Leestijd 5 minuten

Wie trekt de portemonnee voor de gouden toekomst van groene waterstof?

De belofte van waterstof als vervanging voor vervuilende fossiele brandstoffen is groot. Bedrijven en overheden geloven in een gouden toekomst voor groene waterstof, maar die toekomstige wereld ontstaat niet vanzelf: er zijn investeringen voor nodig, zowel in geld als tijd. De vraag is wie bereid zijn om te betalen voor de waterstoftransitie.

Pexels pixabay 128867

De interesse in waterstof opgewekt met elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, is groter dan ooit. Zo beschikten begin 2021 dertig landen over zogenoemde waterstof routekaarten, kondigden bedrijven meer dan tweehonderd waterstofprojecten en ambitieuze investeringsplannen aan en beloofden overheden wereldwijd meer dan zeventig miljard dollar aan publieke financiering.

De belofte van groene waterstof

Dat de verwachtingen van groene waterstof hooggespannen zijn, is terecht omdat het vervuilende industrieën kan vergroenen. Zo kan het Nederlandse groene waterstofproject NortH2, met een beoogde capaciteit van 800.000 ton groene waterstof per jaar, de Nederlandse industrie in één klap verduurzamen. Groene waterstof wordt geproduceerd door elektrolysers die door middel van (groene) elektriciteit watermoleculen splitsen in waterstof en zuurstof. Om groene waterstof concurrerend te maken met fossiele grondstoffen, moet de prijs van hernieuwbare energie omlaag en moeten elektrolysers efficiënter.

Lees meer: Kabinet trekt 338 miljoen euro uit voor groene waterstof

Tot slot zorgt een hogere belasting op CO2 (en dus fossiele brandstoffen) voor het laatste zetje. “Als je die dingen allemaal bij elkaar brengt, dan kom je volgens mijn berekeningen uit op 2,20 euro per kilogram in 2030”, zegt Shanawaz Bhimji. “Dan zit je nog steeds met een kleine gap van ongeveer 40 cent ten opzichte van aardgas, maar nu ligt de prijs van groene waterstof tussen de 5 en de 6 euro dus dan heb je wel een enorme inhaalslag gemaakt.” Hij zocht als Senior Strategist bij ABN AMRO uit wanneer groene waterstof zou kunnen concurreren met fossiele brandstoffen.

Van woorden naar daden

De ambities van overheden in combinatie met regelgeving stimuleren bedrijven om de kansen van groene waterstof te onderzoeken. Met ruim tweehonderd projecten en ambitieuze investeringsplannen als resultaat. Als deze tot uitvoering komen, komen de totale investeringen tot 2030 uit op meer dan 300 miljard dollar, becijfert McKinsey in een rapport. Dat is het equivalent van 1,4 procent van de wereldwijde energiefinanciering. Slechts 80 miljard dollar hiervan geldt nu als ‘volwassen’. Dat betekent dat een project zich in een planningsfase bevindt, in aanbouw is of al in gebruik is. Kortom, het grootste deel van de projecten komt nog niet van de grond. Een belangrijke reden daarvoor is de vraag wie ervoor gaat betalen.

Wie trekt de portemonnee?

Bedrijven kunnen hun winst en geldreserves gebruiken om nieuwe projecten te financieren, maar zolang groene waterstof niet kan concurreren met fossiele energiebronnen verdienen de investeringen zich voor een individueel bedrijf niet terug.

'Er is al voldoende innovatie die het electrolyse-proces efficiënt maakt'

Eén manier om toch te zorgen voor innovatie is het inzetten van overheidssubsidies. De Duitse regering kondigde 9 miljard euro aan subsidie aan. In de Kabinetsvisie Waterstof noemde Nederland een bedrag van 35 miljoen per jaar voor (wetenschappelijk) onderzoek en proefprojecten, naast energieregelingen als de SDE++. Bhimji verwacht dat de komende jaren veel overheidssteun nodig is.

“Tot 2030 gaat het alleen maar om technologische ontwikkeling zodat er vanaf 2030 een level playing field ontstaat met fossiele brandstoffen. Er is al voldoende innovatie die het electrolyse-proces efficiënt maakt. Nu is het de taak om deze innovatie naar een hoger niveau te tillen en voor die ontwikkeling is gewoon geld nodig.” Voor de overheid zit de winst dan aan de sociale en milieukant, door de CO2-uitstoot die groene waterstof bespaart en de banen die het oplevert als Nederland koploper wordt. Met uitzondering van durfinvesteerders en de grote energiereuzen die hun risico kunnen spreiden verwacht Bhimji dat institutionele beleggers nog een aantal jaren wachten met investeren. “Deze beleggers willen een duidelijke uitzicht op rendement zien, dus die zullen misschien wat aan de zijkant blijven.”

Ketenaanpak

Investeerder EIT InnoEnergy pleit voor een andere aanpak. De Europese investeerder heeft zowel publiek als privaat geld tot zijn beschikking en is wereldwijd één van de grootste investeerders in cleantech start-ups. “Ondanks dat we deels publiek gefinancierd zijn, geven we geen subsidies, we nemen een aandeel omdat we geloven dat er een businesscase is”, zegt Martijn Koerts Marketing & Communication manager Benelux.

“Het neerzetten van een groot park elektrolysers waarbij het onduidelijk is welke bijdrage de groene waterstof gaat spelen in de verduurzaming van een keten, dat interesseert ons niet.” Hoe pakt Inno- Energy het dan wel aan? Daar heeft Koerts een voorbeeld van: het project H2 Green Steel. Daarbij investeren verschillende (keten)partijen in totaal circa 2,5 miljard euro voor de ontwikkeling van een fossielvrije staalfabriek die gebruikmaakt van groene waterstof. Traditioneel levert een energieproducent energie aan een staalfabrikant, die staalfabrikant levert het staal vervolgens weer aan een autofabrikant die de auto’s weer verkoopt aan consumenten of transportbedrijven.

Lees meer: Wetenschappers slaan CO2 op in krijt (met groene waterstof als restproduct)

“Door alle partijen te betrekken, inclusief afnemers, kun je sub-optimalisatie voorkomen en de risico’s en voordelen verdelen. Hierdoor verminder je het totale risico van het project en wordt de businesscase versterkt. Uiteindelijk leidt dit tot slechts een kleine ‘premium’ voor de eindgebruiker”, aldus Koerts. Op de uiteindelijke prijs van een vrachtwagen zullen de meerkosten van het gebruik van groen staal uiteindelijk een paar honderd euro zijn. Voor een personenauto zou dat bedrag rond de 100 euro uitkomen. Op de totale aanschafprijs is dat relatief weinig. Om die reden benadrukt Koerts dat we niet alleen naar de overheid hoeven te kijken als het gaat om de financiering van groene waterstofprojecten. “Publieke ondersteuning kan in het begin zeker helpen om het vliegwiel aan de gang te krijgen, maar dit kan met vele instrumenten, bijvoorbeeld via leningen. Of wat wij doen met investeringen.”

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Change Inc. magazine. Wil jij het magazine ook lezen? Bekijk het hier

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu