Never waste a good crisis. Die zin is al meermalen voorbijgekomen in artikelen en opiniestukken over de herinrichting van de economie ná de coronacrisis. Het idee daarachter is dat de chaos die een crisis met zich meebrengt ruimte biedt voor verandering en vernieuwing. Zelfs premier Mark Rutte waagde zich aan uitspraken over de vormgeving van een nieuwe realiteit. “Diegene die denken dat de wereld van voor corona terugkeert, precies zoals die toen was, die leven in een illusie. En dat biedt dus ook kansen om opnieuw met elkaar te gaan nadenken over hoe de wereld er na deze crisis uitziet”, zei Rutte eind maart tijdens een debat in de Tweede Kamer.
De mogelijkheden tot verandering die een crisis biedt, herkent Angela Wigger, associate professor Global Political Economy bij de Radbouduniversiteit. “Vanuit mijn onderzoek zie ik al ruimte voor wat we in het Engels agency noemen. Dat betekent dat we kunnen handelen en de geschiedenis een andere draai geven en zo een nieuwe richting kunnen inslaan.” Wigger onderzoekt al jaren crises en de reacties daarop.
Ieder voor zich en god voor ons allen
Naast mogelijkheden tot verandering biedt een crisis ruimte voor reflectie. Dat merkt Richard Kooloos, directeur Duurzaam Bankieren bij ABN AMRO, op. “Ik denk dat er weinig mensen zijn die in crisistijd liever het Amerikaanse systeem dan het Nederlandse systeem hebben. In de VS zie je wat er gebeurt als je minder weerbaarheid in je sociale structuur inbouwt: dat het ieder voor zich en god voor ons allen is”, zegt Kooloos. Voor hem toont de coronacrisis aan hoe belangrijk een sociaal vangnet en een ‘robuuste samenleving’ zijn.
Toch ziet Kooloos dat ook onze maatschappij zich meer richting het Amerikaanse model beweegt. Doordat de ‘gig economy’ groeit, stijgt de groep kwetsbaren in de samenleving. “Het is een soort stoelendans. Zolang de muziek loopt gaat het allemaal goed, maar op het moment dat de muziek ophoudt, zoals met Covid-19, blijkt in een keer dat er niet één iemand zonder stoel zit, maar wel dertig mensen.”
Als oorzaak wijst hij op de drang naar efficiëntie die sinds de industriële revolutie overheerst. De constante vraag om lagere prijzen zorgt ervoor dat in feite alles dat niet verboden is, is toegestaan. Als voorbeeld geeft hij uitzendbureaus en wegvervoerders die constructies optuigen waardoor Roemenen hier onder het sociaal minimum aan het werk zijn. Bedrijven voelen zich gedwongen om met zulke structuren te werken om te kunnen concurreren. “Dat is allemaal juridisch correct, maar het deugt niet.”
Lees ook het eerder interview met Richard Kooloos: 'Wij willen naast de financiële cijfers ook de CO2-uitstoot van de klant weten'
Economie versus klimaat: een valse tegenstelling
Efficiëntiedruk dwong bedrijven te bezuinigen op alles waar geen duidelijke prijs aan te hangen was. Bedrijven besteedden geen aandacht aan de zogenoemde ‘externaliteiten’: van mensenrechten tot milieuvervuiling. Daar komt men nu langzaamaan van terug. “Het belang van die externaliteiten wordt zo groot; als we die niet meenemen helpen we uiteindelijk de samenleving en de economie om zeep”, zegt Kooloos. “Als je dat niet op je vizier hebt, dan mis je de olifant in de kamer.” Covid-19 zet volgens hem een schijnwerper op al die rauwe kanten van de economie.
Hij vervolgt: “Er wordt vaak een valse tegenstelling gemaakt tussen economie en klimaat, maar onderzoek laat zien dat te laat en te zacht ingrijpen ten aanzien van het klimaat tot zeven keer grotere schade oplevert voor de generaties na ons, in vergelijking met het beetje pijn dat we nu moeten absorberen.”
Kooloos merkte dat dit besef in de sector al groeide voordat Covid-19 zijn intrede deed. Grote investeerders, banken en adviesbureaus zeggen dat klimaatrisico’s managen essentieel is om de stabiliteit van het economische systeem te waarborgen. "Dit kan het begin zijn van een systeemverandering", aldus Kooloos. De grote vraag is echter wat de impact van de coronacrisis hierop is: versnelt of vertraagt de huidige crisis die verandering? Het kan nog alle kanten op.
Eén euro is drie keer zoveel waard
Kooloos ziet een belangrijke uitdaging voor de komende tijd: hoe we ervoor zorgen dat al die miljarden die overheden en banken nu investeren, meer opleveren dan alleen kortetermijn financiële groei? “Dat je die ene euro dus niet één keer laat werken, maar twee of drie keer. Dat is de uitdaging, want als we dat niet doen dan is zometeen het geld op maar het klimaatprobleem nog niet aangepakt.”
Kooloos ziet een terugval naar de situatie van voor Covid-19 ook als een denkbaar toekomstscenario. “Dat is absoluut een mogelijkheid”, zegt hij. “Veranderen is leuk voor de mensen die er beter van worden, maar niet leuk voor de mensen die er slechter van worden.” En die laatste mensen zijn er. Denk aan mensen die werken bij energie-intensieve bedrijven of bij bedrijven die volledig afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen.
Wigger ziet nu al tekenen dat juist degenen die belang hebben bij het voortbestaan van de oude economie aan het langste eind trekken. Door het redden van grote bedrijven met belastinggeld, het beleid van de Europese Centrale Bank en de indirecte staatssteun die landen geven door bedrijfsbelastingen uit te stellen, wordt juist de oude economie gesteund. “Wat helaas niet ten gunste komt van de duurzame bedrijven”, zegt Wigger.
Ook over de Europese Green Deal is zij pessimistisch. “Ik zie daardoor geen grote transformaties plaatsvinden, omdat die gevestigde belangen het al van begin af aan verwaterd hebben en nu de coronacrisis gebruiken voor een time-out in het omzetten van vergroeningsmaatregelen.”
Ondanks dat Wigger liever een positief verhaal vertelt, vermoedt zij dat de oude industrie zelfs sterker uit de coronacrisis komt. Net als na de bankencrisis in 2008 gebeurde. “In 2008 werd de financiële sector gered en hierdoor werd ook de machtspositie van de financiële sector direct hersteld.” Door grote (vervuilende) bedrijven te redden, hebben we onze kans op verandering op de korte termijn verkeken. Daarom is het volgens Wigger wachten tot de crisis ook hier volledig toeslaat. “Het wordt heftig”, denkt zij. Ook Kooloos waarschuwt voor die crisis. “Dan hebben we een groter probleem dan vier maanden geleden, zou ik zeggen.” Hij heeft echter nog hoop dat we voor positieve veranderingen niet op de volgende crisis hoeven te wachten.
Verandering binnen of buiten het huidige systeem
Terwijl Kooloos pleit voor verandering binnen het huidige systeem, is Wigger van mening dat er een radicale systeemverandering nodig is. Die verandering is haar inziens nu nog niet in zicht. “Ik denk dat verandering pas mogelijk is als we echt aan de grond zitten. Dus als die gevestigde belangen zodanig verzwakt zijn dat we de gevestigde machtsverhoudingen kunnen kantelen.”
Daarbij gaat het niet alleen om het milieu, maar ook om humanitaire vraagstukken en een rechtvaardige verdeling van welvaart. Te beginnen met het democratischer maken van de manier waarop we produceren en inkomstenverschillen terugdringen. Ook vindt zij dat we moeten durven om een utopisch beeld te schetsen van hoe het economisch systeem eruit moet komen te zien. Zonder deze visie van bovenaf op te leggen, kan het handvatten bieden voor het democratisch vormgeven van de route naar die toekomst.
