TUI Nederland, ontstaan uit Arke, Holland International en Kras, maakt onderdeel uit van TUI Group. Het beursgenoteerde bedrijf stuurt meer dan 30 miljoen klanten uit 31 landen naar meer dan 180 bestemmingen wereldwijd. Naast Nederland, behoren de activiteiten van TUI in België, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en verschillende Scandinavische landen tot de groep.
Deze landen bedienen elk hun eigen markt, maar werken op verschillende vlakken, waaronder duurzaamheid, nauw samen. Dat moet bijdragen aan het behalen van de ambities uit de gezamenlijke duurzaamheidsstrategie 'Better Holidays, Better World 2020' van TUI.
Daarin staat onder meer dat TUI Group de uitstoot van zijn luchtvaartmaatschappijen met 10 procent wil terugdringen. De milieu-impact van kantoren en reisbureaus moet in dat jaar met minstens 20 procent zijn gereduceerd. Daarnaast stelt TUI Group zich tot doel dat in 2020 meer dan 10 miljoen klanten van de reisorganisatie in een accommodatie met een erkend duurzaamheidslabel verblijven; voor TUI Nederland ligt deze doelstelling op 1 miljoen.
DuurzaamBedrijfsleven Media ging in gesprek met Arjan Kers, general manager bij TUI Nederland, en Melvin Mak, manager of sustainability bij TUI Nederland (zie foto van links naar rechts), over verduurzaming en bewustwording.
Hoe kan een bedrijf als TUI, met een luchtvaartmaatschappij onder zijn hoede, duurzaam opereren?
Mak: “Ons bedrijf is zoals het is: we zijn een touroperator en we verkopen vliegreizen. Ik zal niet suggereren dat vliegen op dit moment milieuvriendelijk of duurzaam is. Als je naar een verre bestemming gaat, dan moet je dat vliegtuig instappen. Maar er zijn natuurlijk ook bestemmingen waar je met de auto of trein naartoe kunt reizen. Daarmee heb je vanuit milieuoogpunt al pak ‘m beet 90 procent van de impact van een reis te pakken. Dus als je vanuit milieuperspectief een reductie wilt realiseren, dan moet je de airlines aanpakken.”
Kers: “Maar als je kijkt naar de uitstoot per passagierskilometer, dan zit TUI Group al bij een van de laagste wereldwijd. Die top proberen we vast te houden. In 2018 worden de huidige Boeing 737’s vervangen door 737 max, kort gezegd het ‘Dreamliner-type’ van de 737-toestellen. Hiermee verwachten we nog eens een reductie van 10 tot 20 procent te behalen.”
“Waar we echte impact kunnen leveren, is op al onze vakantiebestemmingen zelf"
Mak: “Toch blijft de uitstoot van de luchtvaart voor de lange termijn een enorme uitdaging, voor de hele branche. We moeten als branche op zoek gaan naar alternatieve bronnen van kerosine en samenwerkingen opstarten. Zo werkt TUI al semi-cross-sectoraal samen met Boeing en Nasa. Samen met deze partijen hebben we een oud toestel omgebouwd tot een zogenaamde Eco Demonstrator: een soort vliegend laboratorium. Met behulp van het toestel testen we zaken als de plaatsing van zonnepanelen, lichtere stoelen en een nieuwe aerodynamica-coating. Hier komen allerlei resultaten uit voort die Boeing en Nasa vervolgens gebruiken in de ontwikkeling van nieuwe vliegtuigen. Daar kunnen wij van profiteren, maar ook de branche in zijn totaliteit.”
De vermindering van de CO2-uitstoot van de luchtvaart ligt dus deels buiten jullie macht. Waar heeft TUI wel direct invloed op?
Mak: “Waar we naar mijn idee echte impact kunnen leveren, is op al onze vakantiebestemmingen zelf. Vooral als het gaat om economische impact. Uit cijfers van de World Tourism Organization (UNWTO) blijkt dat twee jaar geleden een op de elf mensen wereldwijd in de toerismebranche of een daaraan gelieerde branche werkte. Dat toont dus aan dat toerisme wereldwijd een enorme sector is, bestaande uit heel veel verschillende branches, zoals de hotellerie. Het feit dat we als TUI aanwezig zijn, en dat geldt ook voor andere reisorganisaties, zorgt ervoor dat een bestemming sociaaleconomisch opbloeit. Ik durf mijn hand ervoor in het vuur te steken dat er bestemmingen zijn die simpelweg in elkaar storten als er geen toerisme meer is.”
