“Iedereen is met wilde technologieën bezig. De een nog wilder dan de andere. We willen in Nederland grote slagen maken en clusters met duizenden woningen verduurzamen en dan wordt deze technologie vergeten. Het is de vergeten groente in de energietransitie”, zegt directeur Guus van Gelder van Groenholland, een van de pioniers op het gebied van gesloten bodemenergiesystemen (GBES) in Europa.
Energietransitie
Daarom wil hij een lans breken voor dit soort systemen en een oproep doen aan politiek, woningbouwers, gemeenten, corporaties en andere organisaties die zich inspannen om de gebouwde omgeving van het gas af te halen. “Bodemenergie kan een stevige bijdrage leveren aan de energietransitie. Het is een van de loten aan de stam. Het is een systeem dat bewezen goed werkt. Het geeft met name mensen de kans om zelf wat te doen”, stelt Van Gelder.
Verwarmen en koelen
Wat is bodemenergie, soms ook bodemwarmtepomp genoemd, precies? In feite is het gewoon een warmtepomp, maar dan eentje die van een andere bron gebruik maakt. Een luchtwarmtepomp haalt via een buitenunit warmte uit de lucht. Het nadeel is dat die buitenkasten lawaaierig kunnen zijn en dat de pomp bij strenge vorst niet genoeg warmte uit de lucht kan halen. De bodemwarmtepomp haalt zijn warmte en koelte via ondergrondse lussen uit de bodem. Daarvoor worden bronnen van 80 tot 120 meter geboord. Op die diepte is de temperatuur constant 12 tot 13 graden. In de zomer is dat koud genoeg om huizen zonder veel energieverbruik te koelen. Mensen kunnen dan de warmtepomp zelfs uitzetten en alleen de circulatiepomp laten draaien. In de winter kan de warmtepomp die temperatuur opwaarderen tot 35 graden, genoeg voor lage temperatuurverwarming van huizen, appartementen of kantoren. Ook dit kost weinig energie in vergelijking met een luchtwarmtepomp.
Vaak verward
Gesloten bodemenergie wordt vaak verward met geothermie of warmte koude opslag (WKO). Bij geothermie wordt dieper dan 500 meter geboord en worden bronnen van zo’n 70 graden gebruikt. Hiermee worden in Nederland al kassen in de tuinbouw verwarmd. Ook is geothermie in beeld als bron voor warmtenetten. Bij WKO wordt een warme en koude grondwaterbron gebruikt. ’s Winters wordt water uit de warme bron gebruikt om gebouwen te verwarmen. Het afgekoelde water wordt opgeslagen in een koude bron, die ‘s zomers wordt gebruikt om woningen of gebouwen te koelen. Dat is een zogeheten open bodemenergie systeem. Gesloten bodemenergie is een systeem dat gebruik maakt van een warmtewisselaar (bodemlus). De bodemwarmtewisselaar wisselt warmte en koude uit met de bodem en er is dus geen direct contact met het grondwater.
75.000 systemen
Bij gesloten bodemenergie hoeven geen grote collectieve bronnen te worden geboord, maar kan elke woning zijn eigen warmtepomp en bodemlus krijgen. Zo hebben alle 1.500 woningen in de wijk Schoenmakershoek in Etten-Leur sinds 2004 allemaal hun eigen bodemenergiesysteem. In Nederland zijn al 75.000 van dit soort systemen operationeel en er komen er jaarlijks zo’n 15.000 bij, vooral bij gasloze nieuwbouwprojecten. Wijken als Mannee in Goes (2013), Vliegbasis Valkenburg in Katwijk (2017), De Grote Wielen in Den Bosch (2018), de Bloemendaler Polder in Weesp (2019) of Oosterveld Norg in Noordenveld (2021) zijn er al op aangesloten. “Je hoort er heel weinig over. Misschien omdat je het niet kunt zien en omdat er weinig problemen zijn. Systemen als in Etten-Leur werken gewoon en er gebeurt niets schrikbarends”, zegt Van Gelder.
Pionier
Groenholland werd in de jaren 90 opgericht als milieuadviesbureau. Medeoprichter Van Gelder maakte medio jaren 90 in de VS kennis met de warmtepomp en ontdekte dat je hiervoor ook de bodem als bron kon gebruiken. Een jaar later ging hij met deze technologie aan de slag in Nederland en werd een pionier op dit gebied. Sindsdien werd het bedrijf specialist in gesloten bodemenergiesystemen (GBES) en groeide uit tot internationaal toonaangevende speler. Inmiddels boort en bouwt het bedrijf de systemen niet meer zelf, maar ontwerpt ze voor grote en kleine projecten. In Engeland onlangs nog voor het parlementsgebouw van Wales, een gebouw van het London Symfonie Orkest en een ziekenhuis van de National Health Service (NHS). In Nederland werd recent nog een wooncomplex met 250 appartementen ontworpen. Het uitvoerende werk wordt door gecertificeerde bedrijven en installateurs gedaan.
Duurder maar goedkoper
Een dergelijk systeem is wel duurder dan een standalone luchtwarmtepomp of andere systemen, zoals de aansluiting op een warmtenet. Zoals zo vaak bij verduurzaming gaan de kosten voor de baten uit. Van Gelder: “Mensen klagen vaak dat het duur is, maar je moet kijken naar de efficiency en de verdiensten op de langere termijn. Een bron van een gesloten bodemenergiesysteem gaat vijftig tot honderd jaar mee en de warmtepomp in huis vraagt weinig onderhoud. Als iets zo’n lange afschrijvingsperiode heeft, zijn de kosten nagenoeg nihil. Terwijl je een luchtwarmtepomp soms al na tien jaar moet vervangen omdat de buitenunit is verroest of niet meer voldoet. Het is een investering in de waarde en de verduurzaming van je huis, die ook door een volgende generatie gebruikt kan worden.”
Wensdenken
Van Gelder twijfelt soms aan allerlei systemen die Nederland van het gas af moeten halen. Warmtenetten draaien meestal op de restwarmte van afvalverbrandingsovens of de petrochemische industrie in grote havens. Maar het beleid is erop gericht minder huisvuil weg te gooien en van olie en gas af te komen, dus die restwarmte zal verdwijnen, denkt hij. Huizen verwarmen met waterstof ziet hij niet snel gebeuren. Ook geothermieprojecten komen maar mondjesmaat van de grond omdat ze kampen met vervuiling in de bodem en corrosie van materiaal. Het zijn volgens hem moeilijke oplossingen, terwijl de makkelijkste oplossing voor de hand ligt. “Die technologieën hebben nog zo’n lange weg te gaan voordat het allemaal gaat werken. Het is veel wensdenken: dit en dat gaan we doen in 2035. Maar we zitten nu in 2024 en dit is toepasbaar in 2024”, stelt hij.
Effect op de buren
Daarom roept hij gemeenten op om vaker aan bodemenergie te denken bij de bouw of renovatie van wijken. “Je hoeft er als gemeente zelf weinig aan te doen. Je maakt als gemeente een bodemenergieplan waarbij je aangeeft wat er wel en niet kan en je laat het de mensen verder zelf doen. Zij moeten het alleen melden als ze zo’n systeem gaan aanleggen. Daarbij moeten ze aantonen dat ze niet meer dan 1,5 graden effect hebben op de buren”, legt Van Gelder uit. “Bodemenergiesystemen kunnen elkaar namelijk in de ondergrond beïnvloeden. Als dit het geval is, vermindert in de loop van de tijd de energieprestatie van de bodemwarmtepomp.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in