Dat meldt Alliander in een persbericht.
Het Van Gogh Museum, het Stedelijk Museum, het Concertgebouw, Albert Heijn en Q-Park vormen volgens Alliander een logisch cluster van vraag en aanbod van duurzame energie. Tegelijkertijd is het een uitdaging om de gebouwen met elk een eigen energiebehoefte aan elkaar te koppelen.
Zo hebben Het Stedelijk Museum en het Van Gogh Museum warmte over, terwijl Q-park een koude-overschot heeft. De eigenaar van de Albert Heijn op het plein wil bijvoorbeeld het koude-overschot van Q-park wel gebruiken voor koeling in de winkel. In een onderzoek wordt uitgezocht hoe de verschillende energiebehoeften het beste op elkaar aansluiten.
Onderzoek
De partijen onderzoeken momenteel de financiële, technische en juridische mogelijkheden. De gemeente Amsterdam subsidieert dit onderzoek.
Het gaat daarbij om vragen als wat de warmte- en koude-vraag van de betrokken gebouwen is, hoe de diverse warmte- en koude-systemen op elkaar aan kunnen sluiten, en welke mogelijkheden het terrein van Q-Park biedt voor de aanleg van een leiding voor duurzame energie uitwisseling.
Voorbeeldfunctie
Als het lukt om vraag en aanbod van de verschillende partijen aan elkaar te koppelen, kan het Museumplein een voorbeeld vormen voor anderen. Opvallend aan het initiatief is dat er veel verschillende partijen zijn betrokken en dat het om monumentale panden gaat. Voor monumentale panden is duurzaam energiegebruik vaak een uitdaging.
Lees ook:
- 5 kansen voor Amsterdam als duurzame stad van de toekomst
- Interview: Wat maakt de duurzaamste stad ter wereld? ‘Vooral van elkaar leren’
- Amsterdam een van de duurzaamste steden ter wereld op het gebied van mobiliteit
Bron: Alliander | Afbeelding: Shutterstock.com
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in