Oude schattingen kwamen erop uit dat er per jaar zo’n 10 miljoen ton plastic afval de oceanen in stroomt. De schattingen zijn gebaseerd op de totale productie van plastic, die uitkomt op 400 miljoen ton per jaar. Wetenschappers van de Universiteit Utrecht kwamen erachter dat die 10 miljoen ton per jaar niet juist is. Dat konden ze aantonen door ruim 20.000 metingen van over de hele wereld onder de loep te nemen. Daaruit bleek dat vooral de aanvoer van plastic afval via rivieren werd overschat.
Verklaring voor ‘verloren’ afval?
De vondst van de wetenschappers kan misschien verklaren waarom er zoveel van het plastic afval verloren gaat in oceanen. Van de (voorheen vastgestelde) hoeveelheid plastic die in oceanen verdwijnt, wordt namelijk minder dan één procent teruggevonden. Eerder kwamen onderzoekers al met gedeeltelijke verklaringen daarvoor, zoals schimmels die microplastics eten of zonlicht dat plastic afbreekt. Nu blijkt dus dat er überhaupt veel minder plastic de zee in stroomt dan rekening mee werd gehouden. “En wat er wel in de oceaan zit, blijft veel langer in grote stukken drijven”, zegt Mikael Kaandorp, een van de onderzoekers van de Universiteit Utrecht. “Er zitten veel minder microplastics in het water dan gedacht.”
Nog altijd een probleem
Het goede nieuws wil echter niet zeggen dat het probleem van de plastic soep niet meer bestaat. Ook een plastic soep van 3,2 miljoen ton is nog veel te veel, en is zeer schadelijk voor het leven in en om oceanen. Vissen en vogels zien het plastic bijvoorbeeld als voedsel en slikken het door, of komen er met hun lichaam in vast te zitten. Daarnaast betekent het feit dat er minder afval vanuit rivieren naar zee stroomt, dat het afval juist wel in die rivieren blijft steken. Het is daar weliswaar makkelijker op te ruimen, maar desalniettemin een probleem wat aangepakt moet worden.
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in