Kooloos schets ook een beeld van de economie waarnaar we zouden moeten streven. Hij refereert daarbij aan het donutmodel van Kate Raworth. “Je moet binnen de grenzen van de planeet blijven en ook boven de sociaal onwenselijke ondergrenzen. Dus het moet een sociale, groene economie worden. Of dat gaat lukken weet nog niemand, maar zowel het bedrijfsleven als de publieke sector willen dit. Dus als het lukt om de politieke richting vast te houden, zou het uiteindelijk kunnen gaan gebeuren.”
'Iedereen vindt het een goed idee om duurzaamheidseisen te stellen als het maar nergens pijn doet. Dat is natuurlijk een illusie.'
Niet alleen de politiek en het bedrijfsleven staan open voor verandering met oog voor het klimaat. Ook burgers lijken er klaar voor. Dat blijkt uit een steekproef die ABN AMRO en Ipsos samen uitvoerden. ‘Niet eerder gaven zoveel mensen aan dat het klimaat belangrijk is. En mensen willen daar zelf ook naar handelen’, staat er in het rapport.
Van de respondenten vindt 85 procent dat de samenleving zich tot dusver vooral kenmerkt als een ‘egosysteem’, waarin de nadruk ligt op aandeelhouderswaarde en persoonlijk gewin. Het merendeel (80 procent) ziet dit graag veranderen in een ecosysteem, waarbij naast persoonlijk en financieel gewin ook aandacht is voor elkaars welzijn. Tot slot geeft 42 procent van de ondervraagden aan dat een bank (net als de overheid) duurzaamheidseisen mag stellen aan bedrijven, mits dit niet ten koste gaat van banen. Daar wringt de schoen, stelt Kooloos.
“Iedereen vindt het een goed idee om duurzaamheidseisen te stellen als het maar nergens pijn doet. Maar dat is een illusie, want het gaat natuurlijk ten koste van banen. De winst voor de groene economie is het verlies voor de bruine economie. Als jij extra eisen gaat stellen, gaat iemand daardoor niet gefinancierd worden en gaan er banen verloren. Dat is super pijnlijk. Het zijn dilemma's; het is geen verhaal zonder kniezen en zonder pijn”, zegt Kooloos.
Daarom is het extra belangrijk om het juiste dilemma voor ogen te houden, stelt hij. Daarbij gaat het niet om een keuze tussen de economie en het klimaat, herhaalt hij. “Het eigenlijke dilemma is de economie nu versus de economie over twintig, dertig, veertig, vijftig, zestig jaar. Dus pakken wij de pijn nu of laten we de pijn aan onze kleinkinderen over? Die hebben dan wel veel meer pijn dan wij nu. Dus je moet wel de eerlijke vergelijking maken.”
Na de coronacrisis een groene en sociale toekomst?
Wigger en Kooloos zijn beiden van mening dat verandering noodzakelijk is, maar het beantwoorden van de hamvraag blijft lastig. Gaan we na de coronacrisis terug naar de oude situatie of leidt het tot een complete reset? Wigger denkt dat we teruggaan naar het oude systeem vanwege de macht van de gevestigde partijen, die nog niet voldoende ter discussie is gesteld. Zij benadrukt dat voor een complete reset we nu moeten handelen, alternatieven formuleren en vooral de politieke druk voor een rechtvaardigere egalitaire en groene economie opvoeren. Op de korte termijn ziet zij geen grote veranderingen optreden.
Kooloos is optimistischer en minder radicaal. Als er veranderingen plaatsvinden, moet dat stapsgewijs binnen het huidige systeem. Hij vindt het nog te vroeg om te duiden welke kant we opgaan, maar een kans voor een groenere en socialere toekomst is er volgens hem zeker. “Als er momentum is dan is het nu.”
Lees ook: Banken voor klimaat: 'Coronacrisis geeft ons lessen voor duurzame toekomst'
Hoofdafbeelding: Adobe Stock | Portretafbeelding Richard Kooloos: ABN AMRO
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in