Twee technieken kwamen de afgelopen weken in het nieuws. De Australische Deakin University ontdekte dat je waterstofpoeder kunt maken met stalen ballen. Je vult een vat met een poeder (boornitride), stalen ballen en een gas. Vervolgens laat je het vat rustig tuimelen. De druk van de stalen ballen op het gas en het poeder zorgt ervoor dat het gas na lang draaien ín het poeder zit. Als je het poeder verhit komt het gas weer vrij en kun je het gebruiken.
Deze techniek kun je toepassen op waterstofgas. Door het op te slaan in het poeder is transport makkelijker en goedkoper. Dat is nodig, want waterstof neemt bij kamertemperatuur en normale druk heel veel ruimte in. Er zijn al schepen die waterstof vloeibaar kunnen vervoeren, maar dit vereist hoge druk en lage temperaturen. Dat maakt de schepen lastig om te maken en duur.
Zand en water
Een andere techniek voor waterstofpoeder komt uit Hong Kong. Het bedrijf EPRO Advance Technology (EAT) gebruikt silicium (ook de grondstof voor zonnepanelen) om waterstofgas te binden. Of, preciezer: om een poeder te maken dat waterstof maakt van water. Want dat is wat hun ‘Si+’ poeder naar verluid doet. Je stopt het siliciumpoeder (een belangrijk bestanddeel van zand) in water en het begint te reageren met de watermoleculen. Zo ontstaat waterstofgas en siliciumdioxide, het materiaal waar kwarts uit bestaat.
Beide methoden gebruiken interessante chemie om waterstof te verpoederen. Maar er zijn ook nadelen, met het oog op transport. Si+ weegt 7 keer meer dan de hoeveelheid waterstof die het oplevert. Hoewel transport dus makkelijker is, is het niet per se veel goedkoper. Je moet immers veel meer Si+ vervoeren.
Hoe duur is waterstofpoeder?
De techniek uit Australië kost veel tijd; je moet het vat uren laten tuimelen voor je noemenswaardige hoeveelheden waterstof hebt opgeslagen. En bij beide technieken is nog onduidelijk wat de kosten zijn van het verpoederen. Zowel in euro’s, als in benodigde energie.
Voor de tuimeltechniek uit Australië zien de onderzoekers dan ook eerst een andere toepassing, in de fossiele industrie. Nu worden gassen daar van elkaar gescheiden door ze heel koud te maken, maar dit vreet energie. De tuimelmethode is vele malen goedkoper en scheidt de gassen net zo goed. Als de techniek populair wordt in de fossiele wereld, kan hij laten misschien ook toegepast worden voor waterstof.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in