De energietransitie van Diergaarde Blijdorp: slimme innovaties en plantaardig gorilladieet op de menukaart

Een verblijf waar pinguïns prettig kunnen vertoeven, een Caribisch gebied met subtropisch klimaat en een aangenaam warme rivier voor krokodillen. Eén blik op de verschillende inwoners van Diergaarde Blijdorp geeft al aan hoe uniek en divers het energiesysteem van een dierentuin moet zijn. En net als veel andere organisaties wil de Rotterdamse dierentuin in 2050 minimaal klimaatneutraal zijn. Hoe pakken ze dat aan?

Blijdorp Eneco
Edwin Allen, medeverantwoordelijk voor alle horeca en Tania Oudegeest adviseur duurzaamheid van Diergaarde Blijdorp.

De verblijven van de dieren in een dierentuin moeten zoveel mogelijk de natuurlijke leefomstandigheden nabootsen. Het ene dier is gebaat bij een gekoelde omgeving, terwijl weer een ander de thermostaat liever lekker hoog heeft staan. “Onze pinguïns wonen in een verblijf met een temperatuur van rond de 11 graden, terwijl het Caribisch gebied veel warmer moet zijn met een hoge luchtvochtigheid”, zegt Tania Oudegeest adviseur duurzaamheid van Diergaarde Blijdorp. “Dit geeft al aan dat energie én energiemanagement een cruciale rol spelen.”

Het weerhoudt de Diergaarde er niet van om een stevige ambitie neer te zetten. In 2050 wil de dierentuin klimaatneutraal, of zelfs klimaatpositief zijn. “Maar dat mag ook eerder”, zegt Oudegeest er gelijk bij. “Uiteindelijk willen we volledig van het aardgas af en helemaal draaien op hernieuwbare energie.”

Diverse energiemix

Een deel van de energievraag van het dierenpark komt van de opwek van de eigen zonnecentrale op het dak van het Oceanium. De 3.400 zonnepanelen zorgen ervoor dat de verblijven in dit deel van de dierentuin de juiste temperatuur hebben. Toen de zonnecentrale in 2004 werd geïnstalleerd was het de grootste centrale van Nederland in een bebouwde kom. Andere duurzame energie-installaties die de Diergaarde benut zijn een warmte-koudeopslag (voor het hele Oceanium en met een capaciteit om uit te breiden voor o.a. entree en restaurant De Lepelaar) en een houtsnipperkachel met rookreiniger (voor het verwarmen van de krokodillenrivier). De rest van de hernieuwbare energievraag komt van een windpark in de buurt van Rotterdam. Wat overblijft, wordt nu nog aangevuld met aardgas.

Leiders met lef

Vooroplopen in de energietransitie vraagt om durf en keuzes maken. Daarvoor heb je ‘leiders met lef’ nodig. In deze serie interviewen we deze leiders, werkzaam bij bedrijven die nu grote stappen maken in de energietransitie. In deel 3: een inkijk in Diergaarde Blijdorp met Tania Oudegeest, adviseur duurzaamheid en Edwin Allen, medeverantwoordelijk voor alle horeca.

Strategisch partnerschap

Voor een optimale en duurzame energiehuishouding werkt het dierenpark nauw samen met energieleverancier Eneco. “We werken al jaren nauw samen en vanaf 2024 hebben we een strategisch partnerschap met Eneco”, zegt Oudegeest. Zo’n partnerschap gaat verder dan alleen het leveren van energie. “We verkennen samen hoe we de dierentuin nog duurzamer kunnen maken. De samenwerking is alleen al interessant omdat de technologie snel vooruit gaat. Het is handig om met iemand te sparren die kennis van de laatste ontwikkelingen heeft en ons bijvoorbeeld kan wijzen op een nieuwe biovergister die interessant voor ons park kan zijn.”

De komende jaren hebben de Diergaarde en Eneco een aantal grote projecten lopen die het energiesysteem van de dierentuin moeten verbeteren. Zo wordt het inmiddels verouderde zonnedak vervangen door een nieuwe versie dat twee keer zoveel meer gaat opwekken en wordt de haalbaarheid verkend van een grote zonnecarport voor het opladen van elektrische auto’s met zonne-energie. Oudegeest: “En waar we cv-ketels kunnen vervangen door warmtepompen, doen we dat natuurlijk.”

Plantaardig dieet

Maar alleen een duurzaam energiesysteem, maakt nog geen duurzame dierentuin. Daarom werkt de Diergaarde ook hard aan een milieubewust voedingsaanbod voor haar bezoekers. Daarbij maken dierlijke ingrediënten steeds meer plaats voor plantaardige producten. Kartrekker van dit proces is Edwin Allen; de man die volgens Oudegeest zes jaar geleden ‘al zag dat een plantaardig aanbod hard in opkomst was in de maatschappij ’ en dus ook een grotere rol zou gaan spelen in de dierentuin. Allen is voortdurend op zoek naar smaakvolle en verantwoorde snacks en maaltijden. “In de eerste plaats testen we producten intern”, zegt Allen. Hij herinnert zich nog goed een moment in 2019. “Tijdens een vergadering van de directie bracht ik als tussendoortje vegetarische kroketten, zonder dat te benoemen. Achteraf vond iedereen het hartstikke lekker. Niemand had door dat het vegetarisch was. Daarna was het makkelijk de traditionele kroket te vervangen.”