“Dat neemt niet weg dat er een keerzijde is: wij hebben vliegtuigen en bieden vliegreizen aan. Maar we moeten ons aanbod zo goed mogelijk inrichten. Het doel is dat iemand bij het boeken van een vakantie aan ons denkt, omdat wij het beter doen dan de rest. Dat klinkt misschien heel arrogant, maar dat geeft wel aan dat we een leider willen zijn in duurzaamheid.”
Op welke vlakken komt dit duurzame leiderschap van TUI terug?
Kers: “Het is eigenlijk een beetje en, en, en. Als grootste reisorganisatie wereldwijd worden we vaak geassocieerd met vliegreizen. Maar wij zeggen: ‘Think travel, think TUI’. Denk je aan reizen, dan moet je aan ons denken. Dat betekent dat wij alles moeten afdekken, wat we grotendeels al doen. Zo kun je bij ons naast vliegvakanties ook wandelvakanties en fietsvakanties boeken. Natuurlijk gaat een groot deel van onze passagiers met het vliegtuig op vakantie, omdat ze een rondreis willen maken in Zuid-Amerika of Azië. Dan is de keuze niet anders. Maar het gaat om de keuze die wíj maken, rondom de partners, zoals hotels, accommodaties en excursies.”
“Die hebben we de afgelopen jaren volledig meegenomen in onze strategie en ons traject. Zo verlangen we van hotels en andere accommodaties dat ze de komende jaren toewerken naar de eisen die aansluiten op onze strategie. Dat zijn eisen gericht op het verminderen van energie- en waterverbruik, afvalscheiding en lokale inkoop. Daarnaast hanteren we een aantal criteria op het gebied van sociale verantwoordelijkheid, in en rondom het hotel. Denk aan gelijke kansen voor personeel, arbeidsrechten, een eerlijk loon en een actief antidiscriminatiebeleid.”
Ook projecten vanuit de TUI Care Foundation dragen bij aan verduurzaming. Leg eens uit?
Kers: “Een voorbeeld is Kreta, waar we in samenwerking met hotels en boeren een nieuwe markt met biologische en lokale producten creëren, zoals druiven en olijven (zie foto onderaan, red.). Deze producten promoten we bij de lokale toeristenindustrie. Zo zijn er hotels en restaurants die de olijfolie in hun gerechten gebruiken en de wijn serveren en winkels die de producten verkopen. Ook wordt een deel van de producten geëxporteerd. Op die manier maken vakantiegangers kennis met de lokale keuken en krijgt de lokale economie een impuls.”
“Dit is een voorbeeld van hoe de toerismesector wordt gekoppeld aan een andere branche. Dat leidt tot economische ontwikkeling op de vakantiebestemming. Maar het spectrum van de TUI Care Foundation is breed. Zo zetten we ook in op het bieden van beroepsonderwijs aan kansarme jonge vrouwen in de Dominicaanse Republiek die kwetsbaar zijn om in de prostitutie terecht te komen. Duurzaamheid is niet alleen het vervangen van een gloeilamp door een led-lamp, het gaat veel verder. Dat kunnen we hiermee demonstreren.”
“De gemiddelde consument verwacht van bedrijven dat zij verantwoord ondernemen. Ook van ons"
Een van de doelen van TUI Nederland is om in 2020 1 miljoen klanten een vakantie in een duurzame accommodatie te laten doorbrengen. Zijn die reizigers zich daar zelf ook van bewust?
Mak: “De eerste klant die bij TUI binnenkomt en zegt ‘ik wil duurzaam op vakantie’, moet ik nog tegenkomen. Ik denk dat de klant met een die hard ‘groen hart’ niet in eerste instantie aan TUI denkt. Aan de andere kant hebben we duizenden klanten, die we wel vanuit ons perspectief kunnen meenemen in onze inspanningen op het gebied van duurzaamheid. We kunnen hen meenemen in het verhaal en hen informeren om die mindset langzaamaan te veranderen. Waarom zou ik als klant naar een duurzame locatie willen, wat voegt dat voor mij toe? Dat kun je voor elk aspect in de klantreis definiëren, maar ook voor elke accommodatie. Daar zetten we de komende tijd op in.”
