hebben 870 miljoen mensen wereldwijd niet genoeg te eten. Volgens de FAO eist honger elk jaar meer doden, dan AIDS, malaria en tbs samen.
Producteisen
Waardoor komt die verspilling? We beginnen bij het begin: de boer. Een veelgehoorde klacht is dat boeren veel voedsel weggooien – niet omdat de appel oneetbaar zou zijn, maar omdat er een vlekje op zit. Daar zijn vele varianten op: de komkommer is niet recht genoeg. De aardappel is te klein. De bloemkool te geel. Het distributiecentrum of de supermarkt wijst dit soort groente en fruit onherroepelijk af. Zij wijzen op hun beurt naar de consument die hoge eisen heeft ontwikkeld. De gemiddelde Nederlander wil geen appel met een vlekje, zo is de veronderstelling. Of de consument het zou accepteren als er eens een minder mooie tomaat tussen zou liggen, is nooit onderzocht.
De komkommer is niet recht genoeg.
Voor zijn Halloween-pompoenen begrijpt Van de Weerd de regels: “De eisen gaan voor pompoenen vaak om de kwaliteit van het product. Maar voor veel andere producten om het uiterlijk, dat is jammer. In het geval van pompoenen kan de verspilling worden verminderd als het product beter wordt. Dit ligt dus in onze eigen handen.”
Maar Van de Weerd beaamt dat uiterlijk een rol speelt bij sommige groenten. “In sommige gevallen vind ik dat de eisen wel versoepeld mogen worden, bijvoorbeeld voor aardappelen. Hier gaat het vaak niet om kwaliteit, maar om uiterlijk. Als de aardappel te klein is voor de toegestane eisen, betekent dit niet dat de smaak er minder op is.”
Distributie
Als distributeur koopt The Greenery de producten van de boeren en stelt hiervoor eisen aan de kwaliteit en het uiterlijk van het voedsel. Het is de tweede stap in de voedselketen. The Greenery werkt samen met zo’n 1.000 groente- en fruittelers en levert de producten aan supermarktketens, groothandelaren, cateraars en de verwerkingsindustrie. Met een omzet van zo’n €1,7 mrd is The Greenery niet alleen in Nederland een grote speler, maar ook in Spanje, België, Italië, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten en Polen.
Volgens The Greenery valt de verspilling aan het begin van de voedselketen allemaal wel mee. “Er gaat tegenwoordig nog weinig verloren, omdat we zaden hebben van bijvoorbeeld komkommerrassen die bijna alleen maar rechte komkommers produceren,” aldus Suzanne Labots, persvoorlichter bij The Greenery. “De enkele komkommers die er verkeerd uitkomen, worden door de boeren verkocht aan bedrijven die het product kunnen verwerken. Het product vindt in alle gevallen een nieuwe bestemming.”
En dat zegt ook Van de Weerd. Pompoenen kunnen worden verwerkt in bijvoorbeeld sappen en salades. Dit betekent soms wel dat Van de Weerd twee weken lang pompoenen moet verzamelen om tot een noemenswaardig aantal te komen. “Verwerkingsbedrijven moeten ze wel willen opkopen,” constateert hij. Hoeveel pompoenen hij uiteindelijk verspilt houdt Van de Weerd niet bij: “Vaak wordt vijf tot tien procent uitgesorteerd, maar dit hou ik niet op de kilogram bij.”
Lees verder in deel 2 van 'De perfecte pompoen en de arme aardappel'
Foto: Jazzijava via Flickr.com
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in