Zoals zoveel goede ideeën, ontstond The Great Bubble Barrier uit een gesprek tussen vrienden. Francis Zoet, Anne Marieke Eveleens en Saskia Studer kennen elkaar van het lesgeven op een zeilschool en zetten in 2014 vraagtekens bij hun huidige banen. Er zijn zó veel maatschappelijke problemen in de wereld; zijn hun banen er wel op gericht daar oplossingen voor te vinden?
Van een afstand zien ze Boyan Slat, oprichter van The Ocean Cleanup, zijn eerste stappen zetten met een technologie die een einde moet maken aan de plastic soep in oceanen. Fantastisch, vinden ze. Maar drijft er in de Amsterdamse grachten niet ook een hoop rotzooi? “Voor het plastic in oceanen wordt iets bedacht, maar het afval in grachten laten we zo aan ons voorbij drijven”, concluderen de zeilvrienden. De kiem voor een radicale carrièreswitch is gelegd.
Uitmonden in zee
De aanwezigheid van plastic afval in beekjes, rivieren en kanalen is een probleem dat steeds groter wordt. Het is bovendien een van de hoofdoorzaken van de plastic soep in oceanen, zien Zoet, Eveleens en Studer. Rivieren monden namelijk uit in zee en transporteren zo grote hoeveelheden plastic naar internationale wateren.
De vrienden bedenken er een oplossing voor. Die blinkt uit in simpliciteit – in essentie bestaat de oplossing uit slechts drie onderdelen: een geperforeerde buis, een opvangbak en een compressor. Door de buis, die op de bodem van rivieren, kanalen of grachten wordt geplaatst, pompt een compressor lucht. Uit de gaten schieten dan kleine luchtbellen die zich een weg naar het wateroppervlak banen en zo een ‘muur van bubbels’ vormen. Doordat de buis diagonaal op de waterweg wordt geplaatst, zorgt de natuurlijke stroming voor een stuwende kracht dat het plastic naar de kade toebrengt. De bubbelmuur houdt drijvend afval tegen en stuwt het dus naar één punt. Daar ligt een opvangbak die het afval verzamelt. De voordelen? Vissen en vogels worden door het scherm van bubbels niet gehinderd, en ook de scheepvaart kan onverstoord zijn gang gaan.
Parttime zwoegen
Met het idee richten Zoet, Eveleens en Studer in 2015 The Great Bubble Barrier op, een start-up waaraan ze de eerste jaren parttime werken. Al snel sluit Philip Ehrhorn zich bij het team aan, een milieu-ingenieur uit Duitsland die al experimenten aan het doen was met een vergelijkbaar idee. Er volgen jaren van zwoegen om The Great Bubble Barrier op de kaart te zetten.
“De hele periode van 2015 tot 2018 hebben we parttime gewerkt”, vertelt Zoet. “Heel veel werken in de avonden dus. Dat was best pittig. Zelf heb ik me vanaf 2017 fulltime op The Great Bubble Barrier kunnen richten, dankzij de hulp van vrienden en familie. Maar mijn medeoprichters deden toen alles nog tussen de bedrijven door.”
Beetje bij beetje lukt het de vrienden, inmiddels compagnons te noemen, hun techniek te bewijzen aan de buitenwereld. De Bubble Barriers verschijnen op steeds meer locaties: Amsterdam, Katwijk, Harlingen – zelfs de Portugese gemeente Vila do Conde schaft er één aan. De installatie in de Amsterdamse Westerdok ligt er het langst, inmiddels zo’n vijf jaar.
85 procent vangst
Zoet heeft daarom goed kunnen meten hoe veel afval het systeem onderschept. “In Amsterdam vangen we 80 kilo afval per maand, ruim 15.500 stukjes plastic”, zegt Zoet. “Het gaat om veel verpakkingsmateriaal en plastic flesjes, al is dat laatste sinds de komst van statiegeld wel iets aan het afnemen. Maar we vangen ook grotere onderdelen, zoals beeldschermen, menukaarten, stoelen, verkeersborden en schilderijen.”
Geschat wordt dat de bellenschermen 86 procent van al het zwerfafval in waterwegen kunnen opvangen, deeltjes die tot wel één millimeter klein zijn. Kleiner is vanwege praktische redenen lastig. “Er groeit natuurlijk veel organisch materiaal onder water”, legt Zoet uit. “De opvangbak heeft gaten van een centimeter, maar door het organisch materiaal is dat binnen een paar weken een halve centimeter geworden. Als je gaten van een millimeter zou maken, zitten die morgen dicht.”
Door het vele testen begint ook langzaam duidelijk te worden bij welke omstandigheden de bubbelschermen effectief kunnen zijn. “We kijken nu naar waterwegen van minimaal 15 meter breed en maximaal zo’n 200 meter. 250 meter zouden we misschien ook nog net redden. Wat betreft diepte hebben we getest tot ongeveer 7 meter.”
Tien haalbaarheidsstudies
Het systeem klinkt zó simpel en effectief, dat je je afvraagt: waarom liggen er niet in elke gemeente al minstens drie Bubble Barriers? Zoet: “Dat komt omdat de trajecten met overheden lang zijn. De gemiddelde lengte is zo’n drie tot vier jaar. We hebben dit jaar minstens tien haalbaarheidsstudies gedaan. Dan wordt er gekeken naar vergunningseisen, bodemprofielen, stroomsnelheden, dat soort zaken. We zijn wel met veel zaken tegelijk bezig, dus het zou zomaar kunnen dat we binnen twee jaar ineens tien Bubble Barriers in het water hebben liggen.”
Financiering
Inmiddels is het idee dat bijna tien jaar geleden ontstond op de zeilschool in een flinke stroomversnelling geraakt. Het gaat zó goed met The Great Bubble Barrier dat Zoet even moet nadenken als haar wordt gevraagd tegen welke struikelblokken ze wel eens aanloopt. Uiteindelijk bedenkt ze die zich: het ophalen van financiering. Voor The Great Bubble Barrier is dat geen noodzaak, maar het zou verdere groei vooruit kunnen helpen.
“We zijn nog altijd self-owned. Dat wil zeggen dat we in de acht jaar van ons bestaan nog nooit een investering nodig hebben gehad. We hebben een flinke track record opgebouwd bij klanten, maar laten misschien niet de steile groeicurven zien die andere impact-start-ups wel hebben. Dat vinden investeerders vaak minder interessant.” Daarnaast geeft Zoet aan dat een investering in haar bedrijf ironisch genoeg te weinig risico met zich meebrengt. “Daardoor vallen we net niet in die categorie van investeerders die voor hoog risico, hoog rendement gaan.”
Beleidshaakjes
Uiteindelijk zou The Great Bubble Barrier zich gesterkt voelen door scherper beleid op het gebied van plasticvervuiling. Allereerst internationaal; nieuwe mondiale afspraken die ertoe leiden dat overheden verplicht maatregelen moeten ondernemen om plasticafval in waterwegen te verminderen. Maar ook het verruimen van bestaand beleid zou helpen, waardoor lokale overheden en organisaties makkelijker een Bubble Barrier in hun gemeente kunnen installeren.
“We merken dat er veel waterschappen, overheden en commerciële partijen een Bubble Barrier willen”, zegt Zoet. “Maar als overheidsinstanties iets voor elkaar willen krijgen, moeten ze een haakje vinden binnen een beleidspakket om het project aan op te hangen. Zelfs als er private financiering voor is. Er moet een goede reden zijn waarom een project gewenst is, anders wordt het als onbelangrijk gezien. Dat is voor ons dus best cruciaal.”
Zoet en haar inmiddels veertien collega’s willen hun ogen nu steeds meer op het buitenland gaan richten. De installatie in Portugal was daarvoor het startsein. “Er lopen veel verschillende trajecten. Bijvoorbeeld in Azië, waar we bezig zijn in Indonesië en Thailand. Tegelijkertijd zijn we ook bezig in de Verenigde Staten. Daar gaat het ontzettend rap, ze zijn daar erg ingesteld op publiek-private samenwerking als deze. Dus dat is heel leuk om te zien.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in