De grot ligt 30 meter onder de grond. Het staalbedrijf gaat samen met de andere bedrijven de grot aanpassen en klaarmaken voor de opslag van waterstof. De wanden krijgen een speciale bedekking zodat de waterstof goed onder druk opgeslagen kan worden. De diepte van de grot helpt daar ook bij; hoe dieper je komt hoe hoger de druk. En hoe hoger de druk, hoe meer waterstof er in de grot past.
Carbon capture and storage
Het ondergronds opslaan van gassen is ook in Nederland onderwerp van discussie. CO2 opslaan in lege gasvelden onder de Noordzee is een belangrijk onderdeel van de CO2-reducerende maatregelen van de industrie. Maar zoutcavernes kunnen ook goed dienen om waterstof op te slaan, zodat er geen dure druktanks nodig zijn. Dat waterstof in de toekomst grootschalig opgeslagen moet worden, staat vast. Dan kan het dienen als ‘reservebrandstof’, bijvoorbeeld om stroom op te wekken op de zeldzame dagen dat er geen zon- en windstroom is.
Lees ook: Het Noorden van Zweden is straks een paradijs voor groen staal
Voor SSAB is de caverne een manier om waterstof goedkoper te maken. Dat werkt zo: als je de waterstoffabriek alleen gebruikt als er een overschot aan groene stroom is (op heel zonnige of dagen dat het veel waait), is de elektriciteit bijna gratis. Maar de waterstof die je dan produceert is misschien niet direct nodig. Dus slaat SSAB de waterstof op, om het op een ander moment te gebruiken. Bovendien zorgt dit voor een voorraadje zodat SSAB altijd door kan gaan met het maken van staal.
Staal met waterstof
De grot moet in 2022 klaar zijn voor gebruik en zal zijn maximale capaciteit bereiken in 2024. Tegen die tijd moet SSAB ook een belangrijk deel van het staalproces uit kunnen voeren met groene energie. Nu zijn er nog kolen nodig om staal te maken, net als bij het Nederlandse Tata Steel in IJmuiden.
Lees ook: SSAB wil Tata Steel niet overnemen
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in