Dat schrijft BN De Stem dinsdag.
Goris van Beijsterveld, melkveehouder met 170 koeien en een grondbedrijf, werkt sinds 2014 mee aan de pilot van Waterschap Brabantse Delta. Daarbij haalt het waterschap het slootvuil uit de watergangen rondom de percelen van Van Beijsterveld, in totaal ruim vijf kilometer lang.
Het slootvuil, dat bestaat uit plantaardig afval dat vrijkomt bij onderhoudswerkzaamheden aan oppervlaktewater of de waterkant, wordt samen met maaiafval op het land van de boer op een grote hoop gegooid.
Duurzame bemesting
Deze hoop wordt gecomposteerd en in het voorjaar onder de grond gestopt. Tijdens het composteerproces wordt onkruid uit het slootvuil afgebroken. Met het organisch materiaal dat overblijft, kan de boer 9 van zijn 130 hectare land bemesten.
De verrijkende compost heeft een meerwaarde voor zijn akkers, zegt Van Beijsterveld tegen BN De Stem. Zo voorkomt de compost verschraling van de bodem, waarbij er minder voedingsstoffen in de bodem komen. Daardoor heeft de boer minder kunstmest nodig.
Daarnaast spoelt deze compost niet van de akkers af naar het grondwater, zoals bij kunst- of drijfmest, een mengsel van vaste mest en vloeibare mest, wel het geval kan zijn.
Kleine kringloop
De samenwerking levert ook voor Brabantse Delta voordeel op. Voorheen bracht het waterschap het slootvuil naar een composteerbedrijf in Biezenmortel. “Die kosten kun je nu dus van de rekening schrappen. Het is nu een kleine kringloop. Sloten schoonmaken, het materiaal bij de bron opslaan”, zegt Van Beijsterveld tegen BN De Stem.
De kosten voor verspreiding van de compost over het akkerland komen op rekening van Brabantse Delta. Ook neemt het waterschap de bijbehorende werkzaamheden, zoals het bijhouden van de hoofdwatergangen, op zich.
Bron: BN De Stem | Foto: Frank Terpoorten, via Flickr Creative Commons (Cropped by DuurzaamBedrijflseven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in