Er zijn maar weinig plannen concreet, of terug te voeren op individuele bedrijven. Maar de zes industrieclusters die Nederland kent hebben collectief grote plannen. De uitstoot zou in 2030 31 megaton (miljard kilo) lager moeten zijn dan nu. Dat is een aanzienlijk grotere ambitie dan het kabinet opstelde in het Klimaatakkoord van 2019; daarom hoefde de uitstoot van de industrie met slechts 19 megaton te dalen. Ter vergelijking: in 2020 was de uitstoot 53,5 megaton.
CO2 in de industrie
Dat de industrie zoveel meer ambitie laat zien dan de overheid, toont aan dat de sector wel degelijk weet hoe de uitstoot omlaag kan. Chemie en industrie geldt als hoofdpijndossier in de klimaatkwestie, omdat veel processen om warmte vragen. En warmte opwekken zonder fossiele energie is lastig. Ook zijn er veel bedrijven die fossiele materialen als grondstof gebruiken. Denk aan de kunstmestproductie, een belangrijke bron van uitstoot.
Een groot deel van de uitstootreductie hangt op de introductie van groene waterstof. Met groene stroom kun je waterstof maken zonder uitstoot, die je als alternatief voor aardgas kan gebruiken. Ook het afvangen van CO2 bij de schoorstenen speelt tot 2030 een belangrijke rol.
Beide technieken vragen om nieuwe infrastructuur, en die moet zo snel mogelijk worden aangelegd om de reductie te bewerkstelligen. Volgens het PBL moet de overheid helpen met vergunningen en planning van de grote infra-projecten, om zeker te weten dat er niet te veel tijd zit tussen de bouw van een waterstoffabriek en de aanleg van pijpleidingen om het waterstof te vervoeren.
Subsidie voor waterstof
Naast infrastructuur speelt financiering vanuit de overheid een belangrijke rol. Groene waterstof is nu nog veel te duur en ook het afvangen van CO2 vraagt om (te) grote investeringen. Bedrijven kijken daarom massaal naar Vadertje Staat, die met subsidies de industrie groener moet maken. Het is de vraag in hoeverre dat zal gebeuren; mogelijk zal het nieuwe kabinet alleen subsidie geven om de eigen klimaatdoelen voor de industrie te halen.
Zelfs als de infrastructuur en financiering op orde is, zal verduurzaming niet makkelijk zijn. Grootschalige productie van groene waterstof vraagt om veel groene stroom. De elektriciteitsbehoefte van de industrie verdubbelt tot 2030, aldus de doorrekening van het PBL. 40 procent van die stijging komt door groene waterstofproductie. De rest komt door de elektrificatie van processen die nu nog met fossiele brandstof werken.
En het afvangen van CO2, de andere pijler onder de mogelijke uitstootvermindering? Er zijn vraagtekens te plaatsen bij de effectiviteit van de techniek, zoals wij eerder al analyseerden. Toch is het onvermijdelijk dat er CCS-projecten komen; anders zou CO2-reductie op korte termijn onmogelijk worden.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in