Leestijd 6 minuten

Wetenschappers: 'Overheid moet meer regels voor CO2-uitstoot maken, anders halen we klimaatdoelen niet'

In 2035 kan 100 procent van de stroom duurzaam zijn, zeggen wetenschappers. Maar dan moet de regering wel regels maken waar bedrijven zich aan moeten houden.

Magnum centrale vattenfall
De Magnumcentrale van Vattenfall kan in 2023 op waterstof draaien, maar dat is met de huidige CO2 prijs te duur. Foto: Adobe Stock

CO2-vrije energie moet zo snel mogelijk de norm worden. Dat schrijft het Klimaatcrisis Beleid Team (KBT) in een maandag uitgekomen advies aan het nieuw te vormen kabinet. Om dat te bereiken moet de overheid een CO2-budget invoeren en een CO2-norm voor geleverde elektriciteit en gas. Die norm moet in de loop der tijd steeds lager worden. Daarmee heeft de regering de noodzakelijke ‘beleidsknop’ om de energietransitie sneller te voltooien.

Outbreak management team

Het KBT werd dit jaar in het leven geroepen door een brede groep onafhankelijke experts en wetenschappers, als voorloper van een nog op te richten 'OMT voor de klimaatcrisis'. Naar analogie van het outbreak management team voor het bestrijden van de coronacrisis adviseert het KBT de overheid vanuit verschillende disciplines over hoe het de klimaatcrisis het beste kan tegengaan. De adviezen richten zich op invoering van snel en effectief beleid om de al afgesproken klimaatdoelen te kunnen halen.

Dat is nodig, want de klimaatcrisis is nijpender dan we ons realiseren. “Tenzij de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen sterk wordt teruggedrongen in de komende jaren, zijn de doelen van het Akkoord van Parijs naar verwachting niet meer haalbaar”, schrijft het KBT in het advies. Tegelijkertijd gaat het huidige kabinetsbeleid impliciet nog altijd uit van een energievoorziening gebaseerd op fossiele energie, met specifieke subsidies om efficiëntie en CO2-vrije energiebronnen een zetje te geven. Een crisis vereist echter een urgentere aanpak, vindt het KBT.

Werkelijke verandering

Belangrijk is daarbij dat de overheid niet alleen doelen stelt maar ook mechanismen creëert die werkelijk leiden tot verandering in de samenleving. “Doelen stellen is één ding. Maar we hebben wetten en regels nodig om het ook effectief te gaan doen”, zegt Frans Rooijers, directeur van onderzoeksbureau CE Delft en opsteller van het advies. “Want voor de samenleving zegt een doel als 55 procent CO2-reductie helemaal niks. Dat gaat pas tellen als het leidt tot hogere prijzen of een beperktere beschikbaarheid van CO2.”

Tot nu toe gebeurt dat te weinig, vindt Rooijers. En daardoor loopt Nederland achter op de klimaatdoelen. “In alle sectoren zie je dat het heel moeilijk lukt om de CO2-reductie voor elkaar te krijgen.” Volgens Rooijers wordt in de politiek veel gesproken over doelen en over technieken, terwijl de overheid met name de taak heeft om wetten en regels te ontwikkelen die leiden tot andere keuzes van burgers en de industrie.

Gigantische ombouw

“Er worden een hoop plannen gemaakt, maar daar schieten we weinig mee op. Uiteindelijk moeten er investeringen plaatsvinden. En die moeten uitgelokt worden door goede wet- en regelgeving, zoals een CO2-budgetsysteem en een CO2-norm. “Op dit moment kijkt men in Den Haag naar een techniek en besluiten politici of daar subsidie voor moet komen. Daar red je niet een gigantische ombouw van de energievoorziening mee.”

Als Nederland alle maatregelen in het Klimaatakkoord uitvoert dan halen we een CO2-reductie van maximaal 43 procent. Oorspronkelijk stond in het Klimaatakkoord dat we 49 procent moeten halen. Bovendien heeft de EU de doelen recent aangescherpt en zullen we in 2030 een emissiereductie van 55 procent moeten bereiken. “We moeten dus versnellen. Strengere regels zijn een manier om dat voor elkaar te krijgen.”

