De pandemie heeft de digitalisering versneld. De meeste technologie die voor de digitalisering nodig was, bestond gelukkig al. De invoering ervan is alleen sneller gegaan. Digitalisering heeft uiteraard tal van voordelen, maar brengt ook grote nieuwe uitdagingen met zich mee.
We zijn inmiddels sterker dan ooit afhankelijk van data, datacenters en de telecominfrastructuren voor de verbinding. En we weten: megabits bestaan niet zonder megawatt. Naarmate we meer data nodig hebben en produceren, zal het energieverbruik stijgen. Onze economie en samenleving geven vol gas op het gebied van data, ongeveer gelijktijdig met het besef dat we het energieverbruik fors moeten afremmen als we de klimaatverandering willen tegengaan.
Groeien en groei afremmen
Hoe kan de datacentersector beide doelen dienen? Hoe kun je groeien en tegelijk groei afremmen? Dat is een vraag waar de energie- en datacenterindustrie de komende tijd een goed antwoord op moet hebben. Bovendien gaat het niet alleen over het energieverbruik voor dataproductie en -opslag. In vrijwel elke sector neemt de vraag naar elektrische energie enorm toe. Dat brengt voor datacenter-operators nog eens extra uitdagingen met zich mee: hoe garandeer je voldoende beschikbaarheid (tegen een reële prijs) van schaarse, nieuwe energieproductie?
Deze uitdaging speelt bijvoorbeeld in Dublin: de stad is uitgegroeid tot een belangrijke Europese datahub, en hun datacentra leggen momenteel beslag op ongeveer 11 procent van de Ierse energienetwerkcapaciteit. Er wordt gewaarschuwd dat dit percentage aanzienlijk zal stijgen. Daarom heeft de overheid hier ook een grote rol in: die bepaalt de regels en richting voor de energiemarkten en zal complexe en ingrijpende beslissingen moeten nemen over hoe energie wordt geproduceerd, beheerd en wie voorrang krijgt bij het stroomverbruik.
Zeewolde en Meta
Ook in ons land is dit een actuele kwestie. In Zeewolde zou Meta, het moederbedrijf van onder meer Facebook een enorm datacentrum bouwen. De techgigant had al een principeovereenkomst met de gemeente voor de aankoop van 200 hectare landbouwgrond waarop een datacenter van 166 hectare zou komen. Het geschatte energiegebruik zou zo’n 1.380 gigawattuur zijn, omgerekend is dat gelijk aan het stroomverbruik van zo’n 460.000 gezinnen. Door verzet in de Eerste en Tweede Kamer heeft Meta toch van de bouw afgezien.
Datacentra en hun rol bij de energietransitie
Belanghebbenden in de datacentersector - van big tech en service providers tot projectontwikkelaars en vastgoedeigenaren - zijn gewend om altijd de energie te krijgen die ze nodig hebben. Maar gezien de explosief stijgende vraag in alle sectoren is dat niet meer zo vanzelfsprekend. De datasector kan stellen dat digitalisering leidt tot minder vraag elders (verkeer, logistiek en transport), maar dan nog blijft het beslag van dataopslag en -verkeer op het totale energienet enorm. Dus zal deze sector serieus werk moeten maken van duurzaamheid, blijkt uit een studie van BloombergNEF. Daarmee moet ook nagedacht worden over de rol van het datacenter. Zeker nu TenneT bekend maakte dat het net vol zat in Noord-Brabant en Limburg.
Lees ook: Wie krijgt bij netcongestie voorrang?
Er zullen nieuwe maatstaven en een nieuwe aanpak voor het ontwerp en de activiteiten van datacentra nodig zijn. Ook zal er iets moeten gebeuren met het energieverbruik van de totale telecominfrastructuur, die een nog veel grotere energiebehoefte heeft dan die van de datacenterindustrie. We gaan op alle terreinen veel meer data toepassen en moeten tegelijk onze energiebehoefte terugschroeven en verduurzamen.
De verhouding weer in evenwicht brengen
Het op elkaar afstemmen van data en energie is een unieke kans voor de energiemarkt. Voor datacenters ligt er een uitgelezen mogelijkheid om de relatie met energie te vernieuwen: datacenters zijn niet alleen grootverbruiker van stroom, maar kunnen zich ook ontwikkelen tot locaties die het energienet ondersteunen met nieuwe energiediensten en met opslag en opwekking van energie. Denk aan zonnepanelen op de daken van de centers.
Nu loopt de verhouding tussen energie en data misschien scheef, maar beide moeten snel weer op elkaar worden afgestemd. In sommige gevallen zullen ze ook in fysieke zin naar elkaar toekruipen.
Sector coupling (het verbinden van verschillende sectoren om (groene) stroom zo efficiënt mogelijk te benutten) is daarmee een belangrijk thema voor de datacenterindustrie dit jaar. Er zijn al voorbeelden van hoe dat eruit zou kunnen zien in de praktijk. In de komende jaren moeten we grote stappen zetten om de verhouding tussen data en energie weer in evenwicht te brengen. Datacenters kunnen dan, in plaats van een probleem, een wezenlijk onderdeel zijn van de oplossing voor de energietransitie.
Danny Wessels is Field Product Manager Power Quality bij Eaton, een Amerikaans-Iers energiebedrijf.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in