Volgens het IPCC is ontbossing en de aftakeling van bossen een van de grootste oorzaken van de klimaat- en biodiversiteitscrises. Het is verantwoordelijk voor 10 tot 12 procent van alle emissies wereldwijd. Energiebedrijf Greenchoice besteedt elk jaar zo’n 2 miljoen euro aan het beschermen van bijzondere ecosystemen en het creëren van nieuwe bossen. Dat doet het om de CO2-footprint van het aardgas dat het verkoopt aan klanten te compenseren.
Degene die hiervoor aan de lat staat, is Ruben Veefkind, Manager Duurzaamheid en bosprojecten bij Greenchoice. We spreken elkaar op het kantoor in Rotterdam. Veefkind is opgeleid in de biogeochemie. “Dan kijk je naar het hele systeem van de biologie, de chemie en de aarde. De rode draad in mijn carrière is die koolstofcyclus.”
Budget
Al ruim tien jaar geeft hij vorm aan de bosprojecten van het bedrijf. De omvang van het budget hangt af van de hoeveelheid gas dat Greenchoice verkoopt. “Wij leveren bos-gecompenseerd gas. Dat betekent dat wij het leveren van aardgas aan onze klanten combineren met het herstellen van natuur en het aanplanten en beschermen van bos. Als onze klanten gas kopen is dat altijd standaard gecompenseerd. Voor elke kuub gas leggen we geld opzij. En al die beetjes vormen mijn budget.”
Dat budget wil hij op zo’n manier investeren dat het de meeste impact maakt. Daar komt veel rekenwerk bij kijken. Veefkind stelt in elk geval drie voorwaarden aan de bosprojecten waarin Greenchoice investeert. Het moet genoeg CO2-impact hebben, bijdragen aan de biodiversiteit en lokale gemeenschappen moeten er van kunnen profiteren.
Lokale bevolking
In alle projecten werkt Greenchoice nauw samen met de lokale bevolking “De lokale gemeenschappen, de mensen die daar wonen, zijn de beste beschermers van het bos. Het is dus het meest effectief om daarbij aan te sluiten.” Zo steunt Greenchoice de NGO Forcert die de Tavolo-gemeenschap in New Britain (Papoea-Nieuw-Guinea) helpt om illegale houtkap door een grote internationale palmolieproducent te voorkomen.
Dat kan best spannend zijn, vertelt Veefkind. Zo heeft ten oosten van het gebied houtkap plaatsgevonden en hebben recent lokale jongeren moeten vechten om de shovels uit het gebied te verjagen. “Zij vangen echt de klappen op.”
Een ander voorbeeld hiervan is Chief Dadá van de Maró Indigenous Territory in Brazilië. Greenchoice werkt sinds dit jaar samen met de Stichting Forest Forces. Deze organisatie wil onder andere de illegale houtkap in het inheemse Maró-gebied in Pará, Brazilië tegengaan. De leider in dat gebied, Chief Dadá, wordt vanwege zijn inzet tegen illegale houtkamp bedreigt en heeft permanente beveiliging nodig. “Dit weerhoudt hem niet om aandacht te vragen voor de problemen in het gebied. Hiervoor was hij in november ook in Nederland en als gast aanwezig op een event van Greenchoice. Ook speelt deze Chief Dadá een rol in een nieuwe film over het klimaat gemaakt in opdracht van het Vaticaan. De strijdbaarheid is echt bijzonder. Zonder de lokale betrokkenheid zouden bossen verdwijnen. ”
Planten en beschermen
Samen met partners beschermt Greenchoice nu 1,1 miljoen hectare bos. “Ik probeer altijd een mix te hebben van aanplantprojecten en beschermingsprojecten. Nieuwe bomen trekken CO2 uit de lucht en kunnen ook ontbossing tegenhouden.” In Kigoma, Tanzania steunt Greenchoice bijvoorbeeld het Jane Goodall institute met het aanplanten van bomen. Een deel van die bomen mag gekapt worden door de lokale bevolking voor materiaal of brandstof. “Tegelijkertijd zien we dat er nog enorm veel ontbossing plaatsvindt”, vervolgt Veefkind. “En als je biodiversiteit het meest wilt helpen, zul je oude bossen moeten beschermen. Een oud ecosysteem heeft zoveel meer soorten dan een nieuw bos. Daarom willen we die mix.”
