Dat blijkt uit de Monitoring integraal duurzame stallen 2016 Integraal duurzame stallen zijn stal- en houderijsystemen die voldoen aan de richtlijnen van verschillende keurmerken en voorschriften, zoals biologische veehouderij, de Maatlat Duurzame Veehouderij, Milieukeur en het Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming.
De integraal duurzame stallen en houderijsystemen verbeteren het dierenwelzijn door de toepassing van maatregelen die verder gaan dan de wettelijke welzijnsnormen en die daarnaast ten minste voldoen aan andere maatschappelijke randvoorwaarden en wettelijke eisen voor milieu, diergezondheid en arbeidsomstandigheden, en die economisch haalbaar zijn.
Duurzame stallen
Voor eind 2015 (peildatum 1 januari 2016) moest van het ministerie van Economische Zaken minimaal 12 procent van de rundvee-, varkens- en pluimveestallen integraal duurzaam zijn. Uit de Monitoring Integraal duurzame stallen 2016 blijkt dat deze hoeveelheid met 13 procent is behaald.
Van de pluimveestallen in Nederland was op 1 januari 2016 22 procent integraal duurzaam, voor varkens en rundvee was dat respectievelijk 24,5 en 7,6 procent.
Beter Leven-keurmerk
Vorig jaar lag het aandeel integraal duurzame stallen op 1 januari op 11,3 procent. Volgens de monitor is deze toename vooral te danken aan de groei in stallen volgens de richtlijnen van de Maatlaat Duurzame Veehouderij en het Beter Leven-keurmerk.
De ambitie van Economische Zaken voor het percentage integraal duurzame stallen voor 2016 is 14 procent.
Bron: Monitoring integraal duurzame stallen 2016 | Foto: public domain
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in