Bangladesh-akkoord voor veilige werkomstandigheden in kledingfabrieken opnieuw verlengd

Het Bangladesh-akkoord werd in mei 2013 ondertekend, een paar weken na de ramp in Rana Plaza. Het gebouw van tien verdiepingen in Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh, stortte in. Er kwamen 1.134 arbeiders om het leven en duizenden anderen raakten gewond. Het Bangladesh-akkoord moest zorgen voor veiligere werkomstandigheden voor textielarbeiders.

Akkoord zorgt voor verbetering

Sinds de ondertekening van het akkoord is de veiligheid van zo’n zestienhonderd fabrieken verbeterd en meer dan 90 procent van de vastgestelde veiligheidsgebreken zijn opgelost. “Het verschil tussen dit akkoord en andere initiatieven is dat dit een stok achter de deur is. Als bedrijven niet doen wat in het akkoord staat, dan kunnen er juridische maatregelen worden genomen”, vertelt Wyger Wentholt, woordvoerder van de Schone Kleren Campagne.

Organisatie Schone Kleren Campagne riep eind mei kledingmerken op om publiekelijke stelling te nemen voor een juridisch bindend akkoord. Tot nu toe hebben kledingverkopers ASOS en Tchibo opgeroepen om met een bindende overeenkomst door te gaan. Van de Nederlandse merken laten ook Zeeman en G-Star weten dat ze daarachter staan. "Het is zó belangrijk dat merken doorgaan met het Bangladesh-akkoord", zegt Wentholt. Bijna tweehonderd fabrieken voerden geen verbeteringen door en zijn daardoor uitgesloten van het akkoord. Merken mogen bij deze fabrieken dan ook geen kleding meer inkopen. “We hebben sterk de indruk dat bindende regels impact hebben”, stelt Wentholt.

Wat gebeurt er na die drie maanden?

Het oorspronkelijke Banglades-akkoord verliep al in 2018, maar werd toen verlengd onder de naam Transition Accord. In die twee jaar konden merken onderhandelen over de afspraken die in het nieuwe akkoord moesten staan. “Het is goed dat de onderhandelingen zijn verlengd, maar het is nog steeds nodig dat kledingmerken zich uitspreken en aangeven waar zij staan. Want nu vinden de onderhandelingen achter gesloten deuren plaats”, zegt Wentholt.

Als het Bangladesh-akkoord straks volledig vervalt betekent het dat er geen bindende regels meer zijn en dat merken óók bij onveilige fabrieken kleding kunnen laten produceren. “We merken dat er bij kledingbedrijven een tendens is naar wetgeving. Merken zijn er niet zozeer tegen om het goede te doen, maar vinden die lastig als de concurrent het niet doet. Wetgeving op dit gebied is belangrijk om een gelijk speelveld te creëren.”

Wist je dat modeketens vanaf 2023 verantwoordelijk zijn voor de inzameling en recycling afgedankte kleding? En wil je meer weten over ontwikkelingen in de textielindustrie? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.