Mangrovebos
Hoeveel CO2-impact een bosproject maakt, hangt ook af van het type bos. “Een hectare mangrovebos zoals we in Guinee-Bissau helpen herstellen samen met Wetlands International legt veel meer CO2 vast per hectare dan een hectare tropisch regenwoud. En de savanne die we in Zimbabwe beschermen, legt veel minder vast. Daar heb je voor dezelfde impact dus veel meer hectare nodig.”
Het bepalen van de uiteindelijke impact is van veel factoren afhankelijk. Greenchoice werkt daarvoor samen met externe partijen zoals Face the Future. Want je kunt je gemakkelijk rijk rekenen vindt Veefkind. “Je kan ook bos beschermen dat nauwelijks bedreigd is. Dan zou je een hoeveelheid CO2 claimen maar maak je geen impact.” Om die reden kijkt Greenchoice ook naar additionaliteit: was het project ook doorgegaan als het bedrijf er geen geld in had gestopt? En of er geen waterbedeffect optreedt waarbij het ene gebied wordt beschermd, waardoor het naburige bos sneuvelt. “Dan heb je alleen het probleem verplaatst.”
Investeren in de toekomst
Ook de vraag hoe permanent de investering is, vindt Veefkind belangrijk. Want het gevaar is dat het bos alsnog gekapt wordt als het project stopt. Daarom wil hij de lokale bevolking voldoende redenen geven om het bos in stand te houden. In Papoea-Nieuw-Guinea investeerde Greenchoice om die reden in het certificeren van het gebied. Dat houdt in dat de lokale bevolking CO2-rechten voor de bescherming van het gebied kan verkopen. Door de stijgende CO2-prijs kunnen die inkomsten flink oplopen. “Met de huidige marktprijzen voor CO2 kan dat zomaar een paar miljoen zijn.” Dat gaat in een fonds en is een inkomstenbron voor de lokale bevolking. Dit geeft ze een extra reden om het bos in stand te houden. “Zo werken onze bosprojecten als katalysator.”
Zichzelf in stand houden
Tot nu toe groeit het aantal hectare dat Greenchoice beschermt en aanplant gestaag. Tegelijkertijd zet het bedrijf in op het verminderen van het aardgasverbruik van zijn klanten. En hoe beter het bedrijf daarin slaagt, hoe kleiner het budget van Veefkind wordt. Maar dat betekent niet dat hij uit bestaande projecten stapt. “Wat we nu ondersteunen moet in elk geval doorgaan.”
Maar de projecten moeten op termijn wel zichzelf in stand kunnen houden. Daarom bouwt Veefkind mechanismes in waardoor de lokale bevolking inkomsten kan genereren uit het bos. Bij de Tavolo-gemeenschap in Papoea-Nieuw-Guinea zijn dat de CO2-certificaten. In andere projecten is dat bijvoorbeeld ecotoerisme of het verkopen van noten, medicijnplanten of schimmels die het bos voortbrengt, zonder dat het daarvoor gekapt of aangetast wordt.
Fotosynthese
En ook in de aardgasvrije toekomst blijft er behoefte aan bosprojecten, denkt Veefkind. “Als we geen gas meer verkopen is het mijn droom een andere pot te hebben voor een deel van onze klanten. Hiermee kunnen we dan nog steeds projecten doen en blijven we optreden als katalysator. Want uiteindelijk willen we onze klanten klimaatpositief maken. Daarvoor zullen we CO2 uit de lucht moeten halen. Dat kan nog altijd het beste met de fotosynthese in bossen.”
Meer weten? Lees verder
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief: iedere dag rond 07.00 uur het laatste nieuws
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze dagelijkse nieuwsbrief.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in