Eet als een gorilla

Van de pakweg honderd producten die het dierenpark op dit moment verkoopt, bevatten nog zo’n zes gerechten vlees. Volgens de man die medeverantwoordelijk is voor alle horeca is het belangrijk dat bezoekers stap voor stap worden meegenomen in deze transitie, zonder dat het belerend overkomt. Daarbij valt het hem op dat kinderen gemakkelijker zijn te overtuigen dan hun ouders. Maar dat blijkt ook deels te wijten aan de creativiteit van Allen. “Twee jaar geleden draaiden we een pilot waarbij we aan kinderen vroegen wie het sterkste dier in de dierentuin was. Dan komt al snel Bokito, de gorilla naar voren, die iedereen kent. En wat eet een gorilla? Groente en fruit. Toen hebben we een menu samengesteld op basis van het dieet van de gorilla, bijvoorbeeld een smoothie van boerenkool en amandelen. Daar worden kinderen enthousiast van.”

Carnivoor? Geef het door!

Zowel de belangrijke stappen in de Diergaarde haar energietransitie als de ontwikkelingen in het plantaardige menu vragen om daadkrachtig leiderschap en het creëren van draagvlak in de organisatie, menen Oudegeest en Allen. Oudegeest: “Je moet veel met collega’s samenwerken en praten. Maar uiteindelijk ziet iedereen wel de noodzaak van duurzaamheid in.” En er is een beetje lef nodig om bepaalde keuzes door te voeren. Oudegeest: “Jarenlang kreeg ik het er niet doorheen dat interne evenementen een vegetarisch menu moesten hebben. Toen heb ik een memo gestuurd met de tekst ‘Carnivoor? Geef het door!’, zodat mensen nadrukkelijk moesten aangeven of ze wél vlees wilden; de default was vega. In eerste instantie bleken er nog aardig wat vleesliefhebbers te zijn. Maar dit jaar bestond er al geen twijfel meer over dat het personeelsfeest vegetarisch moest worden.”

Daarbij denkt Allen dat iedereen die bij de Diergaarde werkt zich op een bepaalde manier wel bewust is van de veranderende wereld. Het werken met diersoorten, die in sommige situaties in hun natuurlijke habitat bedreigd worden door de gevolgen van klimaatverandering, draagt bij aan die bewustwording.

Exotische dieren beschermen

Allen en Oudegeest hopen dat de Diergaarde een bijdrage kan leveren aan de bewustwording rond de bedreigde status van bepaalde diersoorten onder haar bezoekers. Al blijven er critici die vraagtekens zullen zetten bij het houden van exotische dieren in Nederland. En die vragen zijn terecht, meent Oudegeest. “Ook bij de Diergaarde worden die gesprekken gevoerd. Er zijn wel eens gesprekken geweest over een dierentuin met alleen dieren die in Europa voorkomen en dus gewend zijn aan ons klimaat. Maar op dit moment denken we dat we meer impact kunnen maken met het redden van bepaalde diersoorten.” De Diergaarde heeft namelijk tien soorten geselecteerd die op dit moment bedreigd worden, zoals de Aziatische olifant en de rode panda; beide soorten aanwezig in de Rotterdamse dierentuin. Door middel van populatiemanagementprogramma’s, educatie en gerichte donaties hoopt de Diergaarde deze diersoorten van hun bedreigde status af te krijgen.

Dierentuin van de toekomst

Toch denkt het tweetal dat de dierentuin van de toekomst er heel anders gaat uitzien dan nu. Oudegeest: “De klassieke dierentuin gaat, of is al aan het verdwijnen. ‘Sjokken langs hokken’, noemt onze directeur dat wel eens. De hokken zijn al verdwenen; we hebben nu verblijven. Dierentuinen kunnen nog veel meer een verhaal vertellen en echt ingericht zijn als een biotoop of een bepaald werelddeel. Soms hoor ik wel eens van een klacht dat een bezoeker een bepaald dier niet heeft gezien. Mooi, denk ik dan. Dat betekent dat onze dieren zich kunnen terugtrekken als ze daar behoefte aan hebben.”

Allen: “De dierentuin van de toekomst is in mijn ogen deels een natuurbehoudorganisatie, die met een goed verdienmodel en een verantwoorde selectie van dieren zichzelf in stand houdt.” Maar als hij echt mag dromen: “Dan zie ik een soort groot vrij toegankelijk stadspark met opvang voor dieren. Een dierentuin wordt dan veel meer een ontmoetingsplek. Wat we daar dan eten? Vooral groenten. Geen snacks met insecten in ieder geval. Anders eten we nog steeds dieren.”

Dit artikel is gemaakt door een van onze expertredacteuren in samenwerking met onze partner Eneco. Change Inc. werkt met partners die de klimaattransitie aanjagen. Zij kunnen cases presenteren waar anderen zich aan kunnen optrekken en zijn eerlijk over de uitdagingen. Niet één bedrijf is al 100 procent duurzaam, maar veel zijn onderweg. Dankzij ons partnermodel zijn onze artikelen gratis toegankelijk voor iedereen. Benieuwd naar hoe wij werken? Klik hier.

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu