Volgens het Havenbedrijf Rotterdam kunnen bedrijven kiezen uit uitgebreide transportmogelijkheden, waardoor de belangrijkste industriële en economische centra in West-Europa binnen 24 uur bereikbaar zijn. Daarbij hebben zij, afhankelijk van het producttype, de keuze uit het spoor, de binnenvaart, de weg, shortsea-verbindingen en pijpleidingen.
Deze intermodale opties kunnen besparingen in onder andere de CO2-uitstoot opleveren. Zo wijst het Havenbedrijf erop dat de Rotterdamse haven een 'onovertroffen' diepgang biedt. Hierdoor kan de haven de meest moderne en grootste schepen verwerken. Dergelijke schepen, en dan met name containerschepen, bieden de laagste CO2-uitstoot per vervoerde kilo vracht.
Duurzame terminals
Ook de nieuwe terminals op de Maasvlakte 2 opereren duurzamer dan oudere bestaande terminals. Zo is de APM-terminal CO2-neutraal. Deze containerterminal is geheel elektrisch en opereert volledig geautomatiseerd. De APM-kantoren zijn energieneutraal dankzij de installatie van driedubbel glas, plafond- en vloerverwarming, en wamte-koudeopslag.
ECT heeft ook duurzaamheidsslagen gemaakt. Met nieuwe hijsmotoren op de kranen van ECT kan elektriciteit worden gegenereerd bij het laten vieren van een container of tijdens het afremmen bij het optakelen. De vrijgekomen stroom wordt opgeslagen in generatoren. ECT heeft met dergelijke aanpassingen in vijf jaar tijd meer dan 20 procent van zijn CO2-voetafdruk afgesnoept.
Binnenvaart of spoor
Bedrijven kunnen hun ecologische voetafdruk verlagen door te kiezen voor de binnenvaart. Door goederen via de Rijn naar het achterland te vervoeren, zijn veel vrachtwagenkilometers te voorkomen. Per tonkilometer stoten schepen drie tot zes maal minder CO2 uit dan vervoer over de weg met vrachtauto's. Daarnaast gaan steeds meer schepen op LNG varen, waardoor de emissies verder afnemen. Rotterdam beloont ook milieuvriendelijkere tankers met milieucertificaten.
Ook het spoor biedt ondernemers kansen om milieuvriendelijkere goederen te transporteren. Daarbij wijst het Havenbedrijf Rotterdam erop dat er dagelijks zo'n 150 goederentreinen van en naar Rotterdam rijden. Ook is het aantal spoorverbindingen toegenomen, zoals een onlangs door Shuttlewise geopende shuttledienst tussen Rotterdam en Frankrijk.
Innovaties ontwikkelen en toepassen
Rotterdam poogt zijn leidende positie ook vast te houden door te innoveren. Daarvoor hebben diverse bedrijven de accelerator PortXL opgericht. Deze accelerator moet start-ups helpen om concrete diensten en producten aan te bieden. PortXL zoekt innovaties in de sectoren transport & logistiek, energie, chemie & raffinage en de maritieme sector.
Naast accelerators investeren ook verschillende bedrijven binnen de haven in nieuwe technologie. Een goed voorbeeld is de ontwikkeling van een 3D-metaalprinter. Deze kan reserveonderdelen voor de maritieme industrie printen.
Ook bekijken de haven en de gemeente Rotterdam hoe recycling beter vorm kan krijgen. Zo is er een project om zeeboeien te hergebruiken en als een dobberend bos in te zetten. Ook het inzamelen van plastic afval is verbeterd door het mogelijk te maken om gratis plastic scheepsafval in te leveren.
Uitdagingen voor de toekomst
Ondanks de innovaties en de intermodale transportmogelijkheden, moet de Rotterdamse haven in de visie van het actieplan 'Samen werken aan een cluster in transitie’ op tijd inspelen op de veranderende markt. Zo kan de haven in 2030 nog steeds toonaangevend zijn.
De onderzoekers stellen dat de raffinage-, chemie- en energiesectoren in de haven, goed voor 54.000 banen en € 10 mrd aan toegevoegde waarde, de komende jaren onder druk komen te staan. Bedrijven moeten daarom verduurzamen, onder andere door een biocluster op te richten.
Bron: Havenbedrijf Rotterdam | Foto: top: By Yann Fauché & Alma Mulalic (Own work) [CC BY-SA 3.0], via Wikimedia Commons, midden: By AlfvanBeem (Own work) [CC0], via Wikimedia Commons
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in