Dat stellen de Britse denktank Overseas Development Institute (ODI) en de Amerikaanse milieuorganisatie Oil Change International. De organisaties presenteren onder de titel 'Empty promises: G20 subsidies to oil, gas and coal production' een rapport waarin de verrichtingen van de G20-landen op het gebied van duurzame energie is onderzocht.
Volgens de opstellers van het rapport geven de twintig grootste economieën jaarlijks $ 452 mrd uit aan de productie van olie, steenkool en gas, terwijl de landen juist hebben beloofd om subsidies en investeringen af te bouwen om klimaatverandering tegen te gaan.
Met name China, Rusland en de Verenigde Staten geven tientallen miljarden dollars uit aan belastingvoordelen en nationale subsidieprogramma's. De investeringen en subsidies voor het opwekken van groene energie bedroegen volgens cijfers van de International Energy Agency in 2013 'slechts' $ 121 mrd.
'Lose-lose'-scenario
ODI en Oil Change International stellen dat het verstrekken van subsidies aan de fossiele sector een lose-lose-scenario oplevert. De subsidies en investeringen in fossiele energie zorgen volgens de organisaties niet alleen voor een verdere opwarming van de aarde, vermoedelijk over de grens van 2 graden Celsius, maar dit beleid onttrekt ook geld dat in duurzame energie kan worden gestoken.
De organisatie roepen de G20-landen, die komend weekend een top in het Turkse Antalya beleggen, op om niet alleen de subsidiestromen richting de fossiele sector in te dammen, maar ook te investeren in duurzame energieprojecten. Alleen op deze wijze ontstaat een gelijk speelveld en kunnen er bij de aankomende COP21-klimaattop in Parijs flinke stappen vooruit worden gezet, zo meent de denktank.
Bron: ODI | Foto: By Alexander Kaiser from Germany (Dead factory) [CC BY 2.0], via Wikimedia Commons
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in