Voorzitter Werner Schouten van de Jonge Klimaatbeweging is teleurgesteld maar niet verbaasd over het slechte nieuws dat de studie van het Planbureau voor de Leefomgeving laat zien. “Het past geheel bij het bestaande plaatje van Nederland: we zijn een fossiel land in hart en nieren. We blijven steeds achter de feiten aan hollen.” Eerder al mistte Nederland de boot toen het aan de basis van de ontwikkeling van windturbines stond, maar niet doorpakte: dat deden landen als Denemarken wel.
Het gaat geld kosten
Een klein welvarend land zou toch in staat moeten zijn om niet achteraan maar juist voorop te lopen als het om duurzaam beleid gaat? We hebben geld, bekende wetenschappers en zijn een overzichtelijk, want klein land. Daar is Schouten het mee eens en het is ook voor hem onduidelijk waarom het niet lukt. “We halen steeds de afgesproken doelen niet en zelfs een gerechtelijk vonnis kan daar niets aan doen.”
Het is vooral spijtig, legt Schouten uit, omdat het Nederland geld gaat kosten. Urgenda stapt namelijk opnieuw naar de rechter om dwangsommen op te leggen aan de Nederlandse staat, omdat er te weinig gevolg is gegeven aan het vonnis in de Urgenda-zaak in 2015. In dit vonnis staat dat Nederland maatregelen onderneemt om de CO2-uitstoot met een kwart te reduceren ten opzichte van 1990.
Schouten: “Fossiele brandstoffen zijn zo verweven met de identiteit van ons land en daarnaast zijn we erg laat begonnen. In 2008 voerde het Verenigd Koninkrijk als eerste een Klimaatwet in, waar wij nog in 2015 en 2016 Kolencentrales hebben geopend. Bij ons blijft de korte termijn maar regeren. We zijn als land heel goed in het stellen van langetermijndoelen, maar heel slecht in het behalen ervan. Het is voor een groot deel aan opportunisme te wijten.”
Tekort aan beleid
De landen om ons heen maken duidelijk dat het vooral met beleid te maken heeft. Het rapport van het PBL geeft aan dat landen als Denemarken en het Verenigd Koninkrijk laten zien dat de overheid blijvend risico’s voor investeerders moet wegnemen. Daarnaast worden in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk burgers op een goede manier betrokken bij het energie- en klimaatbeleid. Ook valt uit het rapport op te maken dat Denemarken en het Verenigd Koninkrijk in relatief korte tijd schoner werden, doordat het gebruik van kolen vrijwel is verdwenen uit de elektriciteitsproductie. Energie-eilanden voor schone waterstof zijn in aanbouw – mits het juiste beleid gevoerd wordt, kan dat in Nederland ook, zo staat er.
Schouten ziet al deze onderzochte feiten met lede ogen aan. Hij is jaloers op een land als Zweden waar een Klimaatwet ervoor zorgt dat elk nieuw kabinet haar klimaatdoelen en dito plannen moet voorleggen om te laten zien hoe deze bijdragen aan het behalen van de duurzame doelstellingen op de lange termijn. En in het Verenigd Koninkrijk is een Committee on Climate Change opgezet, die toeziet op de Klimaatdoelstellingen en de weg er naar toe in kleinere stukken opknipt, om te zien – als ware het een routekaart – welke stappen moeten worden genomen om daar te komen.
Vooruitkijken en handelen
Schouten: “Je ziet in die landen veel consistentie in beleid, waardoor iedereen, jong en oud, bedrijven en overheden, weten waar ze aan toe zijn. Dat missen wij enorm.” Volgens Schouten mag er een klimaatautoriteit komen, een college van wetenschappers die emissiebudgetten opstelt. Per vijf jaar mogen ze berekenen wat Nederland moet bereiken en welke opties er zijn om die budgetten te halen. “Een programmatische aanpak is het enige wat helpt, vooruitkijken en nu handelen. En vooral moet de politiek zich eerst kwetsbaar durven opstellen en zeggen: ‘Wij zijn niet geëquipeerd om de doelen te behalen. We hebben hulp nodig.’ En er is haast nodig. Het is nu het moment om alle kennis en acties op te nemen in het nieuwe regeerakkoord.”
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in