Tijdens deze beurs tonen verschillende modemerken hun nieuwe collecties voor het najaar en de winter aan retailers, agenten en andere professionals uit de mode-industrie.
Sinds 2012 is MINT een vaste waarde op de beurs. Tijdens de komende editie toont het platform niet alleen de collecties van nieuwe duurzame merken, maar geeft ze bezoekers een heuse duurzame beleving. Zo kunnen zij onder andere duurzame chocolade proeven en zien hoe kledingmerk Pääla met speciale inkt zeefdrukken maakt. Daarnaast vindt er een debat plaats met modeontwerper Hans Ubbink, Glamour-hoofdredacteur Sanne Groot Koerkamp, Pascalle Grotenhuis van Buitenlandse Zaken en Victoria Koblenko.
Te gekke, duurzame mode
Eyskoot, die met haar bureau Talking Dress eerlijke kleding op de kaart zet, bedacht het idee voor MINT samen met Willa Stoutenbeek, die tegenwoordig het bureau W.Green runt. Het doel: ervoor zorgen dat zoveel mogelijk van de ‘te gekke’ sustainable fashion-merken in de winkels terechtkomen. “We zagen dat er steeds meer merken op een goede manier produceren en mooie mode maken; dat moet getoond worden aan de winkeliers, zodat deze merken in meer winkels worden verkocht”, vertelt de oprichtster, die MINT tegenwoordig in haar eentje beheert.
Eyskoot en Stoutenbeek besloten geen eigen beurs te starten, maar zich bij de Modefabriek te voegen. “Op de Modefabriek komen alle ‘gewone’ winkeliers, en niet per se alleen retailers met een duurzame kledingwinkel”, legt Eyskoot uit. “Daarnaast willen we laten zien dat sustainable fashion onderdeel is van de reguliere mode-industrie. Mensen die MINT bezoeken, zien in eerste instantie te gekke mode. Pas daarna wordt duidelijk dat er ook een goed verhaal achter zit. In de mode staat het voorop dat een item te gek is, dat je het wilt hebben.”
Innovaties
Volgens Eyskoot is de duurzame kledingindustrie het belangrijkste onderdeel van de kledingindustrie in zijn geheel. “Het is hét onderwerp op dit moment. Denk maar aan de commotie naar de ramp in Rana Plaza in Bangladesh, de activiteiten van minister Ploumen en de documentaireserie van Teun van de Keuken die nu op tv komt.”
Als grote merken kleine dingen doen, heeft dat veel effect.
Er vinden dan ook veel innovaties plaats als het gaat om duurzaamheid in de kledingindustrie, als we de oprichtster mogen geloven. “Er zijn vernieuwingen op het gebied van stoffen en materialen, resources, maar ook op de manier waarop we met mensen omgaan. Dat heeft allemaal met elkaar te maken en we kunnen niet meer om deze ontwikkelingen heen. Op een gegeven moment mag er geen onderscheid meer zijn tussen ‘gewone’ kleding en duurzame kleding; het mag geen keuze meer zijn. Het is eigenlijk gek dat we nog kleding kunnen kopen waar zoveel mee mis is. Ik hoop daar met MINT een bijdrage aan te kunnen leveren.”
Track & Trace
Tijdens de komende editie van MINT staan zo’n dertig duurzame merken in de spotlights. Volgens Eyskoot stuk voor stuk vooruitstrevende merken, met duurzaamheid in hun DNA. “Zij laten zien dat het echt kan; mooie en duurzame dingen maken én zaken doen. Er zijn verschillende merken op MINT aanwezig die steeds meer openheid geven over de manier waarop ze produceren. Ze communiceren veel over wat ze doen. Zo bevat elk kledingstuk van studio JUX een nummer, waarop de consument op de website van het merk kan opzoeken wie aan het kledingstuk heeft gewerkt.
Een ander merk, Kuyichi, heeft voor haar nieuwste collectie een bezoek gebracht aan haar leveranciers en gefilmd hoe de kleding wordt geproduceerd. Daarnaast laat tassenmerk MYUZE via een speciaal Track & Trace-systeem zien waar haar tassen vandaan komen.” Volgens Eyskoot is deze manier van communiceren een doorbraak: “De consument weet vaak niet waar kleding vandaan komt. Op deze manier kunnen merken transparant en open zijn.”
Niet te stoppen
Volgens Eyskoot is duurzaamheid in de kledingindustrie niet meer te stoppen, maar moeten er nog grote stappen worden gemaakt. “Er vinden vooral bij kleinere merken innovaties plaats, maar veel grote merken moeten nog stappen zetten. Als grote merken kleine dingen doen, heeft dat veel effect. Bovendien kan iedereen van elkaar leren. Ik zie het zo: duurzaamheid heeft niet zozeer een toekomst, maar ís de toekomst. Als we geen maatregelen nemen, is er over een tijdje geen mode-industrie meer. We moeten deze weg met z’n allen bewandelen; merken moeten mooie mode maken, de winkeliers moeten het willen verkopen en de consument moet het kopen. Iedereen heeft dezelfde verantwoordelijkheid. Dat is het mooie eraan; we kunnen het met elkaar bereiken.”
Foto's: portret Marieke Eyskoot: Justine Leenarts, foto’s Modefabriek: Reinier RVDA
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in