Bijen leveren ook een enorme bijdrage in ecosystemen. Wanneer bijen aan het bestuiven slaan, is dit voordelig voor de natuur. Meer dan 85 procent van de wilde planten is afhankelijk van bestuivers. Op deze manier bevorderen bijen de biodiversiteit van bloemen, planten en dieren.
Het gaat niet goed met de bij
Bijen zijn dus van grote waarde. Toch verkeren de kleine bestuivers in problemen. “Ze hebben het zwaar”, zegt Thomas van de Beek. Hij is onderdeel van The Pollinators, een beweging die zich inzet voor het welzijn van bestuivende insecten. Dat het slecht gaat met de bij, komt volgens Van de Beek door een cocktail van oorzaken. “Klimaatverandering speelt zeker een rol. Verstedelijking ook, denk aan minder groen en het verstenen van tuinen.” Als mensen hun tuin al verfraaien met planten, zijn deze vaak niet geschikt voor bijen. Van de Beek: “De planten die in trek zijn, komen vaak oorspronkelijk niet hiervandaan. Ze hebben maar weinig waarde voor insecten. Leuk zo’n palmboom, maar de bij heeft er niks aan.”
In de stedelijke omgeving komen bijen in de problemen, maar ver daarbuiten ook. Zo hebben bijen last van de grootschalige landbouw. “Met name de monocultuur, enorme velden met gewassen van één soort. Soms hebben deze gewassen helemaal geen bestuiving nodig, dan is er ook geen voedsel te vinden voor de bijen”, licht Van de Beek toe. “Soms is de bestuivingsperiode heel kort, zoals bij koolzaad. Staat het in bloei, dan kunnen bijen heel kort snacken. De rest van het jaar is er niks te halen en is het platteland voor bijen net een woestijn.” Het gebruik van bestrijdingsmiddelen op het land maakt de situatie er niet beter op. “Alle onderzoeken wijzen uit dat pesticiden funest zijn voor veel bijensoorten. Trouwens, ook voor veel andere dieren. Maar die bestrijdingsmiddelen zijn nog steeds verkrijgbaar en worden op grote schaal gebruikt”, aldus Van de Beek.
We kunnen de bij helpen
Van de Beek wil mensen vooral niet de put in praten. “Het is nog niet te laat! We kunnen echt nog wel wat doen.” Om de bij te helpen, organiseert Van de Beek met The Pollinators de nationale zaaidag. “Het idee is dat we de bij gaan bijvoeren. Op 22 april zaaien we met tienduizenden mensen tegelijk in tuinen en op balkons speciaal bloemzaad in. Dit bloemzaad kunnen mensen gratis aanvragen en ophalen. Hoe meer mensen meedoen, hoe meer de bijen te eten hebben”, zegt van de Beek. Het initiatief is vooral bedoeld voor particulieren, maar ook bedrijven kunnen meedoen. “Als kantoren een tuin of dakterras hebben waar gezaaid kan worden, graag! Er doen ook zo’n 300 scholen mee met de zaaidag. Daar worden bloemzaden uitgedeeld aan de leerlingen.”
Het moment van de zaaidag komt niet uit de lucht vallen. “Het is zo’n beetje het begin van het zaaiseizoen. In maart is het vaak nog net te koud, maar in april kan er gezaaid worden”, legt Van de Beek uit. “De maanden mei en juni zijn trouwens ook geschikt.”
“Topzaad”
Het succes van de zaaidag valt of staat met de kwaliteit van het bloemzaad. “Erg belangrijk”, benadrukt Van de Beek. “Wij delen topzaad uit, vol met inheemse soorten. Alle wilde bloemen in de mix komen hier van nature voor, zoals kamille, korenbloem, veldkruid, wilde marjolein. Door de verschillende zaden is het een verrassing welke bloem uit welk zaadje komt, en welke bijtjes er vervolgens op afkomen.”
De zadenmix is helaas niet goedkoop om te produceren. Maar op de zaden moet je niet besparen, vindt Van de Beek. “Veel bloemzaad wat wordt verkocht in de tuincentra komt helemaal niet uit deze omgeving. Die hebben het potentieel om de biodiversiteit te verstoren in plaats van te herstellen. Ondanks een goede bedoeling kun je dan toch nog het verkeerde doen. Dat willen we voorkomen.”
De impact van bedrijven
Bedrijven kunnen de nationale zaaidag financieel steunen en op die manier helpen. Van de Beek ziet ook andere mooie acties ontstaan. “Bouwbedrijf Heijmans is druk met natuurinclusief bouwen. Wanneer zij een nieuwe woonwijk opleveren, werken ze een hele checklist af. Ze zorgen ervoor dat de groenvoorzieningen bijvriendelijk zijn aangelegd en richten nestelplekken voor insecten in.” Ook energiebedrijf Greenchoice denkt tijdens de bouw van zonneparken aan de bij. “Er zijn manieren om zo'n gebied zo in te richten dat het voordelig is voor de beestjes, de bestuivers en de bodem. Zonnepanelen kunnen bijvoorbeeld wat verder uit elkaar worden gezet, zodat er nog ruimte is voor begroeiing”, schetst Van de Beek. De Bijenkorf is nog zo’n voorbeeld. De daken van de winkelketen moeten allemaal groen worden en geschikt voor de bij.
Alle beetjes helpen
Zowel particulieren als bedrijven kunnen dus hun steentje bijdragen om de bijen en andere bestuivers te helpen. En dat is precies het doel van The Pollinators, zegt Van de Beek. “Hoe meer mensen zich aansluiten bij onze beweging, hoe beter. Meedoen kan al op een heel laagdrempelige manier, namelijk door bloemzaad te zaaien op 22 april.” Door dit initiatief bij veel mensen te introduceren, hoopt van de Beek dat het netwerk van The Pollinators groter wordt. “Hoe groter we zijn, hoe meer impact we kunnen maken op de leefomgeving van bestuivende soorten. Dat willen we uiteindelijk bereiken.”
Meer lezen over bijen?
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in