Dat is op te maken uit een onderzoek van de International Council on Clean Transportation (ICCT). De organisatie bekeek transatlantische vluchten van twintig grote luchtvaartmaatschappijen tussen Europese en Amerikaanse luchthavens in 2014.
Volgens de cijfers is Norwegian Air Shuttle de meest efficiënte luchtvaartmaatschappij. De prijsvechter vliegt met Boeing 737-toestellen en 787 Dreamliners. Ook heeft het Airbus A320neo- en Boeing 737 Max-toestellen besteld. Ook Air Berlin en Aer Lingus scoren goed, terwijl KLM samen met Air France en drie andere maatschappijen op een gedeelde vierde plaats is te vinden.
Britisch Airways verstookt per passagier per kilometer de meeste kerosine - een verschil van 50 procent ten opzichte van Norwegian Air Shuttle - terwijl ook SAS, Lufthansa en Swiss onderaan bungelen. Dit is deels te verklaren doordat deze 'luxe' maatschappijen veel ruimte in de vliegtuigen gebruiken voor de CO2-intensieve business class: 14 procent van de stoelen is business class maar deze zijn verantwoordelijk voor een derde van de totale emissies. De vliegtuigmaatschappijen gebruiken echter ook een gemiddeld oudere vloot.
Moderne vloot vermindert CO2-uitstoot substantieel
Volgens de ICTT blijkt dat de hoeveelheid stoelen en het gemiddelde brandstofverbruik van een toestel de belangrijkste factoren zijn die de CO2-emissies bepalen. De bezettingsgraad en de hoeveelheid vracht spelen een kleinere rol. Daarnaast laten de cijfers zien dat de aanschaf van moderne vliegtuigen en het opleggen van strengere emissie-eisen zoden aan de dijk zet.
Volgens de ICTT is de gemiddelde CO2-impact van een transatlantische retourvlucht gelijk aan de CO2-uitstoot van een jaar lang woon-werkverkeer met een Toyota Prius (70 kilometer per dag).
Bron: ICTT | Foto: By Dmitriy Pichugin [GFDL 1.2 or GFDL 1.2], via Wikimedia Commons
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in