JCDecaux: duurzame buitenreclame gaat verder dan zonnepanelen op bushokjes

Het regent de afgelopen tijd weer nieuwsberichten over abri’s die zonnepanelen of groene daken krijgen. Voor JCDecaux een beetje oud nieuws, want de reclame-exploitant is daar al jaren mee bezig. Zo plaatste het in 2018 al een groen dak op een abri in Breda en begon het in 2020 al met het plaatsen van tramhaltes met een groen sedumdak én een verticale groene wand in Amsterdam (samen met de gemeente Amsterdam en Amsterdam Rainproof) en Arnhem. Het opgevangen water wordt opgeslagen in een reservoir en is later weer beschikbaar voor de plantjes. Goed voor de biodiversiteit en schone lucht, voor de vergroening van steden, tegen hittestress en voor de klimaatadaptatie bij droogte en stortbuien. In Eindhoven won het bedrijf onlangs de aanbesteding voor vrijstaande reclamevitrines met objecten met zonnepanelen. Die zitten geïntegreerd in de zuil en leveren een groot deel van de benodigde elektriciteit voor verlichting, koeling en digitale technieken.

10 procent minder CO2 per vierkante meter reclame-uiting

“Maar onze duurzaamheidsparagraaf gaat veel verder dan alleen dat”, zegt technisch directeur Allard Pit van JCDecaux Nederland. ,,Eind dit jaar maken we wereldwijd alleen nog maar gebruik van hernieuwbare energiebronnen voor onze energieconsumptie. Wij kijken naar de hele keten. Ons wereldwijde doel voor 2030 is om over die hele keten onze carbon footprint met 10 procent te verlagen. Dat geldt ook voor Nederland. Dat vertalen we bijvoorbeeld naar 10 procent minder CO2-uitstoot per vierkante meter reclame-uiting. Dat gaat in tonnen. Het zou een enorme prestatie zijn om dat in 2030 te bereiken, omdat het een integrale doelstelling is.” Onder die aanpak valt namelijk niet alleen de verduurzaming van abri’s en reclamezuilen (mupi’s). Ook zaken als afval-, water- en energiemanagement, de hoeveelheid inkt op de posters en wagenparkbeheer bepalen hoe klimaatvriendelijk een mediabedrijf is.

Lees hier meer over de duurzame missie van JCDecaux

ESG steeds belangrijker

Het van oorsprong Franse JCDecaux is het grootste bedrijf ter wereld in buitenreclame en stadsmeubilair, ook in Nederland. Pit is voor JCDecaux Nederland verantwoordelijk voor onderhoud, reparatie en installatie van alle bushokjes, reclamezuilen en ander stadsmeubilair waar met digitale uitingen of posters reclame wordt gemaakt. Daaronder valt ook duurzaamheid en ESG (milieu, maatschappij en governance). Dat doet hij met een ploeg van 110 medewerkers, verdeeld over drie regio’s in heel Nederland. Sinds de ondertekening van het klimaatakkoord van Parijs is het bedrijf bezig met een duurzame transitie op alle vlakken.

Gemeenten eisen duurzamere reclame

“Onze oprichter Jean Claude Decaux heeft zelf het succesvolle fietsdeelplan in Parijs geïntroduceerd, dat nu in diverse steden loopt. Duurzaamheid zit dus in ons dna,” zegt Pit. ,,We zitten nu in een digitale transitie. Ook de duurzaamheidsparagraaf krijgt een enorme technische versnelling. Dat vind ik supergaaf.” Het bedrijf is bij aanbestedingen vaak afhankelijk van gemeentes. Vroeger wonnen reclamebedrijven die tenders puur op prijs, maar tegenwoordig spelen ook klimaat en milieu een rol. “Bij aanbestedingen druppelen langzamerhand de randvoorwaarden van duurzaamheid vanuit het klimaatakkoord van Parijs door. Dat betekent dat de duurzaamheidsparagraaf steeds strenger en actueler wordt, maar je ziet wel dat de steden daar verschillend in optrekken. De ene stad is daar veel progressiever in dan de andere. Met name Amsterdam is daar heel progressief en actief in”, zegt hij.

Elektrisch wagenpark

Het doel van 10 procent minder CO2-uitstoot in 2030 is opgebouwd uit een groot aantal verschillende componenten. JCDecaux focust daarbij op de hele keten, intern en extern. Waar komt je materiaal vandaan? Hoe duurzaam is het wagenpark? “We zitten bijvoorbeeld midden in een transitie van ons wagenpark van diesel en benzine naar elektrisch. Een groot deel van onze auto's rijdt al elektrisch. Momenteel gaan onze bussen naar elektrisch. De derde stap is dat ook onze vrachtwagens elektrisch of op waterstof gaan rijden, alleen is de markt nog niet zover”, zegt Pit.

