Het WEpod-project, waar onder andere de TU Delft aan meewerkt, is een pilotproject van de provincie Gelderland samen met een aantal partners. De elektrische busjes zijn zelfrijdend en moeten op een veilige en comfortabele wijze hun weg kunnen vinden in het dagelijkse verkeer. Dat is volgens de initiatiefnemers een wereldprimeur.
De twee WEpods die uiteindelijk gaan rijden, leggen een traject af van circa 6 kilometer. Als basis dient de EZ-10 van de firma EasyMile. In de WEpod passen zes mensen.
Met sensoren, zoals radar, camera's en gps, en lasers, kunnen de karretjes hun positie bepalen en hun weg vinden. Een ritje met de WEpod is via een mobiele app te bestellen.
Ondanks de autonome functionaliteit van de WEpod zal er wel een 'steward' aan boord zijn die kan ingrijpen mochten er onveilige situaties in het verkeer ontstaan. Daarvoor is een joystick geplaatst. Ook wordt het elektrisch aangedreven voertuig op afstand in de gaten gehouden.
Beperkte snelheid
De kruissnelheid van de WEpod is bescheiden: de WEpod mag van de RDW, die de speciale voertuigen een tijdelijke ontheffing heeft gegeven, niet sneller dan 25 kilometer per uur. Ook zullen de twee auto'tjes bij slecht weer en in het donker de weg niet opgaan.
Donderdag zal minister Minister Schultz-Van Haegen van Infrastructuur en Milieu de eerste officiële proefrit maken met de WEpod. Daarna krijgen de karretjes een shuttlefunctie. In het voorjaar moet blijken of de software voldoende is gerijpt om de autonome voertuigen veilig in het verkeer deel te laten nemen.
Nederland hoopt met projecten als de WEpod een voortrekkersrol te gaan spelen in de snel opkomende markt voor zelfrijdende voertuigen. Minister Schultz-Van Haegen probeert daarom de wetgeving op dit gebied te verruimen om zo pilotprojecten letterlijk en figuurlijk ruimte te geven.
Bron: WEpod | Foto: WEpod
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in