Heineken, de op een na grootste brouwer ter wereld, streeft ernaar om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Daarbij ligt de ambitie hoog: de eigen productie – scope 1 en 2 – moet al in 2030 netto geen CO2 meer uitstoten. “Als familiebedrijf weten we dat je alleen vooruit kunt als je goed omgaat met mens en milieu”, zegt Laudine Witteveen, directeur corporate affairs van Heineken Nederland. “We kijken naar de gehele keten: van oogsten tot proosten. Onze duurzaamheidsstrategie reikt verder dan alleen het verkleinen van onze CO2-voetafdruk. We zetten in op verantwoord alcoholgebruik door de consument altijd de keuze te bieden voor alcoholvrij bier en willen sociale impact creëren, bijvoorbeeld door samen met partijen als Social Capital werkplekken te faciliteren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.”
Volledig hernieuwbaar
Ruud Pronk, duurzaamheidsmanager van Heineken, overziet alles wat onder de E van ESG valt (Enviromental, Social, Governance). “In de eerste plaats zetten we in op energiereductie. Want wat je niet gebruikt, hoef je niet te verduurzamen. Daarna kijken we hoe we fossiele brandstoffen kunnen vervangen door hernieuwbare energie. In 2030 willen we dat de activiteiten in Nederland volledig draaien op energie van hernieuwbare bronnen.”
Om dat te bereiken, kijkt Heineken naar een breed assortiment van bronnen. De twee brouwerijen in Nederland worden bijvoorbeeld voorzien van stroom van windmolens op het terrein. Verder hebben alle platte daken inmiddels zonnepanelen. Daarnaast koopt het bedrijf een groot deel van zijn stroom in van een windpark in Friesland. “Ook maken we gebruik van biogas”, zegt Pronk. “Bij het brouwen van ons bier maken we gebruik van water dat na gebruik wordt gereinigd in onze eigen waterzuiveringen. Tijdens dit proces zetten bacteriën organische resten om in biogas. In Den Bosch wordt ons afvalwater naar de rioolwaterzuivering van Aa en Maas gebracht voor een tweede reinigingsstap. Het biogas dat daar gemaakt wordt, gaat via een directe pijpleiding naar de brouwerij 2 kilometer verderop. Op deze manier voorzien we ongeveer 25 procent van onze thermische behoefte voor beide brouwerijen.”
Met de stofkam door de uitstootcijfers van de AEX-bedrijven
Onlangs berekende Change Inc. in hoeverre AEX-bedrijven goed op weg zijn hun klimaatdoelen te halen. Uit de berekeningen blijkt dat zes AEX-bedrijven in lijn zijn om al hun doelen te halen, dus voor zowel scope 1, 2 als 3. Dat zijn: BE Semiconductor Industries, DSM Firmenich, Heineken, Philips, Randstad en Universal Music Group. Daarvan hebben Heineken, Philips en Universal Music Group hun doelen laten erkennen door het SBTi.
Meer weten over de milieu-prestaties van de grote bedrijven in Nederland. Bekijk dan hier het volledige artikel.
Gigantische waterkoker
Een ander belangrijk wapenfeit in de transitie naar een hernieuwbaar energiesysteem was de installatie van een e-boiler: met een vermogen van 12 megawatt is het een van de grootste in zijn soort (Pronk: “Ongeveer 5.000 keer zo krachtig als je waterkoker thuis.”). Verder bouwt Heineken twee grote warmtepompinstallaties, waarmee het bier gekoeld wordt. De koude-energie wordt afgevangen en vervolgens weer omgezet in warmte die kan worden gebruikt in het schoonmaakproces.
Vraag en aanbod
“Alle maatregelen hebben ervoor gezorgd dat we in Nederland nu voor 80 procent op hernieuwbare elektriciteit draaien”, zegt Witteveen. “Al het Heineken bier dat we voor de Nederlandse markt maken, wordt dus met 100 procent hernieuwbare energie gebrouwen. Verder is het ons gelukt om wereldwijd sinds 2018 de uitstoot binnen scope 1 en 2 met 34 procent te verlagen en de uitstoot van scope 3 met 20 procent.”
Op dit moment verkent Heineken hoe het bedrijf de vraag naar en het aanbod van groene stroom nog beter op elkaar af kan stemmen. De e-boiler draait op hernieuwbare energie, maar dan moet deze wel beschikbaar zijn. Op een regenachtige, windstille dag moet de brouwer alsnog aardgas gebruiken. Pronk: “Maar het is niet ondenkbaar dat we in de toekomst gaan sleutelen aan ons productieproces, zodat we onze vraag naar energie beter kunnen afstemmen op het aanbod van hernieuwbare energie.”
Emissievrij vervoer
Daarnaast wil Heineken zijn vloot tankbierwagens in aanloop naar 2030 volledig elektrificeren. Door het land rijden inmiddels drie elektrische tankbierwagens. De Amsterdamse horeca in de binnenstad wordt met zeven elektrische minitrucks bevoorraad. Maar de transitie naar elektrisch vervoer kent ook uitdagingen, zegt Witteveen. “Steden stellen verschillende eisen aan het gewicht van vrachtwagens die door de historische binnenstad mogen rijden. Uniforme richtlijnen zouden ons hierin erg helpen, zodat we onze investeringen in een elektrisch wagenpark hierop tijdig kunnen aanpassen.”
Netcongestie
Met al zijn elektrificeringsplannen loopt Heineken, net als vele andere bedrijven, tegen de grenzen van het elektriciteitsnet aan. “Bij onze brouwerij in Den Bosch kunnen we op dit moment niet meer uitbreiden”, zegt Pronk. “Dat heeft bijvoorbeeld gevolgen voor onze plannen om tanktrucks op locatie elektrisch te laden. De brouwerij in Zoeterwoude heeft wat dat betreft meer geluk. Netbeheerder Liander had daar in de buurt al plannen voor een groot laadstation. Daar komt straks een groot stopcontact zodat we onze logistiek kunnen elektrificeren.”
Regeneratieve landbouw
Terwijl er op het terrein van energie van alles gebeurt, zou je bijna vergeten dat Heineken ook sterk leunt op de landbouw. Mout, veelal afkomstig van gerst, is namelijk een van de hoofdbestanddelen van bier. Heineken is aangesloten bij het Sustainable Agriculture Initiative (SAI), dat verantwoordelijk is voor een duurzame industriestandaard voor gerst. Pronk: “Dit keurmerk is een soort biologisch-plus dat kijkt naar teelt, maar ook naar zaken daaromheen zoals biodiversiteit en arbeidsomstandigheden. Daarnaast experimenteert Heineken met regeneratieve landbouw, waar een gezonde bodem centraal staat. “We hebben de eerste hectares in Frankrijk al beplant en werken nauw samen met lokale boeren om te kijken of we dit areaal kunnen uitbreiden.”
Duurzame trein
Net als veel andere bedrijven wordt het voor Heineken steeds belangrijker om zijn milieu-impact in kaart te brengen, niet alleen van zijn eigen productie, maar ook van klanten en leveranciers. “Scope 1 en 2 hebben we nu wel aardig in beeld”, zegt Witteveen. “Maar ongeveer 90 procent van onze uitstoot zit in scope 3. Die brengen we nu steeds meer in kaart. Dat is iets dat we samen met andere Nederlandse producenten en partijen in onze keten oppakken. We kunnen veel meer impact maken als we gezamenlijk optrekken.”
Pronk: “We werken nauw samen met onze leveranciers om ook hun uitstoot te reduceren. Wat voor ons scope 3 is, is voor hen scope 1 of 2. Wij proberen hen te stimuleren eigen duurzaamheidsdoelstellingen te stellen en delen kennis over hoe ze die doelen kunnen halen. Zo helpen we onze partners op de duurzame trein te stappen.” Op die manier weet Heineken de partijen in zijn keten voor de toekomst aan zich te binden. Maar Pronk is ook realistisch: “Als leveranciers besluiten op het station te blijven staan, rijdt onze trein verder zonder hen.” Witteveen: “We blijven kijken naar nieuwe manieren om onze voetafdruk te verkleinen en onze sociale impact te vergroten. Samenwerken met andere producenten, leveranciers, horeca en supermarkten zijn daarbij cruciaal. Daar zien we een grote verantwoordelijkheid voor onszelf.”
Lees ook:
- Arbeidsmarkt komt groene vaardigheden tekort: soft skills cruciaal om duurzaamheidsdoelen te halen
- Van demonstraties naar dialogen: oud-Greenpeace boegbeeld helpt nu multinationals verduurzamen
- Peter Bakker (World Business Council for Sustainable Development): ‘De tijd van CEO’s die mooie beloftes doen is nu wel voorbij’
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in