Energiemanagement

Op het gebied van energiemanagement zit JCDecaux midden in een retrofit-programma, waarbij alle abri’s worden uitgerust met zuinige LED-verlichting. Daarnaast wordt gekeken of 24 uur verlichting wel nodig is. “Niet op alle plekken hoeven abri’s of reclamezuilen dag- en nacht te branden. Het is dus denkbaar dat je op sommige plekken de verlichting gaat dimmen of aan- en uitzet. Dat kan niet overal. We zijn er niet alleen voor de adverteerder. We zijn er ook voor de leefbaarheid van de steden. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat ‘s nachts in het centrum van Amsterdam de lampen uitgaan op abri’s”, legt Pit uit. JCDecaux kan de abri’s via een energieprogramma dimmen of aan- en uitzetten. Daarnaast is het bedrijf een energiemanagement programma aan het uitrollen dat real-time het energieverbruik van al het straatmeubilair kan aflezen. Zowel voor de koeling als de verlichting.

Afval- en watermanagement

Afval is een ander onderdeel van het duurzaamheidsbeleid. Nu al wordt 90 procent van het afval ingezameld, hergebruikt en gerecycled. Dat afval bestaat onder meer uit posters die terugkomen en materialen en onderdelen van abri’s en zuilen. Zo worden metalen altijd verschroot en hergebruikt. Dat wordt via certificeringen gegarandeerd door de afnemer. Voor het reinigen en wassen van zijn straatmeubilair gebruikt JCDecaux al jaren osmosewater. Dat is gedemineraliseerd water, zonder lood, kalk, of andere verontreiniging, waarbij geen chemicaliën of schoonmaakmiddelen nodig zijn. Dat water kent daardoor geen afval. Regenwater van de bushokjes wordt opgevangen in waterreservoirs, tanks van 100 tot 140 liter. Dat is bedoeld voor de planten op de verticale groene wanden.

Biobased materialen

JCDecaux is ook bezig met fundatieonderzoek, waarbij het olifantsgras wil gebruiken als alternatief voor de wapening in het beton dat voor de abri’s wordt gebruikt. Nu is die wapening van staal. Dat roest, kost veel energie om te maken en is lastig om te hergebruiken. Diverse grassoorten of bamboe kunnen als alternatief dienen. De vraag is alleen of die sterk genoeg zijn. Wel past het bedrijf al biobased materialen toe in diverse abri’s zelf. Bijvoorbeeld in dakpanelen, waar aluminium is vervangen door biobased materialen.

Lees hier meer over de toepassingen van olifantsgras

Groene stroom

In de hele toeleveringsketen stelt JCDecaux eisen aan zijn leveranciers. Dus geen kinderarbeid, geen discriminatie, maar ook op het gebied van duurzaamheid van materialen en energiebronnen. Die moeten voldoen aan de hoogste eisen. Zo koopt het bedrijf geen grijze energie meer in, maar 100 procent groene stroom. Bij voorkeur lokaal. “Duurzaamheid gaat dus veel verder dan zonnepanelen en groene daken op abri’s. Die fase zijn we eigenlijk al voorbij”, stelt Pit.

Integrale aanpak

De afgelopen jaren voerde het bedrijf veel discussie over de vraag hoe het klimaatdoel van een 10 procent lagere CO2-uitstoot gedefinieerd en gemonitord moest worden. De meeste bedrijven veroorzaken namelijk de grootste uitstoot bij de inkoop van energie en materialen (scope 2) en het gebruik van producten na verkoop (scope 3), niet in het eigen productieproces (scope 1). Daarom heeft JCDecaux gekozen voor een integrale aanpak. Pit: “Wij vragen ons af wat er integraal nodig is qua energie om die reclame-uiting te doen. Dat stelt eisen aan je papier. Hoe produceer je dat? Hoeveel inkt zit er op je posters? Je kunt niet anders dan je hele keten daar in meenemen. Je bent wel heel kortzichtig als je zegt, ik doe aan energiebesparing in mijn bedrijf, maar kijk niet naar wat er voor zit. Dus ik haal mijn papier met een dieselvrachtwagen uit bijvoorbeeld Polen en breng het lekker goedkoop naar Nederland. Dat werkt natuurlijk niet. Daarom gaat het om de integrale aanpak. Het papier wat er in zit moet goed zijn, de fundatie en de gebruikte materialen moeten duurzaam zijn, er moet een watermanagement programma op zitten, er moet een energiemanagement programma op zitten en wij moeten dat kunnen monitoren.”

Duurzaamheid omarmen

Die aanpak past JCDecaux in de hele wereld toe. Dus ook in Londen, New York of Dubai. Via de JCDecaux Academy zitten alle medewerkers wereldwijd ook in een trainingsprogramma over duurzaamheid. “We zijn hierin koploper”, zegt Pit. “Waar ik als technisch directeur in Nederland trots op ben is dat we alles zelf doen volgens het one-stop-shopping concept. We hebben eigen engineering, eigen monteurs, eigen medewerkers die installeren, die de abri’s schoonmaken en bij calamiteiten in actie komen. Dat betekent dat we het onderwerp duurzaamheid ook helemaal integraal omarmen als organisatie.”

Lees ook: Het duurzame geheim achter de reclameborden van JCDecaux