Hoewel Leenaars net als de rest van Nederland aan huis gekluisterd haar werk doet, en als jonge moeder veel ballen in de lucht moet houden, spat de energie en de positiviteit van het scherm af tijdens het video-interview. “Wij zijn een vloerenfabrikant met veel aandacht voor duurzaamheid, en dat is ook de reden dat ik hier werk”, lacht Leenaars. “Nadat we onze ‘Mission Zero’ hebben volbracht gaan we nu een volgende stap zetten. We willen de opwarming van de aarde omkeren, door te laten zien dat CO2-negatieve producten mogelijk zijn, waardoor er meer en meer vraag naar ontstaat en dit naast C02-neutrale producten, de norm wordt. ”
Interface maakt tapijt- en luxe vinyltegels, maar ook rubber vloeren. De duurzame strategie van Interface ontstond in 1994, aanvankelijk om commerciële redenen. “Een klant vroeg wat we als leverancier aan het milieu deden. Het antwoord was dat Interface zich conformeerde aan alle milieuwetten. Dat vond die klant niet voldoende, waardoor we een belangrijk project verloren.”
Taskoforce voor duurzame missie
Voor oprichter en toenmalig CEO Ray Anderson leidde die ontluisterende ervaring - na het verslinden van het boek ‘The Ecology of Commerce’ van Paul Hawken - uiteindelijk tot een openbaring en transformatie, voor hem persoonlijk en zijn bedrijf. Hij zette een taskforce op en besefte dat de visie en de missie van Interface op een duurzame leest geschoeid moesten worden. “Anderson realiseerde zich dat hij met zijn bedrijf succesvol was geweest, maar dat hij de planeet pijn had gedaan”, vertelt Leenaars. “Hij begreep dat alleen het bedrijfsleven deze trend zou kunnen keren. Hij wilde zelf impact creëren door zijn eigen bedrijf te veranderen en daarmee de rest van de industrie. Anderson besloot dat Interface in 2020 geen negatieve milieu-impact meer mocht veroorzaken en uiteindelijk regeneratief zou worden. In de jaren ’90 werd hij als radicaal gezien.”
Het besluit van Anderson had grote impact, want Interface was -net als andere spelers in de markt- een petrochemisch intensief bedrijf, dat voor haar producten nagenoeg voor 100 procent gebruik maakte van zogenaamde ‘virgin’ fossiele grondstoffen en niet aan recycling deed. Auteur Paul Hawken, de afgelopen jaren weer succesvol met zijn boek ‘Drawdown’, was een van de leden van het ‘eco dreamteam’ dat Interface hielp een nieuwe strategie uit te stippelen.
Integrale en vernieuwende aanpak
Dat leverde een integrale en vernieuwende aanpak op. Langs zeven lijnen nam het bedrijf de strategie op de schop: van het verminderen van afval tot het overstappen op hernieuwbare energie, tot en met het sluiten van kringlopen en het hanteren van een stakeholder-model. Uit een levenscyclusanalyse bleek dat de grootste CO2-impact zat in de grondstoffen die gebruikt werden. “De garens bijvoorbeeld, het fluffy-gedeelte van tapijttegels, dat was allemaal virgin petrochemisch materiaal. Er werden in het verleden helemaal geen recycled of biobased materialen gebruikt”, aldus Leenaars. “Interface heeft toen haar leveranciers betrokken in de missie om geen negatieve impact op de planeet te hebben.”
Anderson was volgens Leenaars een ‘early visionair’. Door jaarlijks kleine en grote stappen te zetten heeft het bedrijf inmiddels grote impact bereikt. “Hij heeft daarmee ook de hardnekkige mythe ontkracht dat duurzaamheid en financieel rendabel zijn niet samengaan. ” Interface is een in Atlanta gevestigde multinational met 4.000 medewerkers. De omzet bedraagt meer dan een miljard dollar per jaar. De tapijttegelproductie voor Europa zit in het Gelderse Scherpenzeel, waar ook het Europese hoofdkantoor staat.
Opwarming van de aarde omkeren
Sinds dit jaar wil Interface een ‘herstellende bijdrage’ leveren aan het klimaatvraagstuk. “We willen de opwarming van de aarde omkeren”, aldus Leenaars. “Als je een CO2-negatieve onderneming wil zijn, dan moet je ook CO2-negatieve producten hebben.”
In de Verenigde Staten zijn de C02-negatieve producten al in de markt gezet. Europa volgt binnenkort. “Dat nieuwe product wordt in Scherpenzeel gemaakt. Daar is een forse innovatie-inspanning aan voorafgegaan. Er is vijf jaar aan gewerkt. De rug van de tapijttegels is gemaakt van biobased en gerecyclede materialen. We ontwikkelen ons van een petrochemisch intensief bedrijf in de jaren 90, naar een regeneratief, klimaatpositief bedrijf in 2040.”
De vloeren van Interface zijn over hun gehele levenscyclus CO2-neutraal. De data over 2019 laten een gemiddelde CO2-reductie van 74 procent zien ten opzichte van het vergelijkingsjaar 1996. Leenaars: “Dat hebben we bereikt door bijvoorbeeld de C02-impact van de grondstoffen te verlagen, minder materiaal te gebruiken, het percentage gerecycled materiaal te verhogen en gebruik te maken van hernieuwbare energie voor de productie. Daar waar nog geen oplossing voor is plus in de gebruiksfase van de klant tot aan einde levensduur compenseren we de CO2-uitstoot. Bovendien hebben we ons terugname programma waarin we samen met onze partner Sparo inzetten op reuse.”
Duurzaamheidsreis aan het begin
Met tapijttegels is Interface het verst. De luxe vinyltegels en de rubber vloeren zijn in 2017 en 2018 in het assortiment terechtgekomen, zo heeft Interface in 2018 het bedrijf Nora Rubber in Weinheim, Duitsland gekocht. “Daar staan we met onze duurzaamheidsreis nog aan het begin”, zegt Leenaars. “Maar we hanteren hier dezelfde aanpak als bij de tapijttegels en zetten belangrijke stappen. Ook hier werken we langs zeven fronten. Daarnaast maken deze vloeren onderdeel uit van het Carbon Neutral Floors programma.”
De impact die Interface wil realiseren reikt verder dan het eigen bedrijf. “Wij opereren in de gebouwde omgeving. Die sector is, met name door het gebruik van beton, staal en glas, goed voor bijna 40 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Wij laten zien dat de C02-impact van producten ook anders kan. De bouw kan zich ontwikkelen van een sector die een bron is van CO2-emissies tot een sector die de basis is van CO2-opslag. Het is onze ambitie een beweging te creëren in de gebouwde omgeving om stappen te zetten waarin C02-neutrale en C02-negatieve producten de norm zijn. Bouwers, architecten en opdrachtgevers, iedereen in die markt heeft de mogelijkheid impact te maken door bewuste keuzes te maken, bijvoorbeeld beter renoveren dan nieuw bouwen, beter een C02-neutraal of low carbon product of bouwmateriaal dan een met een hoge C02-impact.”
Voorbeeldfunctie
Vastgoedeigenaren en gebruikers spelen een cruciale rol in de transitie van de gebouwde omgeving meent Leenaars. “Eigenaren en huurders van kantoren, schoolgebouwen en ander maatschappelijk vastgoed kunnen meer partijen in de bouw aanzetten tot het gebruik van materialen die een lage CO2-voetafdruk hebben of zelfs CO2 vasthouden, zoals vlas en hennep. Door te laten zien dat het kan, ontstaat er vanzelf vraag in de markt”, zegt Leenaars. “Het vraagt om innovatie en creativiteit. Ik hoop dat onze aanpak andere partijen inspireert.”
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in