De transities die bedrijven binnen de procesindustrie moeten maken, worden steeds complexer. Zo complex zelfs dat ze het niet langer alleen kunnen. “De circulaire economie is daar een uitstekend voorbeeld van. Oplossingen en innovaties die daaraan bijdragen, vereisen altijd samenwerking tussen meerdere bedrijven, in meerdere schakels van de keten”, zegt Tjeerd Jongsma, algemeen directeur van het Institute for Sustainable Process Technology, of kortweg ISPT. Het Amersfoortse innovatieplatform heeft een duidelijk en ambitieus doel voor ogen: een CO2-neutrale en circulaire procesindustrie in 2050.
Om dat doel te behalen, zijn sector-overstijgende samenwerkingen onmisbaar. Maar dergelijke (vaak unieke) samenwerkingen zet je niet zomaar op poten. “Daarom heeft de procesindustrie een onafhankelijke en betrouwbare partij nodig, die een veilige setting biedt waar dergelijke samenwerkingen kunnen ontstaan”, zegt Klaartje Rietkerken, director of operations bij het kennisinstituut. “Die partij is ISPT.”
Hoe geeft ISPT invulling aan die rol?
Rietkerken: “We hebben bovenal een regisserende en organiserende rol. We ontwikkelen verduurzamingsprogramma’s in samenspraak met de industrie, zetten de juiste mensen en bedrijven met elkaar aan tafel om daar invulling aan te geven en initiëren projecten die leiden tot een duurzamere procesindustrie. De resultaten daarvan communiceren we vervolgens naar de rest van BV Nederland, zodat iedereen ervan kan leren. Dit doen we met een team van gepassioneerde experts.”
Jongsma: “We vormen een community van meer dan 150 partners, die al jaren samenwerkt op basis van vertrouwen. Daardoor ontstaan oplossingen voor verduurzamingsvraagstukken die er anders niet waren geweest.”
Die oplossingen zijn hard nodig. CO2-neutraal én circulair worden, dat klinkt als een enorme uitdaging…
Jongsma: “Dat is het ook. De procesindustrie is momenteel verantwoordelijk voor zo’n 35 tot 40 procent van de totale CO2-uitstoot in Nederland. En je moet je realiseren dat die uitstoot in de afgelopen decennia al enorm is teruggedrongen. Energiebesparing, energie-efficiëntie, het verbeteren van systemen en processen… Nederland is een duur land, dus industriële bedrijven waren altijd al zo zuinig mogelijk. De volgende stap, waar we nu aan de vooravond van staan, wordt een disruptieve. Tot nu toe vond verduurzaming vooral binnen bedrijfsmuren plaats. Nu moeten bedrijven sámen impact gaan maken. Een grote uitdaging, maar ook een grote kans.”
Rietkerken: “Fossiele brandstoffen en olieachtige producten hebben bijvoorbeeld altijd aan de basis gestaan van de procesindustrie, maar hernieuwbare elektriciteit wordt de nieuwe norm. Dat is bijzonder ingrijpend: processen worden opnieuw ingericht, ketens opnieuw ingedeeld. Het illustreert hoe complex de transities tegenwoordig zijn. Het laaghangende fruit is grotendeels al wel geplukt. Nu moeten er echte keuzes gemaakt worden.”
Tekst gaat verder onder het kader.
Wat staat de procesindustrie precies te wachten in de aankomende decennia?
Jongsma: “De uitdagingen zijn grofweg op te delen in drie transities: de energietransitie, de materialentransitie en de transitie in de agrifood-sector. Elke transitie kent zijn eigen uitdagingen. Zo is beschikbaarheid van energie een belangrijk vraagstuk in de energietransitie. Is er straks genoeg duurzame energie beschikbaar om de procesindustrie te laten draaien zoals die nu draait? Dat is verre van vanzelfsprekend. Elk land wil immers tegelijkertijd de omslag naar duurzame energie maken. Schaarste ligt dus wel degelijk op de loer.”
