Goed: er zal niet op magische wijze een giga-waterstoffabriek staan in de Rotterdamse haven, bij Delfzijl of Tata Steel. Maar na jaren van praten, hele kleine pilotprojectjes en berekeningen van bollebozen verandert er in 2022 wel degelijk iets voor waterstof. Het moet het jaar worden waarin het bedrijfsleven met steun van de overheid aan de slag kan.
Vanuit de overheid komt er eindelijk beweging in de financiële bijdrage voor waterstof. Zo is er een goedgekeurd voorstel voor een fonds van 338 miljoen euro. Dat geld is bedoeld om de infrastructuur voor groene waterstof mogelijk te maken. Dat betekent concreet: financiering voor duurzame stroom (uit zon en wind), geld voor aanpassingen aan pijpleidingen of nieuwe pijpleidingen, en geld voor waterstoffabrieken.
Waterstof in Nederland
Het fonds is een van de dingen die moet helpen om een impasse te doorbreken. Want hoewel iedereen in Nederland en de EU waterstof ziet als dé oplossing voor vergroening van de industrie, keek iedereen naar elkaar om de eerste stap te zetten. Voor industriebedrijven vraagt een overstap van aardgas naar groene waterstof gigantische investeringen. En de overheid wil graag dat eventuele subsidies of investeringen zich terugbetalen, in maatschappelijke of echte winst.
Neem Tata Steel. Na bergen van kritiek kondigde het bedrijf dit jaar aan om definitief over te gaan op het produceren van fossielvrij, vervuilingsvrij staal. Maar dat is niet zo makkelijk; de hoogovens, het meest iconische deel van het staalmaakproces, moeten opnieuw ingericht worden. Ook moet er genoeg groene waterstof beschikbaar zijn om aardgas te vervangen. En zelfs als je hoogovens op waterstof kunt laten draaien ben je er niet. Staal heeft namelijk ook steenkool nodig als grondstof, en niet alleen om warmte te produceren. De koolstof is nodig om staal stevig en sterk te maken. Bovendien zijn er hele nieuwe installaties nodig (die óók op groene waterstof draaien) om staal te maken zonder kolen (‘cokes’).
Staal is maar een voorbeeld. Er zijn ook chemiebedrijven die waterstof als grondstof gebruiken (zoals de kunstmestsector), en er zijn er die aardgas gebruiken voor warmte. Overstappen op groene waterstof kan, maar dan moet het spul niet duurder zijn dan gas. In de ideale situatie is waterstof goedkoper dan aardgas, want dan zijn bedrijven bereid om snel over te stappen.
Lees ook: Waterstofeconomie vraagt om miljardeninvestering
Waterstof goedkoper dan aardgas?
In die zin was 2021 een vreemd jaar voor waterstof. Door de hoge gasprijs is groene waterstof nu goedkoper dan grijze waterstof (gemaakt met aardgas), en zelfs goedkoper dan het gas zelf; het blog Carbon Commentary berekende dat groene waterstof 17 procent goedkoper was dan aardgas. Dat komt omdat de prijs van groene stroom minder spectaculair steeg. Deze tijdelijke prijsstijging van gas zal vermoedelijk niet lang genoeg duren om de industrie en masse over te laten stappen op groene waterstof. Zelfs als ze dat zouden willen: er is nu niet genoeg groene stroom, en de fabrieken om waterstof te maken zijn kostbaar en moeten nog gebouwd worden.
Maar het moet dus in 2022 gebeuren. Het geld komt er, in ieder geval vanuit de overheid. Durft de industrie het aan? Voor het bedrijf Nobian, dat al decennia lang chloorfabrieken bouwt, is het duidelijk. Zij maakten een spin-off voor hun waterstofactiviteiten, samen met een groen investeringsfonds - dat dus ook geld inbrengt. Onder de naam HyCC gaan zij in 2022 de eerste investeringsbeslissingen nemen. Maar: dat kunnen ze niet alleen. “Wij doen de investering voor de waterstoffabriek”, vertelt Marcel Galjee, directeur van HyCC. “Maar dat kan alleen als we weten dat er ook bedrijven zijn die behoefte hebben aan groene waterstof, die het gaan kopen. En dat er genoeg groene stroom is.” Het ingewikkelde is dat alle drie die onderdelen tegelijk moeten verschijnen. De ‘waterstofeconomie’ is immers een hele nieuwe manier om energie te verdelen.
Galjee denkt dat het kan, en dat het in 2022 gaat gebeuren. “Kijk naar de plannen die er nu liggen. In het nieuwe regeerakkoord, maar ook in Fit for 55: de voornemens van de Europese Unie voor duurzaamheid. Die vragen allemaal om groene waterstof.” Mede daardoor verandert de industrie mee. Want het is vooral daar dat HyCC de groene waterstof wil leveren. Als grondstof voor chemische processen, meer dan voor warmte. “Waterstof is een bouwblok voor kerosine, ammoniak en methanol. Allemaal dingen die we nu al produceren op Nederlandse chemie-sites. Dus ligt het voor de hand om groene waterstof daar in te zetten, er zijn immers weinig duurzame alternatieven.”
Watertaxi in Rotterdam
Er is alleen een probleem met die waterstofeconomie: iedereen wacht af tot de ander een stap zet. Dat wordt duidelijk bij projecten zoals de ‘waterstofwatertaxi': een Rotterdams initiatief om een nieuwe watertaxi op duurzame brandstof te laten varen. Het is een kleinschalig project, dat in principe eenvoudig uitgevoerd kan worden met een beetje waterstof. Toch lopen de initiatiefnemers tegen problemen aan. “Een plek vinden om te tanken blijkt heel lastig”, vertelt Maarten Fonteijn van Enviu, een van de betrokken bedrijven. “We komen er wel, en we hopen dat een van de partijen waar we mee praten straks een tankstation willen installeren.” Toch ziet Fonteijn dat op korte termijn iets gedaan krijgen in waterstofland niet makkelijk is.
De waterstoftaxi zal op zichzelf misschien niet de wereld veranderen. Maar de initiatiefnemers denken dat je met een klein project wel momentum krijgt. Er zullen immers regels en voorschriften moeten komen voor de waterstofboot. Die zijn dan later niet meer nodig voor grotere projecten, waardoor die sneller klaar zijn. Dat sneeuwbaleffect is belangrijk bij de ontwikkeling van iets nieuws als groene waterstof.
Galjee van HyCC hoopt ook op een sneeuwbaleffect, maar richt zich meteen al op projecten die veel groter zijn dan wat tot nu toe geprobeerd werd. “Volgend jaar moet de definitieve beslissing komen voor een eerste fabriek, die zal iets van 20 megawatt zijn. Dan gaan we bouwen, dat duurt een paar jaar. Maar ondertussen zal er een beslissing vallen over een fabriek van 40 megawatt, dan van 100, enzovoort. Uiteindelijk krijg je schaalvoordeel, en wordt groene waterstof betaalbaar.”
Waterstof voor auto's
Voor de industrie lijkt 2022 dus het jaar dat er groene waterstof arriveert. Nog niet overal, maar op aanzienlijk grotere schaal dan nu. Maar: het gaat dan over waterstof als grondstof, waarbij het waardevoller is dan als brandstof. Op dit moment zorgt de productie van waterstof uit aardgas voor 8 procent van de totale uitstoot in ons land. Die weghalen scheelt dus al flink. Maar om de hele industrie (32 procent van de landelijke uitstoot, waarvan een derde door de chemie) groen te maken moet waterstof ook ingezet worden voor warmte. Dan moet die groene brandstof dus nog goedkoper worden.
En dan is er nog de waterstofauto. Kenners denken dat deze eigenlijk ten dode is opgeschreven. Immers: elektrische auto's zijn goedkoper en duurzamer, omdat er meer groene stroom dan groene waterstof is. De waterstof die de komende jaren op de markt komt zal eerst duurdere, hoogwaardige toepassingen krijgen. Voor auto's blijft er dan weinig over, denken zij. Voor zwaar transport, zoals vrachtwagens, is het een ander verhaal, maar waterstof aan de pomp tanken lijkt niet realistisch.
Lees ook dit verhaal: is de waterstofauto achterhaald?
Duurzame waterstof
De weg naar een waterstofeconomie is lang, duur en lastig. Maar 2022 lijkt wel een jaar waarin stappen worden gezet die de meeste mensen vijf jaar terug nog nauwelijks konden bedenken. Steeds meer mensen lijken in te zien: zonder waterstof lukt dat duurzaam worden sowieso niet. Laten we het maar proberen.
Schrijf je in voor onze Newsbreak: iedere dag rond 12 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere middag rond 12 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze Newsbreak.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in