“Ik kan niet meer naar materialen kijken zonder mij af te vragen: is dat gerecycled plastic?”, bekent McCarville lachend. “Zelfs bij het wereldkampioenschap voetbal word ik afgeleid door de shirts die van gerecycled plastic zijn gemaakt.” Het is begrijpelijk want McCarville staat sinds 2014 aan het roer van Veolia Nederland, dat oplossingen op het gebied van energie, afval en water levert.
De leverancier van milieudiensten richt zich in Nederland op het bijdragen aan de energietransitie en het realiseren van een circulaire economie. “Beide doelstellingen zijn geïntegreerd. Je kan de ontwikkelingen op het gebied van energie niet los zien van de circulaire economie”, stelt McCarville. Het inzetten van industriële restwarmte om woningen mee te verwarmen is slechts een voorbeeld daarvan. “Niets kan eigenlijk los van elkaar gezien worden”, vervolgt McCarville, “In het hele ecosysteem zijn functies onderling van elkaar afhankelijk. Zo bestaat er geen industrialisatie zonder verstedelijking, en geen landbouw zonder chemie en ga zo maar door.”
De sleutel naar een duurzame en schone toekomst is daarom het creëren van een veerkrachtig ecosysteem, waarin niet meer geconsumeerd wordt dan nodig is. “We zijn zo geabsorbeerd geraakt door kapitalistische ideeën dat we eigenlijk vergeten zijn dat elk onderdeel genoeg moet hebben om te overleven, en dat deze onderdelen elkaar onderling nodig hebben om als ecosysteem te blijven functioneren.”
Aan de slag met de energietransitie
Nederland is een grootverbruiker van energie. “Dat is niet gek als je bedenkt dat alleen al op het gebied van landbouw Nederland na de Verenigde Staten de grootste exporteur wereldwijd is. De energie die de landbouw consumeert is enorm”, zegt McCarville. “En dan heb je de energieconsumptie in gebouwen. Ook daar wordt veel verbruikt want mensen brengen gemiddeld 90 procent van hun tijd binnen door.” Dat maakt de energietransitie een enorme uitdaging, vooral nu Nederland van het gas afgaat. “Hoe kunnen we 17 miljoen mensen van energie voorzien in een dynamische economie ondersteund door de industrie, chemie en landbouw”, schetst McCarville het vraagstuk. “Hoe kunnen wij helpen bij de verschuiving van fossiele brandstoffen naar duurzame energie?”
Op Industriepark de Kleefse Waard (IPKW) in Arnhem kan Veolia laten zien wat er nu en in de toekomst allemaal mogelijk is. Het industriepark is namelijk een proeftuin voor de energietransitie en circulaire economie. Veolia levert utilities (stoom, koeling, perslucht en verschillende soorten proceswater) en afvalwaterzuivering aan de bedrijven op het terrein maar daar blijft het niet bij. Het terrein moet in de komende dertig jaar tot een eco-industrieel park ontwikkeld worden. “De eerste stappen op het gebied van energie-efficiëntie zijn gezet en er wordt ook een biomassa-installatie gebouwd”, vertelt McCarville enthousiast.
Nederlands industriepark als proeftuin voor de wereld
Het doel is om uiteindelijk een industriepark zonder afval te realiseren. Dat betekent dat alle reststromen zoals warmte op het park hergebruikt worden, waardoor een gesloten systeem ontstaat. De transformatie van het industriepark, dat al sinds de jaren ’40 van de vorige eeuw bestaat, kan een blauwdruk zijn voor andere industrieterreinen in Nederland en daarbuiten. “Op deze plek kunnen we nieuwe modellen en technologie voor bijvoorbeeld industriële symbiose (samenwerking waarbij de restcapaciteit van een bedrijf als grondstof wordt ingezet voor een ander bedrijf) ontwikkelen en testen”, legt McCarville uit. Zo wordt er aan een complexe tool gewerkt waarmee flows binnen Veolia's procesvoering of die van klanten geïdentificeerd kunnen worden, die hergewaardeerd of als brandstof ingezet kunnen worden. “Als we het in Arnhem kunnen laten werken dan kan het overal”, betoogt McCarville.
'Op Industriepark de Kleefse Waard in Arnhem laat Veolia zien wat er nu en in de toekomst allemaal mogelijk is'
Het innovatieve project op de Kleefse Waard gaat trouwens niet alleen over energie en het verwaarden van reststromen. Het gaat ook over mensen. “Hoe kan het park werkgelegenheid in de regio stimuleren, en hoe kan het talent behouden en aantrekken?”, geeft McCarville als voorbeeld. Dat de interesse voor het park al groot is onder de inwoners bleek uit een open dag waar 15.000 mensen op afkwamen. McCarville gelooft dat de betrokkenheid van inwoners belangrijk is om de transitie tot een succes te maken. “Als je technologische vooruitgang samenbrengt met de passie van mensen voor hun leefomgeving, dan krijg je een energie waarmee echte duurzame verandering in gang kan worden gezet.”
Innovatie helpt circulaire economie vooruit
Op het gebied van recycling maakt Veolia ook grote stappen. In Vroomshoop staat bijvoorbeeld een fabriek waar gerecycled polypropeen (PP) tot compounds wordt verwerkt. In 2015 begon de productie met 35.000 ton per jaar en dit is nu wereldwijd uitgerold. Inmiddels is de productie in Vroomshoop ook gestegen tot 53.000 ton aan compounds per jaar. De compounds kunnen als grondstof gebruikt worden voor nieuwe producten. De stofzuigers van Philips zijn een bekend voorbeeld. Daarnaast worden de compounds gebruikt voor huishoudelijke artikelen, tuinmeubilair, afwateringsystemen, elementen die zich onder de motorkap van een auto bevinden en bijvoorbeeld verfpotten.
In 2017 zorgde de circulaire economie voor 18% van de wereldwijze omzet van Veolia. Vandaag de dag zet het bedrijf alleen al op het gebied van gerecycled plastic € 300 mln om. “En het zit nu echt in de lift. Onze klanten willen steeds meer gerecycled plastic”, verkondigt McCarville. Het is echter wel een uitdaging om een hele infrastructuur op te zetten die het mogelijk maakt om hierin te voorzien. Denk bijvoorbeeld aan de infrastructuur met betrekking tot de omvang van het productontwerp en de omgekeerde logistiek. Daar komt ook nog het proces bij om consumenten verpakkingsafval te sorteren, te produceren en continu te testen om consistentie van de kwaliteit van grote volumes aan secundaire grondstoffen te garanderen. “Neem een autofabrikant, die kan wel tot 65.000 ton aan gerecycled plastic per jaar gebruiken. De volledige procesketen moet op die vraag worden afgestemd”, legt McCarville uit. “De overheid moet de infrastructuur daarom ook ondersteunen en ook de vraag naar gerecycled plastic in publieke aanbestedingen stimuleren.
'De circulaire economie zit nu echt in de lift. Onze klanten willen steeds meer gerecycled plastic'
De rol van kunststof in een circulaire economie gaat verder dan plastic recycling. Bioplastic, plastic gemaakt van hernieuwbare grondstoffen, is ook in opkomst. “We waren al langer bezig met het maken van bioplastic uit afvalwater. Na tien jaar ontwikkeling bleek het mogelijk maar helaas niet economisch rendabel”, zegt McCarville.
Veolia ziet ook ontwikkelingen op andere gebieden, zoals het gebruik van teruggewonnen biomassa, of delen van planten die niet geschikt zijn als grondstof voor voedselproductie. “Dat is waarom we nu kijken naar deze types biomassa als grondstoffen. In onze productiefaciliteit in Dronten, die voldoet aan de regels voor voedselkwaliteit, produceren we bidons die gemaakt zijn van bioplastic, dat gegenereerd wordt uit suikerriet." Bij een project voor Douwe Egberts gebruikt Veolia koffieresidu, het bijproduct uit het productieproces, als brandstof. Daarmee wordt groene stoom gegenereerd, dat wordt ingezet voor de productiefaciliteit in Joure.
McCarville vervolgt: "Een ander gebied waarop we actief zijn, is dat van de bioconversie. Dit draait om de enorme uitdaging waar we voor staan: het voeden van de wereldbevolking van 9 miljard mensen in de toekomst. We doen onderzoek naar de mogelijkheid om ongebruikt of ondergewaardeerd organisch afval om te zetten in een oplossing voor de groeiende behoefte aan eiwitten voor diervoeder."
Nederland als internationale koploper
Er bestaat voor McCarville geen twijfel dat Nederland een van de internationale koplopers op het gebied van de circulaire economie is. Dat biedt ook perspectief voor export. “Als iets in Nederland werkt, dan werkt het ook ergens anders”, stelt McCarville. “Het profiel van Nederland is namelijk perfect voor innovatie. Dichtbevolkt, vergaand geïndustrialiseerd en natuurlijk het befaamde poldermodel.”
'Het profiel van Nederland is perfect voor innovatie. Dichtbevolkt, vergaand geïndustrialiseerd en natuurlijk het befaamde poldermodel'
Een praktische instelling vindt McCarville ook kenmerkend voor ondernemen in Nederland. “Je probeert iets en als het niet werkt dan probeer je het nog een keer. De inspanning is groot en er is geen notie van falen. Het zit in ons DNA.” De voortrekkersrol die Nederland in de circulaire economie heeft wordt volgens McCarville ook door Veolia Groep erkend. “Dat is de reden waarom enkele van onze Centres of Excellence (zoals de productie van hoogwaardige PP compounds in Vroomshoop) hier staan.”
Tot op heden werd Nederland niet gezien als een internationale voortrekker op het gebied van de energietransitie. “Logisch als je jarenlang in een luxepositie als netto-exporteur van gas hebt gezeten”, vindt McCarville. “Maar ik verwacht dat ook de ontwikkelingen in het kader van de energietransitie in een stroomversnelling komen. Met wie je ook uit het bedrijfsleven praat, iedereen weet dat het gaat gebeuren.” Recente wetgeving stimuleert de ontwikkelingen met bijvoorbeeld de eis dat alle kantoorgebouwen tegen 2022 van een energielabel C voorzien moeten zijn.
Vooruit, er is geen weg terug
De energietransitie en een circulaire economie zijn al een enorme uitdaging. Daar komt nog bovenop dat de vraag naar energie ook blijft groeien. “De kolencentrales worden gesloten en de gaswinning in Groningen wordt gestaakt maar de 17 miljoen inwoners en alle bedrijven die de economie voeden zijn er nog. Hoe voorzien wij in hun groeiende vraag naar energie?”, illustreert McCarville. “Er is geen enkele partij die dit alleen kan oplossen. Inwoners, landeigenaren, banken, overheden, industrie, start-ups en onderwijs hebben samen de sleutel in handen.”
'Verandering en het creëren van nieuwe markten kosten tijd maar we bereiken nu een kantelpunt'
Alle bedrijven moet er dus mee aan de slag. “Wie niet meedoet bestaat over 20 jaar niet meer”, durft McCarville te stellen. “Het niet toepassen van circulaire economie principes is hetzelfde als een bedrijf die zegt geen technologie te gebruiken.” Meer en meer bedrijven worden zich hier ook bewust van en scharen zich achter de transitie. “Natuurlijk kosten verandering en het creëren van nieuwe markten tijd maar we bereiken nu een kantelpunt. Dat geloven wij echt,” verzekert McCarville. Als voorbeeld noemt McCarville de ondertekende Global Alliance met Danone, die al in 2015 begon. Een samenwerking om verpakkingen te verduurzamen en de water- en energieconsumptie omlaag te krijgen. “Zij zijn niet de enige die daarmee bezig zijn. Ook andere bedrijven werken aan het verduurzamen van hun operaties en toeleveringsketens zodat zij bestendig zijn voor de komende 100 jaar.”
Dat is inderdaad een mooie kans voor Veolia, beaamt McCarville. “Het is een grote kans maar het is wel belangrijk om focus te houden. Je moet weten waar je waarde kan toevoegen maar ook wanneer je niet in de beste positie bent om dat te doen”, voegt McCarville toe. “Wij zijn slechts een onderdeel van de oplossing want er is een ecosysteem, die we moeten respecteren. We gebruiken onze expertise om samen met cliënten, steden en inwoners aan oplossingen te werken die de energietransitie en overgang naar een circulaire economie versnellen.”
Foto: Veolia
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in