In het nieuwe onderzoekscentrum in Pittsburgh, Pennsylvania, werkt Alcoa aan verbeterde 3D-printlegeringen voor aluminium, nikkel en titanium. Daarnaast ontwikkelt het een eigen en nieuw productieproces, Ampliforge, dat printen en smeden combineert.
“Met onze gecombineerde kennis in het maken van metaallegeringen, bewerkingsmethoden en ontwerptechnologie gaan we de grenzen van de industrie verleggen”, zegt Klaus Kleinfeld, CEO van Alcoa. “We investeren in de komende generatie 3D-printers voor de ruimtevaart en verder.”
Met geoptimaliseerde 3D-printpoeders wil Alcoa de technologie aantrekkelijker maken voor gebruik in de automotive, luchtvaart, bouw en medische sector.
Smelten, printen en smeden
3D-printers voor plastics werken doorgaans met filamenten die uit een spuitkop komen. Printers voor metaal werken met poeders, die de machines laagsgewijs opbrengen.
Een laser smelt de metaalpoeders selectief samen, waarna er opnieuw een laag poeder wordt toegevoegd. Het onversmolten poeder is opnieuw te gebruiken.
Om metalen onderdelen zo sterk mogelijk te maken, zijn vaak verschillende temperatuurbehandelingen en smeedbewerkingen nodig. Een 3D-printer kan dat niet zelf.
Ampliforge
Met zijn proces Ampliforge combineert Alcoa het beste van de traditionele metaalindustrie en het 3D-printen. Een printer maakt daarin de ruwe vorm, met zo min mogelijk materiaal. Een smeedproces optimaliseert daarna de mechanische eigenschappen van het object.
Zo zijn voor de verschillende industrieën constructies en onderdelen te maken die en lichter en sterker zijn dan voorheen mogelijk was. Dat scheelt in de eerste plaats materiaalgebruik. In auto’s en vliegtuigen bespaart het daarnaast gedurende de volle levensduur brandstof.
Bekijk een 3D-printer voor metaal:
Bron: Metaalnieuws, Alcoa | Foto: Dennis Jarvis, via Flickr Creative Commons (Cropped by Duurzaambedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in