“Er zitten natuurlijk twee kanten aan: als jij in een duurzame accommodatie verblijft, dan kunnen we jou garanderen dat dat hotel het initiatief neemt om het gebruik van energie en water terug te dringen, lokale producten inkoopt et cetera. Dat betekent dat zo’n hotel een grotere lokale impact heeft dan een accommodatie zonder certificering. De mensen die ‘per ongeluk’ een gecertificeerde accommodatie boeken – omdat het hotel er mooi uitziet, of dicht bij het strand ligt – zorgen er indirect ook voor dat de impact positiever is dan wanneer ze een andere keuze hadden gemaakt. Dat neemt niet weg dat we consumenten hiervan meer bewust willen maken.”
“Ik denk ook dat de gemiddelde consument, uitzonderingen daargelaten, van bedrijven verwacht dat zij verantwoord ondernemen. Ik denk dat men dat uiteindelijk ook van ons verwacht. Je ziet het over de hele linie: er worden meer biologische producten gekocht, er ligt bijna geen plofkip meer in de supermarkt. Dat zijn ontwikkelingen in de maatschappij die doorlopen. Duurzame vakanties moeten daar onderdeel van worden.”
TUI Nederland heeft zo’n 2.500 medewerkers in dienst. Hoe krijg je die allemaal mee?
Kers: “We proberen om die medewerkers allemaal bewust te maken; hoe meer ambassadeurs, hoe beter. Veel medewerkers willen bijdragen aan de duurzame strategie van TUI, maar ze weten niet hoe. Daar moeten wij handvatten voor geven. Dat doen we door onder meer simpele voorbeelden te geven, zoals dat ze al een bijdrage kunnen leveren door op de fiets naar het werk te komen.”
“Maar we laten bijvoorbeeld ook zien waarom het belangrijk is om afval aan boord van vliegtuigen te scheiden. Eigenlijk tonen we in jip-en-janneketaal hoe collega’s kunnen bijdragen als onderdeel van de strategie en van TUI. Straks verhuizen we bovendien naar een nieuw pand, dat volledig duurzaam wordt. Ook dat draagt bij aan de bewustwording.”
In hoeverre werken jullie samen met andere partijen in de branche voor verduurzaming?
Kers: “We hebben om te beginnen een eigen TUI Hospitality Academy, een mbo-opleiding die we in samenwerking met het Koning Willem I College in Den Bosch aanbieden. Afgelopen zomer hebben de eerste afstudeerders na een driejarige opleiding hun diploma gekregen. De lessen zijn in lijn met onze strategie, maar gericht op de algemene reisbranche. Duurzaamheid is een belangrijk onderdeel van de lesstof. Zo kun je studenten al bij de bron meenemen over wat duurzaam toerisme inhoudt, zodat ze straks voorbereid de arbeidsmarkt betreden.”
“Daarnaast zit ik in het bestuur van de Algemene Nederlandse Vereniging van Reisondernemingen (ANVR), die heel proactief bezig is met duurzaamheid. Als voorloper in Nederland zien we dat veel concurrenten nu ook volgen en het belangrijker beginnen te vinden.”
Mak: “Er is binnen ANVR ook een ‘adviescommissie duurzaamheid’, waarvan ik de nieuw benoemde voorzitter ben. Deze groep, waarbij vertegenwoordigers van verschillende Nederlandse reisorganisaties zijn aangesloten, werkt aan duurzame initiatieven op brancheniveau. Sommige dingen kun je simpelweg niet alleen doen. Een voorbeeld: er zijn internationale dierenwelzijnsrichtlijnen gekomen. Zo zijn wij een tijd geleden gestopt met het aanbieden van olifantenritjes. Dat kunnen we als enige touroperator in Nederland doen, maar als de rest dat soort activiteiten wel blijft aanbieden, dan ben je elkaar aan het beconcurreren op duurzaamheid, of in dit geval dierenwelzijn. De vraag is of je dat als branche wilt.”
Kers: “Andere partijen kloppen bovendien bij ons aan om te vragen hoe wij bepaalde zaken hebben aangepakt. Daar zijn wij tot op zekere hoogte best open in, want het gaat in het geval van duurzaamheid niet om TUI. We hebben een voorbeeldfunctie en het is zaak om onze ervaring te delen om het breder te kunnen trekken. Hoe meer mensen we bewust kunnen maken, hoe beter.”
Foto's: TUI Nederland, Footer-foto: Futouris, via TUI Nederland
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in