Het is een bijzondere mijlpaal: in 2022 ligt er voor het eerst een klimaatplan voor het Zuiden van de VS op tafel. Terwijl de rest van de wereld al minstens sinds 2015, tijdens de klimaattop van Parijs, aan de weg timmert, bleef het Zuiden van de VS achter. Het gebied is doorgaans conservatief en bestuurd door Republikeinen, die weinig heil zien in dure klimaatmaatregelen die bedrijven dwarszitten.
Maar in Louisiana is het anders: de Democraat John Bel Edwards is daar gouveneur, en hij presenteerde deze week een uitgebreid klimaatplan. Het plan kwam in 15 maanden tot stand en is volgens Edwards ‘bottom-up’ samengesteld: in 49 vergaderingen door de hele staat werd om suggesties gevraagd van de bevolking.
Industrie en gas
In 2025, over drie jaar, moet de uitstoot van de staat een kwart lager liggen dan in 2005. In 2030 moet dat 40 tot 50 procent zijn, en in 2050 moet de staat netto-nul uitstoot hebben. Het is allemaal in lijn met het Klimaatakkoord uit Parijs. Hoe de staat dit gaat doen, is echter nog een vraagteken. Tweederde van de uitstoot komt van industrie, een sector die zich moeilijk laat vergroenen. En de meeste stroom in het gebied komt van gas.
Er is dus werk aan de winkel. Zowel om de industrie te decarboniseren (met groene waterstof of elektriciteit), en om de energiehuishouding duurzamer te maken met massale zonne- en windparken. Het is juist in het Zuiden nodig, omdat de staten aan het water liggen. Rampen als door orkaan Katrina (in 2005) laten zien wat voor schade de natuur kan aanrichten. Klimaatverandering zal zorgen voor meer overstromingen en extreem weer.
Dat er nu een concreet, lijvig plan van de gouveneur ligt, betekent niet dat Lousiana meteen groen is. Het plan moet nog langs alle democratische instituten, waar een kans bestaat dat het afgeschoten wordt.
Geen zon- en windparken
Dat de politiek duurzaamheid ook flink dwars kan zitten bleek in Ohio. Daar moet de (republikeinse) gouverneur Mike DeWine een wet tekenen die specifiek zon- en windparken tegenwerkt. De wet zegt dat lokale instituten duurzame energieprojecten mogen tegenhouden. Fossiele energieprojecten, in het bijzonder fracking (waar gas uit gesteente in de bodem wordt gehaald), mogen niet tegengewerkt worden door lokale instituten.
Het is een bijzondere vorm van hypocrisie. Lokale inspraak bij energieprojecten is goed; alleen door bewoners mee te krijgen lukt het uiteindelijk om succesvolle duurzame projecten te starten. Zie bijvoorbeeld ons verhaal over de lokale weerstand tegen windenergie.
Anti-duurzaamheid Republikeinen
Maar om specifiek zon en wind bezwaarlijk te maken, dat riekt naar anti-duurzaamheid van Republikeinse wetgevers. En zelfs een Republikeinse vertegenwoordiger tekende bezwaar aan: “Ik begrijp waarom men niet naast een zonnepark zou willen wonen. Maar we geven ook geen lokaal zeggenschap over fracking, terwijl dat ook zorgt voor lagere grondprijzen.”
Of de wet in de praktijk veel duurzame projecten zal tegenhouden? Het wordt in ieder geval heel makkelijk voor een burgemeester of andere lokale machthebber om ‘nee’ te zeggen. Ondertussen moeten zij de impact van fracking voor lief nemen.
Schrijf je in voor onze Newsbreak: iedere dag rond 12 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere middag rond 12 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze Newsbreak.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in