Een volledige black-out van het stroomnet is een schrikbeeld voor netbeheerders, bedrijven en consumenten. Ze zijn nog nooit nodig geweest, maar de protocollen voor herstel na een grote storing liggen klaar voor het geval het zover komt.
“Door de enorme verscheidenheid aan componenten, verdeelstations en elektriciteitscentrales, is het weer onder spanning zetten van het net complex”, zegt Huub Pustjens, senior consultant bij DNV GL.
Flink op zijn donder
Voor een netbeheerder is het essentieel om een gecontroleerde, betrouwbare en veilige methode te hebben voor systeemherstel. De tot nu beschikbare methode maakt gebruikt van de gasgestookte centrales en de achtereenvolgende inschakeling van netcomponenten. .
Het grote risico is dat componenten in het elektriciteitsnet kunnen uitvallen bij ‘harde’ inschakeling op een onder spanning gebracht station", zegt Pustjens.
Deze schoksgewijze inschakeling van netcomponenten kan leiden tot beschadiging of zelfs beveiligingsmechanismen in werking zetten, omdat in de beginfase van het netherstel het elektriciteitsnet nog zwak is. “Het systeem krijgt flink op zijn donder”, zegt Pustjens. “Het risico op een nieuwe black-out is daardoor groot. Net als het risico op schade aan componenten in het netwerk.”
“Het is bijna alsof je met een fietsdynamo de stad Utrecht onder spanning brengt”
Goed in de hand
DNV GL heeft in samenwerking met netbeheerder Tennet en Engie een herstelmethode ontwikkeld en getest, die uitgaat van ‘soft energisation’: het gelijktijdig en geleidelijk onder spanning brengen van een groot aantal netwerkcomponenten met een relatief kleine gasturbine-generator.
“Het is bijna alsof je met een fietsdynamo een hele stad onder spanning brengt”, zegt Pustjens. “De innovatie zit in de controle die we kunnen uitoefenen op het proces. We hebben dat zo goed in de hand, dat we heel geleidelijk de spanning vanaf nul kunnen opbouwen over het gehele net.”
Een kleine generator kan gebruikt worden voor systeemherstel van een net van welk formaat dan ook, in elk land, en met alle denkbare componenten. DNV GL, Engie en Tennet hebben de methode ontwikkeld en getest in het noorden van het land, bij de Engie-stroomcentrales in Bergum en de Eemshaven.
Concurrentievoordeel
“Uit die proef blijkt dat ‘soft energisation’ een betrouwbare methode is, zeker wanneer er weinig opwekcapaciteit voorhanden is”, zegt System Operations specialist Paul van den Heuvel van Tennet.
Volgens DNV GL betekent de innovatie naast betrouwbaarheid ook een efficiëntieslag. Door de betrouwbaarheid van de methode is het niet langer nodig om alle componenten van het net elk jaar te testen. Voor de leverancier is er bovendien een concurrentievoordeel in aanbestedingen voor black-out-faciliteiten, doordat beperktere haalbaarheidsstudies nodig zijn, en ook kleinere elektriciteitscentrales gebruikt kunnen worden voor het herstelproces.
Bron en foto: DNV GL
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in