Rietkerken: “Ook bij de materialentransitie is beschikbaarheid een belangrijk vraagstuk. Nederland is bijvoorbeeld een grote producent en exporteur van plastics. Als je dat (nu nog) lineaire systeem wil ombuigen naar een circulair systeem, moeten de exportproducten op de een of andere manier hun weg terugvinden naar ons. Dat is een grote logistieke uitdaging, op internationale schaal.”
Jongsma: “De agrifood-sector is momenteel ook nog een zeer lineair systeem en de beschikbare landbouwgrond raakt uitgeput. Dat moet anders en de uitdagingen zijn legio. Hoe zetten we in op regeneratieve landbouw? Hoe kunnen we de reststromen circulair maken? En hoe zorgen we voor hoogwaardige, minder bewerkte voedingsmiddelen? Met al die vraagstukken moeten we aan de slag.”
Wat is er nodig om die transities succesvol te maken?
Jongsma: “De oplossing zit echt in de verbinding. Tussen bedrijven, tussen sectoren en tussen schakels in de keten. Daarbij zijn regisserende partijen zoals ISPT onmisbaar, om die verbindingen te faciliteren. Wat me positief stemt, is dat Nederland bij uitstek een geschikt land is om hier vorm aan te geven. Dankzij onze poldermentaliteit zijn we gewend om met elkaar te praten, gezamenlijk tot oplossingen te komen en gezamenlijk de handschoen op te pakken. Ik verwacht daarom dat de Nederlandse procesindustrie een koploperspositie kan pakken in de verduurzamingsuitdagingen.”
Zijn er al voorbeelden van succesvolle samenwerkingen, die zoden aan de dijk zetten?
Jongsma: “Absoluut. Onlangs zaten de vier grote zuivelcoöperaties van Nederland bij ons aan tafel, om gezamenlijk een strategie voor regeneratieve landbouw op te stellen en naar buiten te brengen. Hetzelfde geldt voor Tata Steel en Dow Chemicals, die onderzoeken bij ons of reststromen uit de staalindustrie kunnen dienen als grondstoffen voor de chemiesector. En nog een mooi voorbeeld: door de energiecrisis staan kassen die op aardgas draaien nu stil. Maar kassen die hun warmte uit datacenters halen, draaien nog gewoon. Die integratie van sectoren, daar moeten we naartoe.”
Rietkerken: “En Shell en Dow werken gezamenlijk aan de ontwikkeling van elektrische kraaktechnologie (met kraken worden chemische bouwstenen uit grondstoffen gemaakt, waar momenteel nog zogeheten stoomkrakers voor gebruikt worden, red.). Dit is het type samenwerking dat het verschil kan maken.”
Zijn jullie positief over het behalen van de ambities? En waarom?
Jongsma: “Ja, om verschillende redenen. Ten eerste zie je dat iedereen in de procesindustrie, tot in de boardroom, het belang van verduurzaming onderschrijft. En ook niet onbelangrijk: heel veel bedrijven zijn bereid om zich openbaar aan verduurzamingsambities te verbinden. Dat is een mooie ontwikkeling, die snel is gegaan. Tien jaar geleden was het nog bijzonder als je je met dit onderwerp bezighield, nu doet de gehele sector het. Daarnaast heeft de procesindustrie in het verleden al grote slagen gemaakt. Met andere woorden: we weten dat we impact kunnen maken, we weten dat het kan.
Technisch gezien kan alles. Hoogovens kunnen op waterstof draaien, vliegtuigen kunnen op schone kerosine vliegen… Maar niet alles zal economisch uit kunnen. En niet alles kan in Nederland. De procesindustrie moet zichzelf de vraag gaan stellen: welke producten (met de hoogste toegevoegde waarde) kunnen we blijven maken met de energie die er beschikbaar is? Als we hier bulkproducten maken die elders in de wereld goedkoper worden geproduceerd, doen we onszelf tekort, denk ik. Met andere woorden: niet alle industrieën hebben toekomst in Nederland. Er zullen bedrijven sneuvelen, maar er zullen ook een heleboel mooie bedrijven bijkomen. Maar de ambitie van een circulaire en CO2-neutrale procesindustrie kunnen we halen, juist in Nederland.”
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief: iedere dag rond 07.00 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze dagelijkse nieuwsbrief.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in