Verduurzaming elektriciteit stagneert

Vooral voor de verduurzaming van de elektriciteit is een extra stap nodig. Want elektriciteit kan heel snel klimaatneutraal worden. “De kosten van duurzaam opgewekte elektriciteit zijn ongeveer even hoog als die van fossiele stroom”, zegt Rooijers. “Dat is uitzonderlijk. Zon en wind hebben zich zo snel ontwikkeld dat de kostprijs omlaag is gegaan.”

Maar het gevaar is dat deze trend in 2025, als er geen subsidie meer wordt gegeven, stagneert. “Want elk paneel dat je dan neerlegt produceert elektriciteit op momenten dat er al heel veel duurzame stroom is.” Er moet dus gewerkt worden aan een mechanisme dat ook op andere momenten duurzame elektriciteit beschikbaar is. Bijvoorbeeld met behulp van batterijen, het omzetten van stroom naar waterstof of het op- en afschakelen van industrieën.

En dat zijn innovaties die moeilijker, minder ver ontwikkeld en dus duurder zijn. “Op dit moment is CO2 reduceren in de elektriciteitssector relatief goedkoop en dus gunstiger dan CO2-rechten kopen. Maar zodra het moeilijker wordt en duurder, wordt het voor elektriciteitsbedrijven aantrekkelijker om CO2-rechten te kopen dan om maatregelen te treffen. Als we dus alleen op het emissiehandelssysteem (ETS) vertrouwen, zal het heel lang duren voordat elektriciteit helemaal klimaatneutraal is”, zegt Rooijers.

Drijvende kracht

En dat is zonde omdat elektriciteit in alle sectoren wordt gebruikt en daarmee een belangrijk middel is voor verduurzaming. “De reductie van CO2 in de elektriciteitssector is een van belangrijkste manieren om de emissiedoelen in Nederland te halen.” Bovendien kan de elektriciteitssector veel sneller maatregelen nemen. “De industrie zit vaak met veel langere looptijden voor processen met veel hogere kosten dan de elektriciteitsbedrijven.”

Het KBT pleit dan ook voor het invoeren van een CO2-norm voor geleverde elektriciteit en gas die ieder jaar verlaagd wordt. In de praktijk komt dit erop neer dat bedrijven zoals Eneco, Vattenfall en Greenchoice, die energie leveren aan hun klanten, een budget krijgen voor de CO2 die nodig is om de elektriciteit te produceren. Ze moeten dus een strategie ontwikkelen om binnen dat budget te blijven. Daarvoor moeten ze een administratie bijhouden en de overheid gaat dit controleren. De bedrijven bepalen zelf welke technieken ze gebruiken om dat te realiseren. Dus met windenergie, zonne-energie, batterijen, afschakelbaar vermogen bij de industrie of een kerncentrale.

Een goed voorbeeld is volgens Rooijers de Magnumcentrale van Vattenfall in Noord Nederland. In 2018 kondigde het energiebedrijf aan dat de centrale in 2023 op waterstof zou draaien. Dat plan draaide Vattenfall terug want het is, met de huidige CO2 prijs, te duur. “Maar met een extra CO2-norm wordt het op termijn aantrekkelijk om die centrale op waterstof te laten draaien”, zegt Rooijers.

Oneerlijke concurrentie

Net als CO2-emissies zich niet aan grenzen houden, is ook de energiemarkt geen nationale aangelegenheid. Een aanvullende CO2 norm voor geleverde elektriciteit en gas kan bedrijven in Nederland benadelen en moet dan ook het liefst Europees geregeld worden. Maar zolang er nog geen Europees beleid is, kan Nederland nationaal beginnen en omringende landen interesseren, vindt het KBT. “De elektriciteitsmarkt is Noord-West-Europees. Ook landen als Engeland, Duitsland en België hebben er belang bij dat wind op zee verder wordt ontwikkeld.”

Met aanvullende maatregelen is een flinke versnelling van CO2-reductie mogelijk, denkt Rooijers. “Bedrijven moeten de tijd krijgen om hun processen aan te passen. Maar in 2030 naar 80 procent CO2-vrije elektriciteit en in 2035 100 procent, dat is mogelijk.”

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu