De industrie gebruikt polymeren (de technische term voor microplastics) om structuur te geven aan vloeibare substanties, zoals zeep, verfmateriaal en cosmetica. Maar het is een omstreden grondstof. Al in oktober 2020 wees de Europese Commissie op een gebrek aan kennis over de gezondheids- en milieurisico’s. Daarom zouden er vanaf 2022 verplichte tests moeten plaatsvinden. De EU eist basisinformatie over alle chemicaliën die in Europa worden gemaakt of geïmporteerd. Daarnaast zijn veiligheidstests vereist voor alle stoffen met een groter volume. Polymeren zijn de enige uitsluiting, zo laat de website van het Europese Milieubeleid (EEB) weten.
Plastic is schadelijk voor mens en dier
Wetenschappers toonden al eerder aan dat polymeren werden aangetroffen in placenta’s, hersenen, lever en nieren van dier en mens. De schade die deze kleine deeltjes aanrichten, is onomkeerbaar omdat ze onoplosbaar zijn. Maar de industrie heeft via een lobby ingebracht dat door de grootte van de polymeren deze niet in het menselijk of dierlijk lichaam kunnen belanden. De Europese Commissie heeft nu een wetsontwerp ter bespreking ingediend.
Met het nieuwe wetsontwerp van de Europese Commissie zal straks slechts 6 procent van de schadelijke stoffen in plastic fabricaten binnen de regelgeving vallen, waardoor 94 procent van de polymeren niet onderzocht hoeft te worden, zo waarschuwt het Europese Milieubureau (EEB). Over het gros van de polymeren hoeft de industrie dus geen informatie te verstrekken.
Gevaarlijke ontwikkeling
Dolores Romano, beleidsmanager chemicaliën bij EEB, vindt dit een gevaarlijke ontwikkeling. “Dat betekent dat we geen basisinformatie meer hebben over de gevaarlijke eigenschappen van de meeste polymeren die in Europa worden gebruikt en die alomtegenwoordig zijn in het milieu. Bedrijven die downstream gebruikers van polymeren zijn, zullen hun klanten, werknemers en consumenten niet kunnen garanderen dat hun producten veilig zijn.” Ze geeft daarbij aan dat het gezondheids- en milieubeleid mens en milieu niet zal beschermen tegen de potentiële risico's van polymeren. “We hebben het over 200.000 chemicaliën, geproduceerd en gebruikt in miljoenen tonnen per jaar.”
Gelijk speeldveld voor gelijke kansen
Wat volgens Romano nodig is, is een krachtig politiek engagement van de Commissie, de lidstaten en het EU-parlement om vervuiling aan te pakken. En, voegt ze toe: “We moeten de gevaarlijkste chemicaliën - inclusief polymeren - verbieden en marktprikkels creëren voor veiligere alternatieven.” Dat betekent dat bedrijven die gevaarlijke stoffen produceren of gebruiken de milieu- en gezondheidskosten van hun activiteiten meerekenen. Het is dan aan die bedrijven om de kosten te dekken die worden gemaakt door handhavingsinstanties om chemicaliën te controleren en te reguleren. Dit zou volgens Romano zorgen voor een gelijk speelveld voor veiligere alternatieven.
Designfout om niet natuurlijk te werken
Sjoerd Trompetter van persoonlijk verzorgingsmerk Naïf noemt het een designfout dat überhaupt op zo’n grote schaal microplastics worden gebrukt voor personal care. “Schandalig en niet nodig. De industrie verschuilt zich achter het scherm dat het niet onomstotelijk bewezen is dat het schadelijk is.” Hij noemt dat een zwaktebod, want het staat vast dat we het ecosysteem aan het vergiftigen zijn. Hij noemt het voorbeeld van de microbeads, die gebruikt werden in bijvoorbeeld tandpasta of scrubcrèmes. “En die zijn heel recent verboden, dat heeft lang geduurd. Het gebruik van polymeren is de volgende stap: dat moet verboden worden want het wordt ontzettend veel gebruikt omdat het makkelijk en goedkoop is.”
Maak de wereld beter, niet slechter
Dat er wetgeving nodig is om dit gebruik te beteugelen, vindt hij gênant. “Het kan toch niet, dat je als bedrijf pas actie onderneemt als de wet het je voorschrijft? Het is een keuze die je zelf kunt maken, alle bedrijven kunnen die verantwoordelijkheid nemen. Het doel voor ons allemaal is toch de wereld beter achter te laten dan we die hebben aangetroffen?” Dat het kan, laat Trompetter zien met zijn merk Naïf dat van enkel natuurlijke materialen wordt gemaakt. Ja, het is duurder, zegt hij. En het kost tijd. Hij wil dan ook niet het onmogelijke eisen voor grote fabrikanten. Of zoals hij zegt: “Ieder bedrijf moet op haar eigen vakgebied proberen de wereld beter te maken, zeker niet slechter.”
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in